Werner: 'Ik ben een echte theoreticus, ja. Als ik onderwijs geef, heb ik een toch wel hoogdravend ideaal. Ik wil de wetenschappelijke methode ook op het terrein van het recht overbrengen: dus, hoe je met een goede hypothese een theorie kunt toetsen en welke consequenties je uit goed opgezet onderzoek kunt trekken. De helft van de tijd lukt het natuurlijk niet om dat ideaal te bereiken, maar toch houd ik er aan vast. Op deze manier geef ik de studenten instrumenten om de vanzelfsprekendheid van kennis in boeken ter discussie te stellen, en om telkens vragen te blijven stellen.
'Bij het Onderwijskundig Centrum heb ik vooral geleerd dat studenten tijdens een twee uur lange voordracht voornamelijk de neiging hebben om in slaap te vallen. Veel indruk op mij maakte een hoogleraar die een verhaal hield over het indienen van bezwaarschriften bij de Raad van State. Opeens vroeg hij aan de studenten waar hij zijn kritiek naartoe moest sturen. Doodse stilte. 'Naar Kneuterdijk 22 natuurlijk!', was het antwoord. Dat onverwachte en ironische spreekt mij erg aan. Ook in de cursus 'theatervaardigheden in het onderwijs' leer je dat je met overdreven uitingen de aandacht trekt. Verder streef ik bondigheid na. Op een sheet mogen nooit meer dan vijf woorden staan.
'Ik vind onderwijs helemaal geen blok aan het been. Het levert juist een extra mogelijkheid om je onderzoek te sturen. Veel beroemde boeken waren eerst syllabi. Het is stom om onderwijs en onderzoek niet als één aktiviteit te zien. Na de promotie kan ik een post-doc jaar doen. Ook daarin wil ik onderwijs geven. Je kunt je verhaal vertellen. Van sommige dingen wil je gewoon dat de rest van de wereld ze te horen krijgt. Studenten luisteren goed. Ik kan me herinneren dat ik een model aan de collegegroep introduceerde. De studenten wezen mij toen op een extra mogelijkheid waar het model ruimte voor gaf. Daar had ik zelf nog niet aan gedacht en dat heb ik toen ook daadwerkelijk overgenomen in mijn proefschrift. Bovendien als je lesgeeft, weet je beter wat je weet. Dat spreekt me als amateur-filosoof natuurlijk bijzonder aan.'
Wouter Werner