Braam was uitgenodigd door Studium Generale, het Bedrijfspastoraat Hengelo en de FNV om te spreken over haar boek 'De blinde vlek van Nederland'. Hierin beschrijft zij haar ervaringen als tijdelijke kracht op de Nederlandse arbeidsmarkt der ongeschoolden. Met dezelfde snelheid als waarin het boek is geschreven raasde zij ook dinsdag door de meest deprimerende verhalen heen.
Anderhalf jaar lang werkte de journaliste als schoonmaakster, cateringmedewerkster, 'boekettenmaakster' en (illegale) tuinbouwmedewerkster. Dit ongeschoolde werk wordt vaak gedaan door oproepkrachten, uitzendkrachten en tijdelijke krachten. Flexibiliteit is immers het toverwoord van de jaren negentig. Omdat de arbeidsmarkt overvol is nemen werknemers, veelal vrouwen en allochtonen, niet alleen genoegen met tijdelijke en slechtbetaalde baantjes, maar ook met miserabele arbeidsomstandigheden, zo constateerde Braam.
Schoonmakers worden met een beestachtige snelheid door hotelkamers heengejaagd. Met welke, soms gevaarlijke, middelen ze werken weten ze niet. Om handschoenen moeten ze zelf vragen. Cateringmedewerkers vallen zich ongelukkig in spiegelgladde keukens en hebben geen kleedruimte. Onbestuurbare koffiekarren en hoogpolig tapijt bezorgen koffiedames rugblessures. Het maken van boeketten is een bron van rug- en polsklachten, want de medewerkers staan de hele dag aan niet in hoogte verstelbare tafels dezelfde beweging te maken.
Deze ellende verdwijnt echter in het niet bij de manier waarop met de werknemers wordt omgegaan. Op hun bazen lijkt meer de term 'opzichters' van pas, ze mogen blij zijn als ze alle uren krijgen uitbetaald en moeten vaak werken tot de klus is geklaard, al wordt het elf uur 's avonds. Wie ziek is, klaagt of kritiek heeft hoeft niet te rekenen op verlenging van het contract of een nieuwe oproep van het uitzendbureau.
De realiteit van de jungle bleek vele malen erger dan Braam zich had voorgesteld. Gevolg is een navenant beroerde werksfeer. Dat leidt tot demotivatie en zelfs tot sabotage. Tot haar eigen verbazing werd ze zo 'satanisch' van het werk bij een cateraar van vliegtuigmaaltijden dat ze een kakkerlak in een van de bakjes stopte.
Naïef dacht zij overigens aanvankelijk dat het probleem van de ongeschoolde werknemers was dat zij niet wisten hoe ze hun recht moesten halen. Na een aantal desastreus uitgelopen interventies weet ze beter. Al ben je aantoonbaar onderbetaald, zonder schriftelijk bewijs sta je in Nederland machteloos. De arbeidsinspectie blijkt een wassen neus. Bij de vakbond ontbreekt dan weer de wil, dan weer de tijd om op te komen voor de slachtoffers van de onderkant van de arbeidsmarkt.
De aanwezigen die haar boek al hadden gelezen hoorden voor de pauze helaas weinig nieuws. Na de pauze kwam een discussie op gang die aantoonde dat bij een deel van het publiek het hart nog steeds (erg) links klopt. 'Je kunt wel regels verzinnen, maar in het bedrijfsleven draait gewoon alles om winst en produktie, niet om mensen', luidde een sombere reactie.
Is Braam niet enigszins depressief geraakt van haar ervaringen? Nee, zegt ze overtuigend. Wel is ze 'reëel idealistisch' geworden. 'Ik hou vast aan mijn idealen, maar ik verwacht niet meer zoveel.' Ook blijft ze optimistisch. 'Wat moet je anders?'
Ze denkt dat het wel degelijk mogelijk is het huidige systeem te veranderen als bedrijven en instellingen niet meer automatisch allerlei diensten aan de indiener van de laagste offerte uitbesteden. Een 'sociaal statuut' zou kunnen waarborgen dat de 'onderaannemers' zich als fatsoenlijke werkgevers gedragen. Dat deze geluiden in paars, deregulerend Nederland weinig kans maken, realiseert ze zich terdege. Daarom is het wachten op de ontploffing van het eerste kruitvat.