Het voordeel van de supercomputer op de UT ligt in de beheersvorm. De aanschafprijs is hoog en niet op te brengen door de vakgroepen afzonderlijk. Daarbij: het apparaat is over twee jaar alweer 'economisch afgeschreven'. Regelmatig overleg en volledige inspraak moeten het gebruik van de computer zo efficiënt mogelijk maken.
Die volledige inspraak is niet vanzelfsprekend want de supercomputer is niet voor 100 % bezit van de vakgroepen. Een vakgroep die een processor wil aansluiten op de bij het CIV geplaatste Silicon Graphics moet per jaar f 40.000 neertellen. Maar de machine kan daar niet volledig mee gefinancierd worden. Zonder de 50%-bijdrage van het College van Bestuur - dat aan de aanschaf meer dan drie ton bijdroeg - en zonder de bemanning van het operating-system door CIV, zou de supercomputer een onhaalbare kaart zijn.
Ruggegraat
Jim Kok van thermische werktuigbouw zit al jaren in 'de gebruikersraad' van de supercomputer. Kok: 'Toch is die volledige inspraak de ruggegraat van de supercomputer. Iedereen kan via zijn processor de kleine test-klussen opknappen. Maar soms heb je een grote, realistische klus en moet je de complete rekenkracht gebruiken. Dan mag het niet voorkomen dat je elkaar in de wielen rijdt. Omdat iedereen voor zo'n groot bedrag meebetaalt zijn de onderhandelingsposities gelijk. Ik ben blij dat het CvB ondanks zijn grote financiële bijdrage ons hierin vrij laat.'
Door deze overleg- en financieringsstructuur kunnen de verschillende groepen de enorme rekenkracht van de Silicon Graphics gebruiken. Veel onderzoek zou onmogelijk zijn als de krachtige computer niet beschikbaar was. Kok: 'Het onderzoek wordt tegenwoordig bijna volledig opgehangen aan de 2e en 3e geldstroom. Als je binnen een aio-opdracht 50.000 gulden krijgt voor het rekenwerk mag je al blij zijn. Daarvan kun je wel een workstation kopen, maar dan houdt het op. Door op gezette tijden de Silicon te gebruiken heeft de vakgroep de beschikking over een nog veel betere computer'.
Ook voor prof. dr. ir. T. Reith van de vakgroep Fysische Scheidingen (CT) lag een dergelijke afweging ten grondslag om eind april deel te nemen in het Silicon-project. Reith: 'Als vakgroep dachten we erover om zelf een krachtige computer aan te schaffen maar dat is niet te betalen. Toen deed de mogelijkheid zich voor om voor vijftig mille 2,5 jaar mee te doen met de Silicon. Dat is voor een halve processor-eenheid. Eén aio werkt er nu al mee voor ingewikkelde modelberekeningen, maar binnenkort zullen er meer volgen. Het is niet zo dat je het kunt vergelijken met een Porsche waar je af en toe voor je plezier in kunt rijden. Ik geef alleen 20 mille per jaar uit als het echt noodzakelijk is. Voor ons is dat een flink bedrag.'
Als voorbeeld voor toepassing noemt Reith het rekenwerk aan membraanmodulen waarin speciale stromingspatronen optreden. Bijvoorbeeld een holle fiber membraan. Veranderingen in het stromingspatroon binnenin het rietje, kunnen de stofoverdracht belangrijk verbeteren.
Inspraak
De participatie van een halve processor vindt Kok van de 'gebruikersraad' wel te verantwoorden. Kok: 'Het moet niet zo zijn dat iedere groep voor bijvoorbeeld 1 % in de supercomputer kan participeren. Het moet gaan om een substantiële bijdrage van een vakgroep. In de hoop dat de vakgroep over een aantal jaren voor een volledige processor zal kiezen, wordt deze toegelaten tot de Silicon. Wel is het zo dat alleen de participanten van 40 mille daadwerkelijk inspraak hebben in het beheer.'
Professor Reith denkt inderdaad dat hij na de proefperiode van 2,5 jaar volledig participant wordt. Reith: 'Het alternatief is toch een pc en die werkt veel langzamer. Wel hebben we ooit een HP-workstation aangeschaft. Maar de Silicon kun je ook uitbreiden. Dat is veel flexibeler.'
Reith vindt dat de UT sowieso een supercomputer moet hebben. 'De UT heeft de aanschaf overgelaten aan de vakgroepen. Ik had liever gezien dat er gewoon zo'n computer is en dat vakgroepen na verloop van tijd kunnen kiezen om er gebruik van te maken. Ook dan moet er natuurlijk voor het gebruik betaald worden, maar nu ligt het initiatief bij de vakgroepen en dat bergt het gevaar in zich dat er helemaal geen computer meer komt', zegt Reith.
Jim Kok van Thermische Werktuigbouw is blij met de centrale UT-steun. Kok: 'We hopen dat de financiering in de toekomst zo door zal gaan. De inspraak van alle gebruikersgroepen bij elkaar is juist het sterke punt van de supercomputer. Samen hebben we een krachtige machine waardoor we goed kunnen concurreren met het buitenland. De plaats bij de top 500 moeten we op z'n minst handhaven. Ga maar na: stel dat er 40 landen zijn waar ze dergelijke computers hebben. Als universiteit moet je dan toch bij de top 5 zijn. Dus zouden we eigenlijk bij de top 200 moeten zitten.'
Rekentijd
De vakgroep van Kok gebruikt de computer voor rekenwerk aan simulaties van gemengde stromingen waarin bovendien chemische reakties, turbulenties en verbrandingen kunnen plaatvinden. 'In veel situaties ben je verplicht de vergelijkingen in de tweede orde te sluiten. Omdat we redelijk applicatiegericht werken zijn de modellen altijd 3D met soms een extra tijddimensie erbij. Hierdoor worden de rekenmatrices steeds groter en neemt de benodigde rekentijd nog sneller toe. Zelfs als je de beschikking hebt over een supercomputer moet je de balans blijven zoeken tussen wat je graag uit wilt rekenen en wat haalbaar is.'
door Egbert van Hattem
Jim Kok toont het resultaat van geavanceerd rekenwerk op zijn pc.