Ritzen stelt voor een overbruggingscao te sluiten die zou moeten lopen tot 1 juni 1996. Hij meent dat er nog te veel onzekerheden zijn voor 'vruchtbaar overleg' over een meerjarige cao. Zo is nog steeds onduidelijk wat er met de vut gaat gebeuren. Wellicht is deze kwestie, die onder verantwoordelijkheid van minister Dijkstal van Binnenlandse Zaken valt, pas maart 1996 opgelost.
De minister biedt een loonontwikkeling van 1 procent, waarvan de invulling nog nader moet worden bekeken. In het gezamenlijke eisenpakket van de centrales in de onderwijssector is voorzien in een loonstijging van 4,5 procent. Daarvan is 2,25 procent bestemd voor prijscompensatie, ook in de uitkeringen. Voor de reparatie van inkomens vragen de bonden driekwart procent. Hiermee kan onder meer een op het onderwijs toegesneden functiewaarderingssysteem worden ingevoerd.
De resterende 1,5 procent willen de bonden bestemmen voor zaken als vermindering van de werkdruk, handhaving van de seniorenregeling en uitbreiding van de kinderopvang. Al deze 'secundaire' arbeidsvoorwaarden wil de minister pas regelen in de cao die na juni 1996 zal gaan gelden. De onderwijs-cao geldt voor driehonderdvijftigduizend werknemers in het onderwijs, van basisschool tot en met universiteit.
De bonden vinden het bod van de minister 'in één woord: ondermaats', reageerde een woordvoerster woensdag. 'Het is bijzonder teleurstellend. Wij hadden geen hooggespannen verwachtingen, maar dit zit er nog onder.' Op zichzelf willen de bonden best praten over een kortlopende cao, maar dan moet de inhoud wel goed zijn. Dat betekent dat ook afspraken dienen te worden gemaakt over bijvoorbeeld de seniorenregeling en werkgelegenheid. Bovendien maakt het nogal wat uit of de 1 procent loonsverhoging met terugwerkende kracht ingaat per 1 april van dit jaar of pas per 1 januari 1996.
Vrijdag ontvangt Ritzen de bonden voor een gesprek over zijn bod. 'Dan moeten we kijken of de minister nog onderhandelingsruimte heeft. Zo niet, dat is het hó, stop', aldus de woordvoerster van de bonden. De voor deze week geplande regionale protestbijeenkomsten gaan in ieder geval door. Als vrijdag blijkt dat de minister echt niets méér te bieden heeft dan zijn huidige voorstel, worden de acties volgende week voortgezet. Voor het onderwijspersoneel in Overijssel, Gelderland en Flevoland is dinsdag 14 november een protestbijeenkomst in Deventer gepland. UT-medewerkers kunnen om twee uur 's middags met een bus vertrekken vanaf het BB-gebouw.
De acties van de bonden richten zich niet alleen op het bereiken van een goede cao. Zij vragen ook aandacht voor de gevolgen van het Hoger Onderwijs- en Onderzoeks Plan (HOOP). Hierin wordt de bezuiniging van tweehonderd miljoen gulden op het hoger onderwijs volledig verhaald op de universiteiten. Omdat de minister bovendien het aantal 'studentjaren' wil terugdringen dalen ook de inkomsten aan collegelden.
Gevreesd wordt dat de dalende budgetten ernstige personele consequenties hebben, die nog worden verergerd door de wachtgeldproblematiek. Collegevoorzitter prof.dr.ir. B. Veltman stelde donderdag dat de bonden en het College van Bestuur dit keer een gezamenlijk belang hebben. 'Er wordt hard gewerkt aan deze universiteit en dat verdient een beloning. Het Wetenschappelijk Onderwijs heeft recht op een beter imago.'