Ik reis veel meer per trein dan per vliegtuig. Maar voor de KLM ben ik een zeer gewaardeerde klant, bijna een goede bekende. Voor de Nederlandse Spoorwegen ben ik een nul.
De wetenschappelijke wereld is internationaal. Als je in je vakgebied bekend raakt merk je dat. De uitnodigingen beginnen binnen te druppelen, eerst langzaam maar na verloop van tijd is sprake van een constante uitnodigingenstroom. Dat is strelend voor het ego. En prima voor onze nationale luchtvaartmaatschappij. Want de KLM vervoert mij graag. Het liefst ver weg, en in de 'business class'. Naar Latijns Amerika, of Australië. Aan boord word ik vertroeteld. Een stoel die je tot een soort bed kunt omtoveren, met een privé-TV eraan vast gemonteerd. Champagne, eerste-klas wijnen en fraai-ogende gerechten die mij liefdevol worden aangereikt door zachtjes-pratende stewardessen. En voor ik uitstap zo'n leuk Delftsblauw huisje. Voor thuis op de schoorsteenmantel in de keuken. Want de KLM weet natuurlijk dat wij thuis een keuken hebben met blauwe accenten waar die huisjes zo aardig in passen.
Voor de KLM ben ik een belangrijke klant. De KLM kent mij ook. KLM-directeuren schrijven mij persoonlijke brieven en sturen mij cadeautjes zoals kalenders en vliegtuigmodellen. Ik heb ook een 'royal-wing' kaart van ze gekregen, waarmee op alle vliegvelden ter wereld de deuren van de 'lounges' voor mij open gaan. Of ik nu in Stockholm moet wachten of in Kaapstad, de KLM zorgt ervoor dat het mij zo aangenaam mogelijk wordt gemaakt.
De Nederlandse Spoorwegen hebben nog nooit van mij gehoord. Als ik 's morgens vroeg in Enschede in de trein wil stappen om in Utrecht of Den Haag een vergadering bij te wonen, of om naar Parijs door te reizen, wordt mij door middel van een onpersoonlijk mededelingenbord gemeld dat de trein eerst gereinigd moet worden. Niet instappen, staat er in norse letters. Als het regent heeft de NS geen clementie. Niet instappen! Blijft u maar buiten staan. Er is geen wachtruimte. Alleen de NS-beambten mogen binnen zitten, in een speciaal voor hen gereserveerd kantoortje waar het naar koffie ruikt.
In de trein is het al niet veel beter. Zeker in het spitsuur is het dringen geblazen. Er is nauwelijks ruimte om te werken. En je weet maar nooit of het koffiekarretje wel aan boord is. Maar het ergste is de onpersoonlijke behandeling. Laatst kwam ik terug van een buitenlandse reis en kon ik op Schiphol nog net de trein richting Enschede halen. Maar tijd om een kaartje te kopen had ik niet. Van de vele beschikbare loketten op Schiphol waren er twee open en voor beide stonden lange rijen van met koffers zeulende Japanners. Tegen de conducteur zei ik dat ik zonder kaartje zou instappen omdat ik liever niet een half uur wilde wachten. 'Kom zo bij u', was het antwoord. Toen hij kwam kreeg ik een bekeuring. Mij werd een bruinig stuk papier overhandigd waarop te lezen stond dat ik werd aangetroffen in de trein zonder geldig vervoerbewijs en dat ik het 'treintarief' diende te betalen. Voor de Nederlandse Spoorwegen ben ik een nul: hoe vaak ik ook van hun diensten gebruik maak, zij doen geen enkele moeite om mij behulpzaam te zijn. Soms ben ik voor de NS kennelijk zelfs een soort wetsovertreder.
Ik hoop dat de KLM de NS spoedig overneemt.....
prof.dr. F. van Vught, hoogleraar Bestuurskunde en directeur van het Centrum voor Studies van hoger Onderwijsbeleid (CSHOB)