Het tij op de arbeidsmarkt is dus aan het keren. `Nieuwkomers' krijgen betere kansen. Het aantal schoolverlaters neemt de komende jaren namelijk licht af, terwijl het percentage vacatures veel hoger ligt dan in de periode sinds 1990. Volgens het tweejaarlijkse rapport 'De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep' dat het Maastrichtse instituut ROA voor de overheid heeft opgesteld, komt het groeiend aantal vacatures niet zozeer door economische groei maar door een sterke toename van het aantal mensen dat stopt met werken. Die `vervangingsbehoefte' is goed voor 80 procent van alle vacatures. In procenten lijkt het verschil klein: het jaarlijkse aantal vacatures ligt de komende vijf jaar op 4,2 procent van de beroepsbevoling, één puntje hoger dan in de periode sinds 1990. Dat staat echter gelijk met 60.000 extra vacatures per jaar, terwijl op hetzelfde moment het aantal schoolverlaters zo'n 15.000 lager ligt dan in de afgelopen jaren. Gevolg is dat de positie van schoolverlaters in het algemeen verbetert. Maar het zijn vooral de hoger opgeleiden die daarvan profiteren.
Per studierichting zijn er aanzienlijke verschillen. Sommige daarvan zijn oude bekenden. Zo wordt het al jaren voorspelde tekort aan technici en natuurwetenschappers in het ROA-rapport met nieuwe cijfers geschraagd, terwijl de markt voor (kunst-)historici en doctorandussen in de talen matig tot slecht blijft. Bij een aantal studierichtingen maken de voorspellers echter opvallende wendingen.
Gouden tijd heao-ers voorbij, perspectief voor kunstsector
In het HBO is het meest verrassend dat de perspectieven in de kunstsector, tot nu toe berucht om zijn hoge werkloosheid, de komende jaren ronduit `goed' worden. Volgens dr. A. de Grip van het ROA komen er meer banen in de hoek van design, reclame en moderne media en zullen vooral mensen van kunstacademies daarvan profiteren. Ook gaan er in deze sector vrij veel mensen met pensioen. Door de rem die er recent is gezet op het aantal studenten is er zelfs kans dat werkgevers voor het jaar 2000 gaan klagen over tekorten in sommige kunstrichtingen.
Aan de andere kant zijn de gouden tijden voor de grootste heao-studies voorbij. Twee jaar geleden hadden die nog een `redelijk' perspectief, nu is dat verder verslechterd. Er zijn wel banen, maar de markt kan het enorme aantal afgestudeerden niet meer verwerken. Commerciële economie is daardoor de enige vermelde hbo-studie met slechte vooruitzichten. Voor bedrijfseconomen zijn de kansen matig. In specialistische heao-richtingen als accountancy en bedrijfsinformatica blijft het perspectief overigens goed. De beide economiestudies zijn de enige hbo-opleidingen waar de markt volgens het ROA verslechtert. Daar staat tegenover dat het in zeven van de twintig vermelde richtingen makkelijker wordt om werk te vinden. Behalve voor kunstenaars geldt dat ook voor leraren, tolk-vertalers, in de gezondheidszorg, bestuurskundigen, hbo-ers bij politie en defensie en in de sociaal-agogische hoek.
Bij de academici valt op dat in geen enkele grote richting de perspectieven verslechteren. Alleen voor de kunstrichtingen blijft de arbeidsmarkt, anders dan in het hbo, onbarmhartig slecht. Bij de letterenstudies worden de vooruitzichten al wat beter: ze waren slecht en ze worden `matig'. Opvallend verbeterd zijn de perspectieven voor sociale wetenschappers, bestuurskundigen en afgestudeerden in de landbouw- of milieurichtingen. Twee jaar geleden waren de kansen in die richtingen nog matig tot slecht, nu zijn ze volgens de onderzoekers plotseling `goed'. Een combinatie van dalende studentenaantallen en een meevallende aantal vacatures zorgt voor deze omslag.
Dat de perspectieven voor de meeste techniekrichtingen verder verbeterd zijn, is minder verrassend. Vijf jaar geleden voorspelde het ROA namelijk al in een lange-termijnstudie dat, door het hoge aantal 55-plussers dat met pensioen zou gaan tegen het jaar 2000 een groeiend tekort aan technici zou ontstaan. Nu de eeuwwisseling dichterbij komt, keert die voorspelling terug in het `weerbericht' voor de komende jaren.
Ambtenaren tekort
De onderzoekers van het ROA baseren hun voorspellingen enerzijds op tamelijk vaste gegevens over aantallen afgestudeerden en het aantal mensen dat de komende jaren met ontslag gaat. Aan de andere kant leunen hun berekeningen op de economische prognoses van het Centraal Planbureau. Daarbij is echter gekozen voor het `behoedzame' scenario voor de Nederlandse economie. Daarin groeit het aantal banen in ons land jaarlijks met 0,8 procent (tegen 1,0 in de laatste vijf jaar).
Ondanks die voorzichtigheid voorziet het ROA voor diverse bedrijfstakken `knelpunten' bij het werven van hoger personeel. Dat geldt voor een aantal techniekstudies, maar ook voor theologen, kunstenaars, leraren en bestuurskundigen. Het grootst worden de problemen in de zakelijke diensteverlening (de enige groeisector in de economie) en bij de overheid. Vooral dat laatste is verrassend: zelfs een `krimpende' overheid krijgt de komende jaren problemen bij de werving van beleidsmedewerkers, politiemensen, technici, leraren en (academische) economen. De verklaring hiervoor is dat het ambtenarenaapparaat extreem vergrijsd is: bijna een op de drie werkenden is er ouder dan 50. Dat leidt de komende jaren tot veel lege stoelen. En door de concurrentie met de zakelijke dienstverlening zullen die vacatures vaak moeilijk te vervullen zijn.