Drie miljoen voor OSF-programma's

| Redactie

De UT heeft zijn eerste 'Pionier'. Dr. Wim Rutten (Bio-informatica, EL) krijgt één miljoen gulden van het Onderzoeks Stimulerings Fonds (OSF) voor zijn onderzoeksvoorstel 'Neurotechnologie'. Rutten profiteert daarmee als eerste onderzoeker van de nieuwe toekenningsprocedure van het OSF. Daarnaast vallen twee interfacultaire voorstellen - 'Tele-leren' (penvoerder TO) en 'Het justitiële ketenbeheer in een zelfregulerende samenleving' (penvoerder BSK) - met elk ruim één miljoen in de prijzen. Dat betekent wel een budgetoverschrijding, aangezien de regels voorzien in honorering van slechts één interfacultair voorstel. Desondanks ging de U-Raad dinsdag in besloten zitting akkoord met de CvB-voordracht.

De toekenning van de OSF-subsidies voor vernieuwend onderzoek verliep dit jaar volgens de nieuwe opzet. Daarbij wordt de twee miljoen gulden het ene jaar verdeeld over een interfacultair (gamma-)programmavoorstel en een persoonsgebonden Pionier-subsidie voor een excellente onderzoeker, en het andere jaar aan één interfacultair programma toegekend - als vanouds dus, maar dan losgekoppeld van de tot dusver gehanteerde tweekernen-eis.

De OSF-jury had een harde dobber aan de selectie van de voorstellen. Dit keer moesten twee programma's worden gehonoreerd, één interfacultair programmavoorstel en één Pioniersvoorstel. Over Ruttens Neurotechnologie was men het al gauw eens. Maar nadat de jury 'Tele-leren' had geselecteerd vond zij bij nader inzien dat 'Het justitiële ketenbeheer' de subsidie evenzeer verdiende. Op basis van kwaliteit was een keuze onmogelijk, aldus de jury. Eventuele financiële afwegingen moest de U-raad maar maken.

De raad ging bij uitzondering akkoord met ex aequo honorering. Het probleem is wel dat de dekking van het OSF daardoor met één miljoen wordt overschreden. Dat klemt temeer daar in 1993 ook al meer dan voorzien vanuit het OSF is uitgekeerd. Toen werd naast het winnende programma 'Integrale Produktie Vernieuwing' ook 'Een sociaal-wetenschappelijke ontwerpmethodologie' gehonoreerd (met een extra subsidie van één miljoen). Het OSF-tekort loopt dus op tot twee miljoen. De U-raad wil echter niet dat een en ander gevolgen heeft voor volgend jaar. Komende maand moet in het kader van de Nota Stimuleringsmaatregelen nader over de dekking worden overlegd.

Het gehonoreerde Pioneersvoorstel , 'Neurotechnologie' van Dr. Wim Rutten bouwt voort op het onderzoek dat Ruttens groep samen met MESA en het BioMedisch Technologisch Instituut (BMTI) al enkele jaren verricht naar de directe koppeling van electronica en perifeer zenuwstelsel via 'neuro-elektronische interfaces'. Het onderzoek is gericht op de elektronische stimulering en registratie van zenuwfuncties, en moet op termijn leiden tot concrete toepassingen bij neurofysiologische medische problemen.

Toegekend Pionier-programma: geleid kweken van zenuwbanen

Het nu gehonoreerde Pionier-programma geeft dit lopend onderzoek een nieuwe impuls. Het programma is in eerste instantie gericht op het met behulp van zenuwgroei-stimulerende eiwitten geleid kweken van zenuwbanen op glasachtige platte elektrodesubstraten. Vervolgens moeten die platte zenuw-elektrode-preparaten worden uitgebouwd tot kleine driedimensionale multi-elektroden. Deze wil Rutten uiteindelijk laten ingroeien in het zenuwstelsel van proefdieren. Voor het Pionier-programma wil Rutten in totaal twee postdocs, drie twaio's en twee analisten aanstellen.

Dit alles moet volgens Rutten uitmonden in een zogenaamde neuro-prothese die ingebracht in een proefdier kunstmatige interactie met spierzenuwen mogelijk maakt. Op langere termijn zou zo'n neuro-prothese ook klinisch bij de mens kunnen worden toegepast voor stimulering van verlamde spieren, vervanging van zintuiglijke functies of aansturing van prothesen.

Het programma 'Tele-leren: studeren en studeerbaarheid via nieuwe paradigma's en tools' wil op samenhangende manier onderzoeken hoe en met welke tools de nieuwe communicatie- en informatietechnologieën, met name telematica, de maatschappelijk en budgettair gewenste rendementsverbetering en de studeerbaarheid in het hoger onderwijs kunnen helpen bevorderen. Dit alles toegespitst op het fenomeen tele-leren (onderwijs op afstand).

In de door vier aio's en postdocs uit te voeren deelonderzoeken behelzen de mogelijkheden van tele-leren voor de studeerbaarheid in het hoger onderwijs, het ontwerpen van een onderwijsinfrastructuur van leeromgevingen in netwerkvorm, het ontwikkelen van gedistribueerde databanken voor multimediaal studiemateriaal (een soort on-line syllabus), en toepassing van 'computer-ondersteunde samenwerkingstechnieken' in het onderwijs, in het bijzonder bij netwerkcommunicatie tussen studenten en docenten.

Het programma Tele-leren wordt opgezet en uitgevoerd door het Centrum voor Telematica en InformatieTechnologie (CTIT). Penvoerende faculteit is Toegepaste Onderwijskunde (vakgroep Instrumentatietechnologie), daarnaast participeren de vakgroepen Informatie Systemen (Informatica), Tele-Informatica en Open Systemen (Informatica & Elektrotechniek) en Cognitieve Ergonomie (Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen). Programmaleider is prof.dr. J. Moonen (vakgroep Instrumentatietechnologie).

Doelstelling van het programma 'Het justitiële ketenbeheer in een zelfregulerende samenleving' is te onderzoeken of de huidige chronische overbelasting van de justitiële keten (politie, openbaar ministerie, rechterlijke macht, gevangeniswezen, enz.) kan worden verlaagd door enerzijds via betere afstemming (ketenbeheer) de produktiviteit van het systeem te verhogen, en anderzijds het beroep vanuit de samenleving op het systeem te verlagen door verbetering van de relaties tussen dat systeem en de samenleving.

Het thema is uitgesplitst in deelonderzoeken waarin vijf aio's en postdocs gaan kijken naar de overbelasting bij de politie, de relatie tussen de afstemming binnen de justitiële keten en de lage produktiviteit, de relatie tussen het justitieel systeem en de maatschappij, de mathematische modellering van de justitiële keten, en de mogelijkheid tot produktiviteitsverhoging via kwaliteitszorg en (wellicht) verbeterde communicatie.

Het programma wordt uitgevoerd door vakgroepen van Bestuurskunde (Staat & Politiek en Organisatie & Financiën), Toegepaste Wiskunde (Analyse), Toegepaste Bedrijfskunde (Technologie & Organisatie) en (eventueel ook) Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen (Toegepaste Taalkunde). Programmaleiders zijn prof.dr. P. Boorsma (Organisatie en Financiën, sectie Openbare Financiën), prof.mr. H. de Jong en prof.dr. G. Bruinsma (Staat en Politiek, sectie Recht, Internationaal Politie Instituut Twente).

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.