Honderd jaar heeft ze geslapen. Hoe voer ik haar binnen in de wereld waarin ze is ontwaakt? Alles is zo vreemd voor haar. Gelukkig heb ik het Speelgoed van Intertoys op zak. Het is het meest complete tijdsdocument dat ik ken. Ik kan nooit zonder in den vreemde. Zeker niet wanneer ik me daar aan een huwbare prinses bekend hoop te maken.
Langzaam ontvouwt mijn wereld zich op haar eendedonsen kussen. Ze ziet rinkelende kassa's, kwebbelende telefoons, een faxmachine, een kopieermachine en een elektronische (zak)agenda. Steffi heeft een mountainbike en doet aan aerobics. Ken en Barbie zitten gerieflijk in hun Baywatch reddingspost.
Voor jongens is er een tractor met aanhangwagen, een Volvo recycling truck, en omdat pa die voor zichzelf niet kan betalen, een Lamborghini Diabolo. Voor meisjes een beautycase, een vaatwasser, een strijkplank en een stofzuiger. Het spinnewiel heeft plaatsgemaakt voor de Singer naaimachine, maar voor de rest is er in honderd jaar tijd niet veel veranderd. Iedere zichzelf respecterende organisatie mag dan een emancipatiemedewerker in dienst hebben, maar dat is enkel om de schijn hoog te houden. De werkelijkheid is dat jongensspeelgoed in blauwe doosjes zit. En meisjesspeelgoed in roze.
De kroamschudder die voor onze langverbeide zoon roze babykleertjes meebrengt, wordt gevreesd als de boze oude fee aan de wieg van Doornroosje. Roze, daar verwijft het knaapje van. Dan slinkt spontaan zijn hypofyse. Professor Swaab heeft het zelf gezegd. Dan wordt onze zoon zo'n vieze vuile flikker. Niet dat wij iets tegen homosexuelen hebben, natuurlijk niet, maar onze eigen kinderen zouden we er toch wel graag voor willen behoeden.
De ideale zoon verblijdt zijn ouders met een beeld van een schoondochter. Pa's liefste meid droomt van de prins op het witte paard. Mijn schone slaapster ook. Ze glundert mij instemmend toe. Er fonkelen appeltjes in haar ogen. Goudrenetjes. Voorzichtig druk ik haar zachte handje op het snoeiblad van mijn Black & Decker. Vredig valt ze weer in slaap.