Binnen de regeringscoalitie bestaat verdeeldheid over het streven van minister Ritzen om het hoger onderwijs tien jaar financiële rust te geven. PvdA en D66 juichen het plan toe, maar de VVD acht het onhaalbaar. Ook het CDA en Groen Links zijn zeer kritisch.
Minister Ritzen wil het budget van de universiteiten en hogescholen vastleggen voor de periode 1997 - 2007. Zijn voornemen is een belangrijke steunpilaar van de begroting voor 1996, die deze week in de Tweede Kamer wordt behandeld. In het parlement bestaan echter nogal wat twijfels. De fracties kijken daarbij alvast vooruit naar de behandeling van het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP), dat nauw samenhangt met de begroting, maar pas in januari wordt behandeld. 'Tien jaar is veel te lang', aldus M. de Vries (VVD). 'Je ontkomt er dan niet aan om regelmatig je plannen bij te stellen, en dat is ongeloofwaardig. Een termijn van drie tot vijf jaar is het maximum.' CDA-kamerlid Lansink spreekt van 'een lege huls'. 'Je kunt als regering niet over je graf heen regeren.'
PvdA en D66 erkennen dat financiële rust niet absoluut kan worden gegarandeerd. Volgens D66-woordvoerder Jorritsma is rust echter een voorwaarde voor de succesvolle invoering van het nieuwe stelsel van hoger onderwijs. De PvdA acht een langere termijn van rust zeker niet onhaalbaar. PvdA en VVD vinden elkaar wel in hun kritiek op strengere selectie in het wetenschappelijk onderwijs. Ritzen gaat er vanuit dat daar in 2005 40.000 `studentjaren' minder zijn. Universitaire studenten moeten veel sneller gaan studeren en ook eerder worden verwezen naar het hbo.
Het is nog maar de vraag of dat lukt, aldus M. van Zuijlen (PvdA). De VVD constateert 'een grote marge van onzekerheid tussen de maatregelen en de beoogde uitkomsten.' Van Zuijlen spreekt voorts van 'een rigide begroting'. 'De bezuiniging moet koste wat kost worden gehaald.' De maatregelen spreken elkaar tegen, vindt Van Zuijlen. 'Het onderwijs moet flexibeler worden. Maar tegelijkertijd mogen alle vwo-ers en mbo-ers maar drie jaar over het hbo doen.' Volgen de PvdA is dat te strikt. 'Er zijn nu al havisten die in drie jaar afstuderen.' Het gevolg zal zijn dat vwo- leerlingen niet meer naar het hbo gaan. Op de universiteit krijgen zij een jaar langer studiefinanciering. 'Een halfslachtig voorstel dus', constateert Van Zuijlen.
De PvdA wil dat het hbo intake-gesprekken invoert. Zo kan `aan de poort' per student worden besloten of hij in drie of vier jaar kan afstuderen. Ook wil de PvdA dat vwo-ers en mbo-ers in het hbo hun vierde jaar studiefinanciering later alsnog kunnen gebruiken. Dit geld kan bijvoorbeeld worden gestort in `mastersfondsen'.
De fracties komen volgende week bij de behandeling van de begroting met diverse wensen en voorstellen. Dat zijn onder meer:
* De PvdA wil dat hbo-bachelors kunnen overstappen naar de mastersfase in het wetenschappelijk onderwijs, en dat wo- bachelors hbo-master kunnen worden.
* De PvdA vindt dat jonge academici een plaats moeten krijgen in de Raad van Toezicht die minister Ritzen wil instellen aan de universiteiten.
* Het CDA wil pas instemmen met nieuwe verhogingen van het collegegeld als hardere garanties kunnen worden gegeven voor verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.
* D66 en Groen Links zullen er op aandringen dat het studeerbaarheidsfonds niet wordt aangewend voor de invoering van driejarige opleidingen in hbo of wo, zoals Ritzen voorstelt. Het geld moet in de eerste plaats worden gebruikt voor bevordering van kwaliteit en studeerbaarheid.
* Er moeten niet alleen belastingfaciliteiten komen voor werkgevers van aio's en oio's, maar ook voor bedrijven waar hbo-ers tijdelijk in dienst zijn, vindt D66.
* D66 wil dat asielzoekers en vluchtelingen meer mogelijkheden krijgen om in het hoger onderwijs te komen.