Geld voor beter onderwijs dient creatiever benut

| Redactie

Wordt het onderwijs nu beter of niet? Studenten vrezen het ergste, bleek afgelopen zaterdag op een conferentie over studeerbaarheid en kwaliteit in Utrecht. Het speciale potje van minister Ritzen voor onderwijsplannen dreigt heel andere bestemmingen te krijgen. Een terechte angst, gaven verschillende managers en onderwijscoördinatoren toe. In drie jaar tijd verdeelt minister Ritzen 500 miljoen gul

Wordt het onderwijs nu beter of niet? Studenten vrezen het ergste, bleek afgelopen zaterdag op een conferentie over studeerbaarheid en kwaliteit in Utrecht. Het speciale potje van minister Ritzen voor onderwijsplannen dreigt heel andere bestemmingen te krijgen. Een terechte angst, gaven verschillende managers en onderwijscoördinatoren toe.

In drie jaar tijd verdeelt minister Ritzen 500 miljoen gulden over universiteiten en hogescholen. Met bijdragen uit dit studeerbaarheidsfonds worden zij geacht hun onderwijs te verbeteren. De voorwaarden voor een bijdrage zijn ruim geformuleerd, precieze criteria ontbreken nog. Als het onderwijs er maar beter van wordt, luidt ongeveer de redenering van minister Ritzen.

Tijdens de workshops van het congres bleek, dat een aantal universiteiten en hogescholen hier - in negatieve zin - zeer creatief mee omgaan. Een aantal studenten meldden dat hun universiteit of hogeschool de bijdrage uit het fonds niet beschouwen als een extra `studeerbaarheidspotje', maar als een vervanging van eigen onderwijsfondsen van hun instelling. Die fondsen willen sommige instellingen nu opsparen voor later. Wat daar dan mee gaat gebeuren, is volstrekt onduidelijk. Mogelijk komt het geld helemaal niet bij het onderwijs terecht, maar wordt er bijvoorbeeld een kopieerapparaat van gekocht. 'Zo komt er van beter onderwijs dus niets terecht', aldus een student.

Zolang over het studeerbaarheidsfonds wordt gesproken, hebben studenten al twijfels over de besteding van het geld. Oorspronkelijk had minister Ritzen het potje bedoeld voor de betaling van wachtgelden, uitkeringen aan ontslagen personeel. Onder druk van de studenten kwam hij daarop terug. Partijen vonden elkaar in een compromis: geld uit het fonds mag worden besteed aan wachtgelders, als zij een bijdrage kunnen leveren aan de verbetering van de onderwijskwaliteit.

In Utrecht werd echter duidelijk dat universiteiten en hogescholen het niet zo nauw nemen met die voorwaarde, en alles op alles zullen zetten om hun wachtgelders uit het fonds te betalen. 'Vanzelfsprekend', vond een medewerker kwaliteitszorg van een hogeschool. 'Wie verantwoordelijk is voor het personeel en de mensen over wie het gaat persoonlijk kent, zal proberen hun aan werk te helpen.' Het fonds lokt als het ware het gesjoemel uit.

Op dit moment wordt overal hard gewerkt aan projectvoorstellen voor een bijdrage uit het fonds. De rol van studenten bij het voorwerk verschilt van instelling tot instelling. Vooral in het hbo is het voor studenten vak lastig om greep te krijgen op de bestemming van bijdragen uit het studeerbaarheidsfonds. Een studente van de hogeschool Eindhoven vertelde hoe zij er toevallig achter kwam dat het college van bestuur al een notitie naar de faculteiten had gestuurd. De studenten uit de medezeggenschapsraad wisten van niets. 'Ik heb onmiddellijk zelf ook een notitie geschreven.'

Voor veel verwarring zorgt ook het `kwaliteitsmanagementplan'. Elke universiteit en hogeschool moet zo'n stuk schrijven om een bijdrage uit het studeerbaarheidsfonds te kunnen krijgen. In Utrecht bleek lang niet iedereen te weten wat er nu eigenlijk in hoort te staan: hoe het onderwijs er over vijf jaar uit moet zien? Hoe het onderwijs verbeterd zal worden? Hoe hoog de rendementen moeten zijn? Veelzeggend was de opmerking van een onderwijsdirecteur. Hij wist te melden dat consultancy-bureau Hobeon hogescholen aanbiedt om dergelijke plannen voor hen te `bouwen'. Zeven hogescholen zouden al op het aanbod zijn ingegaan.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.