'Wij zijn geen snelle jongens en meisjes'

| Redactie

Dit interview is het eerste van een serie van zeven gesprekken met vrouwen die techniek hebben gestudeerd aan de UT. 'Automatisering is eigenlijk bij uitstek vrouwenwerk: je moet er een helder verstand voor hebben, goede sociale vaardigheden en kunnen aanvoelen wat mensen willen. Ik begrijp eigenlijk niet waarom er niet meer vrouwen in dit werk zitten.' Aldus informatica-ingenieur Karin Zwiggelaar

Dit interview is het eerste van een serie van zeven gesprekken met vrouwen die techniek hebben gestudeerd aan de UT.

'Automatisering is eigenlijk bij uitstek vrouwenwerk: je moet er een helder verstand voor hebben, goede sociale vaardigheden en kunnen aanvoelen wat mensen willen. Ik begrijp eigenlijk niet waarom er niet meer vrouwen in dit werk zitten.' Aldus informatica-ingenieur Karin Zwiggelaar (31), binnenkort senior-adviseur bij het adviesbureau M&I/Partners dat veel doet op het gebied van informatietechnologie. Eind '86 studeerde ze af aan de UT, ze was toen 22.

M&I/Partners in Amersfoort hanteert eigenlijk een vrouwelijke aanpak, vindt Zwiggelaar, al zijn er van de 33 adviseurs slechts vier vrouw. 'Wij zijn geen snelle jongens en meisjes die het even komen doen. Wij kijken achter de wereld van de klant. Het gaat erom de mensen verder te helpen en dat kan niet alleen met een stuk techniek.' Een informatica-achtergrond is daarom voor adviseurs niet onontbeerlijk, er lopen ook economen, een pedagoge en twee communicatiewetenschappers rond. Handig is het wel. 'Ik begrijp ook niet altijd alle technische details, maar ik laat me geen oor aannaaien.'

Dat lijkt inderdaad onwaarschijnlijk. Een eerste indruk van de kleine, tengere en jeugdig ogende adviseur is wellicht misleidend, maar als ze praat overtuigt ze met een rustige zelfverzekerdheid zonder arrogant te worden. Het intermenselijke aspect is dan ook een belangrijk deel van haar werk. 'Voor een provincie ben ik bijvoorbeeld bezig een informatiebeleid op te stellen. Dan is het vooral belangrijk dat zij zelf begrijpen wat ze willen, zowel de automatiseerders als de managers.' Dat betekent interviewen en de ideeënvorming bij de betrokkenen zelf op gang brengen en sturen.

Mannenwereld

Zwiggelaar is van de tweede lichting UT-informatici. Onder de honderdachtig eerstejaars waren twintig meisjes: 'Dus je went er gelijk aan dat je in een mannenwereld zit.' Ze kwam terecht in de toen nog bestaande meisjeshuisvesting op de campus (nu is Logica er gevestigd, red.). 'Daar had ik niet bewust voor gekozen, er kwam gewoon een kamer vrij. Ik had gehoord dat ze elkaar daar bij wijze van spreken 'de ogen uitkrabden', maar dat was helemaal niet waar. Het klikte meteen en we zien elkaar nog steeds. Dat was toch een beetje een compensatie omdat je altijd tussen jongens zit. Wij hadden echt een vriendinnenband.'

Afstuderen deed Zwiggelaar bewust extern bij de inmiddels gefuseerde NMB-bank. 'Ik vond het belangrijk om buiten de deur ervaring op te doen. Mijn ouders zijn kleine zelfstandigen. In de vakanties werkte ik bij hun in de zaak. Je ziet dan eigenlijk niet hoe er in bedrijven wordt gewerkt. Dat er soms een halve ochtend alleen maar gekletst werd, dat verbaasde mij echt.'

Na viereneenhalf jaar, in december 1986, studeerde Zwiggelaar af. Vanaf september solliciteerde ze al, onder meer bij de NMB voor een traineeship. 'Daar zaten ze mij door te zagen over wat ik zou doen als ik een directeur was van een bank in een klein dorpje. Zover had ik helemaal niet vooruit gedacht. Ik was toen 22. Vroegen ze hoe dat dan moest als ik kinderen wilde. Rare vragen hoor.' De NMB had afgedaan.

Programmeren

Bij het automatiseringsbedrijf BSO werd ze snel aangenomen en het bedrijf sprak haar aan. 'Ik dacht dat ik ook wiskundige modellen zou moeten bouwen, maar dat bleek niet het geval. Het was vooral programmeerwerk. Ik ging wel steeds meer naar het voortraject van systeemontwikkeling. In twee jaar heb ik vier verschillende functies gehad. Met een informaticastudie pik je alles razendsnel op en dan gaat 't werk vervelen.'

'Ik kwam er achter dat ik het leuk vond met mensen om te gaan, oplossingen te bedenken voor hun problemen en ik kreeg steeds meer belangstelling voor managementactiviteiten. Het grote probleem vond ik dat je verplicht was het traditionele carrièrepad te doorlopen. Ik ging wel sneller dan anderen, maar het werkte toch op basis van anciënniteit: degene die het langst zat kreeg de managementfunctie. BSO was een leuk bedrijf, ik heb het er prima naar mijn zin gehad, maar ik kon me daar toen onvoldoende ontplooien.'

Ongeduld

In 1989 begon ze als junior-adviseur bij M&I/Partners, een voormalig onderdeel voor BSO, dat haar al kende van opdrachten die ze voor het bureau had gedaan. 'Techniek is hier ook belangrijk, maar er is een verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Als je klant met 70 procent van de oplossing tevreden is, moet je je ambitieniveau bijstellen.' Het leuke van het werk als adviseur vindt ze dat elke opdracht weer anders is, ze kan hier haar 'ongeduld' kwijt.

Na drie jaar promoveerde ze tot adviseur en per januari aanstaande wordt ze senior. Dat betekent dat ze opdrachten moet kunnen verwerven oftewel voor (potentiële) klanten een overtuigende gespreksparter moet zijn. Ze vindt dat toch wel een beetje eng. 'Je bedrijft je commercie anders dan dat mannen dat doen. Mannen onderling, dat is ouwejongens-krentenbrood. Je kunt wel met een man meegaan om het vak te leren, maar dan word je man en je moet oppassen dat je niet een manwijf wordt. De kunst is het zo te doen dat ze jou als vrouw blijven zien en toch vinden dat je wat zinvols hebt te vertellen.'

'Wat mij vaak opvalt is dat mannen over zaken, over auto's en dat soort dingen praten. Niet al te persoonlijk dus. Wanneer je als vrouw met iemand praat wordt het vaak persoonlijker, het is dan schipperen tussen het zakelijke en het persoonlijke.

Praatpaal

Zwiggelaar heeft in Amersfoort een Vrouwennetwerk opgericht dat inmiddels bestaat uit veertien vrouwen in hogere functies, waaronder de burgemeester van Amersfoort. 'Die kun je als een praatpaal gebruiken, maar het is ook leuk om er informeel mee om te gaan. Bovendien is het een vervanging voor het ouwejongens-krentenbrood netwerk dat mannen hebben, zo kun je elkaar de bal toespelen. Omdat je als vrouw nooit andere vrouwen tegenkomt in een vergelijkbare positie moet je dat construeren.'

Nuchter constateert ze: 'Je moet je als vrouw extra bewijzen, je komt in een underdog-positie binnen. Iedereen heeft toch zoiets van: eerst maar eens kijken wat die kan. Als ze door hebben dat het goed zit is het juist positief dat je een vrouw bent, omdat het vrij uniek is. Dan krijg je gemakkelijker dingen voor elkaar. Maar als vrouw moet je gewoon bijna twee keer zo goed zijn als een man om als gelijkwaardig te worden behandeld.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.