Raamcontract Philips Research / TU's garandeert vruchtbare 'interpenetratie'

| Redactie

Philips Research en de drie technische universiteiten sloten onlangs een raamovereenkomst af voor het onderzoek dat Philips bij de TU's uitbesteedt. Het standaardcontract wordt de leidraad bij het opstellen van toekomstige projectovereenkomsten. De raamovereenkomst regelt onder meer de norm-vergoeding voor aio-projecten, de openbaarmaking danwel geheimhouding van onderzoeksgegevens, de bescherming van intellectueel eigendom en de hoogte van extra vergoedingen bij octrooiaanvragen. Dr. J.P. Hurault, managing director Philips Research en hoofd van het Bureau Universiteitsbetrekkingen, blijkt content met de afspraken. 'Success breeds success.'

Philips gaat de TU's per aangestelde aio een normbedrag betalen van 90 duizend gulden per jaar, inclusief exploitatie- en begeleidingskosten (bij uitzondering, zoals wanneer voor het onderzoek zeer dure apparatuur nodig blijkt, is een extra vergoeding mogelijk). 'Die 90 duizend lijkt niet veel', geeft Hurault toe, 'maar het betreft ook onderzoekers in opleiding. Bovendien was het enkele jaren terug slechts 60 duizend gulden.'

De huidige afspraken zijn drie jaar geldig. Bij evaluatie van de samenwerking kunnen vervolgens de afgesproken bedragen worden herzien. 'Misschien willen de TU's dan een hoger normbedrag. Misschien ook willen de Philips-divisies dan juist een lager bedrag, bijvoorbeeld op grond van het feit dat ze geld uit eigen budget moeten reserveren voor aio-onderzoek aan een TU dat ze eventueel ook zelf kunnen doen. Ik verwacht, kortom, dat zich een natuurlijk evenwicht uitkristalliseert', aldus Hurault.

Geen rol

Hurault ontkent met klem dat Philips er op uit is om een deel van zijn R&D door goedkope TU-aio's te laten opknappen. 'Dat heeft helemaal geen rol gespeeld. Het zou absoluut dom zijn als een groot bedrijf als Philips zoveel tijd en management attention aan deze onderhandelingen zou hebben besteed vanuit een soort misplaatste bezuinigingsoverwegingen.'

Cheap labour is nooit het point, zeker niet van deze raamovereenkomst. 'Het gaat ons om een vruchtbare interpenetratie tussen partners, die de effectiviteit van het totaal groter maakt. Eén plus één is groter dan twee.' Dat neemt niet weg dat de kosten billijk moeten zijn. 'Als aio-kosten onacceptabel worden, houden we met de samenwerking op.' Philips besteedt dit jaar 14 miljoen gulden aan 150 samenwerkingsprojecten met universiteiten.

Veel aandacht besteedt de raamovereenkomst aan intellectuele eigendomsrechten op de resultaten van onderzoeksprojecten. De rechten berusten bij de universiteit. Als deze octrooi aanvraagt, krijgt Philips vrije licentie. Als Philips de rechten voor een eigen octrooi exclusief wil afkopen betaalt het bedrijf 10 duizend gulden ineens, en eventueel na vijf en tien jaar nog eens dat bedrag, mits het octrooi dan nog steeds van kracht is. Extra vergoeding komt er als een project uitmondt in commercieel succes.

Nuttig

Hurault: 'De discussie over intellectueel eigendom is voor Philips zelf zeer nuttig geweest. Zij dwong ons om onze gedachten over de randvoorwaarden voor onderzoekssamenwerking en octrooibeleid te verfijnen. Zo bleek dat we de waarde van een octrooi hoger moeten inschatten naarmate we het langer in portefeuille kunnen houden. Dat idee hadden we hier drie jaar geleden lang niet zo duidelijk in ons hoofd', aldus Hurault.

Over de raamovereenkomst is ruim twee jaar onderhandeld. Waarom heeft het zo lang geduurd?

Hurault: 'We waren het in het begin eigenlijk al in grote lijnen eens over datgene wat we wilden bereiken. Wat zoveel tijd kostte was de noodzaak om alles in juridische vormen te gieten. Je wilt de handel liefst in één A-4 vastleggen, maar dat blijft een droom. Het is moeilijk om algemeen beleid te vertalen in contractuele terminologie.'

De 'misverstanden' ontstonden volgens Hurault door 'taalproblemen'. 'Zolang je met elkaar over inhoudelijke zaken praat is er geen probleem, want je hebt allemaal dezelfde technisch-wetenschappelijke achtergrond (Hurault is natuurkundige, red.). Maar zo gauw we moesten discussiëren over juridische terminologie ontstonden er vraagtekens en onduidelijkheden.'

Vanwege de contractuele impasse hangende de onderhandelingen zijn een aantal aio-projecten opgehouden en zelfs compleet afgeblazen, erkent Hurault. 'Inderdaad is de start van een aantal projecten vertraagd. In enkele gevallen is de urgentie van een project daardoor vervallen. Maar de hoofdzaak is dat beide partijen het nu eens zijn geworden. Want de raamovereenkomst moet zulke vertragingen in de toekomst voorkomen.'

Prioriteit

Philips hoopt volgens Hurault dat naast de drie TU's ook andere universiteiten waarmee het bedrijf samenwerkt, zich met de raamovereenkomst kunnen verenigen. Maar dat de overeenkomst in eerste instantie werd uitgedokterd met de TU's sprak vanzelf. 'De onderhandelingen met de TU's hadden voor ons prioriteit. Met hen sluiten we de meeste contracten af. En juist op het TU-front waren de problemen over geld en octrooien het meest acuut.'

De overeenkomst die de TU's afsloten met Philips Research (NatLab), geldt volgens Hurault in principe ook voor andere concernonderdelen. 'Wij hebben veel tijd en energie aan deze overeenkomst besteed. We hopen dat ook de collega's van de produktdivisies ervan zullen profiteren. Maar die zijn zelfstandig. Ze kunnen en mogen ervan afwijken', aldus Hurault.

Behalve met de TU's heeft Philips recent met STW en FOM standaardafspraken over onderzoekssamenwerking gemaakt. De lijn is dat een opeenvolging van talloze losse contracten plaatsmaakt voor meer gestructureerde samenwerking. Dit past bij de reorganisatie van de corporate research, waarbij steeds meer (vooral fundamenteel) onderzoek geheel of gedeeltelijk wordt uitbesteed aan universiteiten en onderzoeksinstellingen. De eigen mensen en middelen worden meer ingezet voor toepassingsgerichte research.

'Onze doelstelling is optimalisering van onze research-inspanning, en dat kan door een deel ervan samen met anderen te doen', zegt Hurault. 'Maar het is beslist niet de bedoeling om een integraal deel van onze research naar de universiteiten af te stoten. Dan zou de hoogwaardige kennis in eigen huis snel verpieteren. Onze filosofie is dat we kennis, competentie en absorptie-power in eigen kring op peil moeten houden juist ook om vruchtbaar met universitaire partners te kunnen blijven samenwerken.'

Vruchtbaar

/Volgens Hurault is de uitdrukking 'uitbesteden van onderzoek' in dit verband niet zo geslaagd. 'Ik spreek liever van partnerships, een wederzijds gedragen samenwerking dus waarin zowel Philips als de universiteiten iets van hun missies en strategische doelstellingen terugvinden. Zo'n interpenetratie kan extreem vruchtbaar zijn', aldus Hurault.

Zo'n partnership is een 'win-win situatie'. Philips krijgt de beschikking over leuke onderzoeksresultaten; de TU's verdienen geld en doen in contact met Philips-specialisten kennis op over specifieke onderwerpen en over actuele behoeften van de industrie. Dat versterkt hun maatschappelijke rol, en draagt op termijn bij aan onderwijsvernieuwing en aan de concurrentiepositie van de Nederlandse 'kennisinfrastructuur'. Op den duur krijg je eenzelfversterkend proces, zegt Hurault. 'Success breeds success.'

Risicovol

Talloze onderzoeksthema's komen voor projecten in aanmerking, hoewel de nadruk ligt op 'exploratieve' of risicovolle disciplines, zoals in het verleden VLSI-design. Het idee voor een nieuw project kan van beide kanten komen. Soms speelt een TU-afgestudeerde op een Philipsafdeling of een van de veertig Philips-deeltijdhoogleraren aan de TU's de rol van intermediair. Steeds vaker zal ook Philips Research zo'n rol hebben, zegt Hurault. 'Produktdivisies willen Philips Research graag in de partnership betrokken zien. Want wij kennen de universitaire omgeving en de mensen.'

Een partnership tussen bedrijf en universiteit moet volgens Hurault gebaseerd zijn op 'mutual esteem'. 'Wederzijds respect is absoluut noodzakelijk. Een partnership redt het niet als de industrie alleen oninteressant, tweederangs onderzoek uitbesteedt, of de universiteit alleen makkelijk wat geld wil verdienen. De liefde moet van twee kanten komen.'

Gunstig

Het gesternte voor zulke samenwerking is erg gunstig, meent Hurault, die eind jaren zestig in Frankrijk natuurkunde studeerde en zich nog levendig het zeer negatieve beeld herinnert dat destijds bestond van wetenschappers die werkten in de industriële R&D. 'We vonden dat maar platte materialisten. Er was weinig waardering voor hun werk. Omgekeerd evenmin.'

Sindsdien is gelukkig grote vooruitgang geboekt. 'Universiteiten hebben tegenwoordig niet meer meteen het gevoel dat ze zich prostitueren wanneer ze samenwerken met de industrie. En omgekeerd heeft de industrie de nieuwe, maatschappelijke missie van de universiteiten herkend.'

Proximiteit

Er wordt wel beweerd dat multinationals een deel van hun R&D uit Nederland terugtrekken. Bestaat zo'n verschuiving ook bij de uitbesteding van onderzoek?

Hurault: 'Nee. Hoewel Philips intensief met buitenlandse technische universiteiten samenwerkt, zijn de contacten met de drie TU's ook internationaal nog steeds de belangrijkste.' En dat blijft ook zo, bezweert hij. 'Onze ervaring met universiteiten heeft geleerd: the closer the better. Proximiteit is bij samenwerking een zeer belangrijke factor.'

Het enthousiasme van Philips wordt wellicht mede bevorderd door de geldelijke premie die het kabinet verbindt aan samenwerking met universiteiten in de vorm van het clusterbeleid van EZ. Sinds twee jaar trekt dat ministerie namelijk 10 miljoen gulden per jaar uit voor een aantal (in 'clusters' gebundelde) onderzoeksprojecten die Philips uitvoert samen met de 'kennisinfrastructuur'. Hurault: 'Dat clusterbeleid heeft het deel van ons onderzoek dat we samen met universiteiten doen significant verhoogd.'

Binnen de clusters zijn ruim zestig projecten van Philips Research opgenomen. 'We moeten afwachten of het clusterbeleid succesvol is. Maar success breeds success', herhaalt Hurault, die echter niet in algemene zin wil ingaan op het technologiebeleid van minister Wijers (convenanten, topinstituten). Hurault wil alleen kwijt dat er wel erg veel plannen en commissies zijn. 'Misschien kristalliseert zich op termijn toch iets uit.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.