Toegang tot onderzoek gegevens via Internet

| Redactie

De nieuwe speurmethode CombiSearch, ontwikkeld door de universiteiten van Rotterdam, Nijmegen en Twente, is vorige week gepresenteerd. Initiatief werd genomen door VSNU, Cap Volmac en MKB-Nederland. Voor het midden- en kleinbedrijf lijkt CombiSearch nieuwe hoop te bieden om toegang te krijgen tot bruikbare onderzoeksgegevens van universiteiten. Als het projekt tenminste niet voortijdig doodbloedt. Want er is wel geld van het ministerie bij nodig.

Via http://www.vsnu.nl/home.html kan men sinds een week CombiSearch opstarten. In het systeem zijn op dit moment publicatiegegevens opgenomen van de faculteiten rechtsgeleerdheid en wijsbegeerte (allebei EUR), letteren en sociale Wetenschappen (allebei KUN) en alle faculteiten van de UT. De CombiSearch-methode is onafhankelijk van de systemen die de universiteiten gebruiken voor hun gegevensopslag. De enige vereiste is dat de gegevens in de vorm van gelabelde velden worden aangeleverd. Wie alleen in onderzoeksgegevens van Twente is geïnteresseerd kan opstarten met http://www.nic.utwente.nl/SFgate/ .

De toegang tot de onderzoeksinformatie is het gevolg van een proefopstelling van de drie universiteiten, die loopt tot 1 februari 1996. Onderzoekgegevens van de faculteiten kunnen op Internet-aansluitingen van de deelnemende universiteiten gelezen en gebruikt worden. De drie universiteiten zijn zo enthousiast dat ze het huidige CombiSearch-systeem al op het openbare net hebben gezet. Met een subsidie van het ministerie van OC&W wil de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) ook de andere universiteiten laten deelnemen. Het de bedoeling dat in de toekomst alle openbare rapporten op het net komen. Voorlopig zijn alleen publicatiegegevens van de deelnemende faculteiten beschikbaar. Ook projekten kunnen ontsloten worden en het is mogelijk om door te klikken naar name-servers waar verdere persoonsgegevens en e-mail-adressen van de betrokken onderzoekers opvraagbaar zijn.

Volgens Wim Rijkeboer van het Centrum Informatievoorziening (CIV) op de UT is er nog veel werk aan de winkel. 'Eigenlijk kunnen nu alleen wetenschappers nog maar goed zoeken via de rubrieken (zoals NABS) die zij goed kennen. Met name voor het midden-en kleinbedrijf moeten betere zoekmethoden worden ontworpen, te vergelijken met de synoniemenlijsten en zoekniveaus in de bibliotheek hier.'

MKB-Nederland en automatiseringsbedrijf Cap Volmac willen dan ook hun eigen zoekmethoden ontwikkelen om zo de onderzoeksrapporten en -gegevens van de universiteiten toegankelijk te maken. Rijkeboer: 'Het leuke van dit systeem is dat het MKB zijn eigen zoekmechanisme kan schrijven terwijl ze onze database gebruiken. Dat is veel werk en het kost veel tijd. De minister zal hiervoor geld ter beschikking moeten stellen want op de universiteiten is geen capaciteit aanwezig om mensen hiervoor vrij te maken. Gebeurt dat niet dan kan het project doodbloeden en loopt de ontsluiting van wetenschappelijke informatie ten behoeve van het MKB gevaar.'

Enkele jaren geleden is met steun van minister Ritzen de Nationale Onderzoek Databank (NOD) opgezet die - tegen betaling - toegankelijk is. Daarin zitten zowel gegevens over universitair als over ander onderzoek. Maar volgens de VSNU is de NOD niet erg compleet en actueel, en bezorgt het de universiteiten bovendien onnodig extra werk. De complete openbaarheid van onderzoeksgegevens die nu nagestreefd wordt, kan goed aansluiten bij de verslaglegging die universiteiten intern al langs elektronische weg plegen. Maar de ambtenaren van Ritzen zijn nog niet overtuigd van de voordelen van deze aanpak die de 'anarchistische' eigenschap van Internet benut om bestanden op verschillende plaatsen in één zoekactie te doorzoeken. VSNU neemt daarom MKB-Nederland en Cap Volmac in de arm om het demonstratieproject voort te zetten.

Rijkeboer: 'Als wetenschappelijk onderzoek via Internet kan worden ontsloten zal dit via herkenbare interfaces gebeuren. Mensen die vaak Internet gebruiken weten precies de informatie te vinden die ze zoeken. Er treedt dan eenstandaardisatie op die de acceptatie van de wetenschap vergroot. Ook kunnen universiteiten wereldwijd gemakkelijk instappen. Iedereen kan snel te weten komen in welke richting verschillende onderzoeksgroepen aktief zijn.'

Egbert van Hattem

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.