Leen was echt de eerste

| Redactie

In het UT-Nieuws van 28 september meldt Monica van der Garde naar aanleiding van de verjaardag van het WSG 'Isaac Newton' onder andere, dat de eerste Newton-voorzitter LEEN NOORDZIJ 'tevens een van [de] eerste, zo niet de eerste, afstudeerders van de faculteit' was. Hiermee wordt ons aller Leen hevig tekort gedaan, want hij was en is nog steeds de allereerste afstudeerder van eigen bodem van de ge

In het UT-Nieuws van 28 september meldt Monica van der Garde naar aanleiding van de verjaardag van het WSG 'Isaac Newton' onder andere, dat de eerste Newton-voorzitter LEEN NOORDZIJ 'tevens een van [de] eerste, zo niet de eerste, afstudeerders van de faculteit' was. Hiermee wordt ons aller Leen hevig tekort gedaan, want hij was en is nog steeds de allereerste afstudeerder van eigen bodem van de gehele Technische Hogeschool Twente (later ook wel Universiteit Twente genoemd). Aan dat afstuderen zit een aardige - maar voor sommige mensen pijnlijke - anecdote vast, die na zo'n 25 jaar wel eens aan de vergetelheid ontrukt mag worden.

Wat was namelijk het geval? Het afleveren van de eerste ingenieur aan onze eigen instelling moest en zou een evenement van je welste worden, waar al een jaar voor de ingeschatte datum reikhalzend naar werd uitgekeken. Aardig stukje PR, Tukkerse trots en dergelijke nietwaar? Maar wie zou de eer te beurt vallen? Met scheve ogen keken bestuurders en studenten van WB, EL en CT elkaar aan. Elke faculteit (toen nog heel bescheiden 'afdeling' geheten) wilde de eerste zijn en dat is ook begrijpelijk. Naarmate de ingeschatte einddatum van nominaal studerenden van de generatie 1964 naderde, borrelde steeds sterker een ongeschreven regel op dat de eer te beurt zou vallen aan een afstudeerder van de toenmalige rector magnificus Vlugter van CT. Want het zou toch zo aardig zijn, vonden zo ongeveer alle notabelen van de THT, dat de rector een van zijn eigen pupillen kon toespreken en in de bloemetjes kon zetten.

Nu was het zo, dat je je in die dagen vier keer per jaar gedurende ongeveer veertien dagen (precies weet ik het niet meer) kon aanmelden voor het doctoraal examen annex bul-uitreiking. Was je niet op tijd klaar of liet je die datum verstrijken, dan was je pas een kwartaal later aan de beurt. De periode waarin de eerste nominaal studerende zich zou aanmelden was niet zo moeilijk uit te rekenen. Niets leek de gewenste gang van zaken in de weg te staan ....

Maar men had buiten de waard gerekend, want één periode (dus ongeveer één kwartaal) eerder meldde zich vlak voor klokslag vijf uur op de laatste aanmeldingsdag een sneller dan nominaal studerende jongeman van WB en die heette Leen Noordzij. Algehele paniek bij Bureau Studenten Administratie voor wie dit ook geheel nieuw was. De aanvraag voldeed aan de criteria, het was te laat om nog aan CT door te geven dat het onheil was geschied, er hielp geen moedertje-lief aan: de THT kon op grond van haar eigen regels niemand meer laten voorgaan en Leen was spekkoper. Wekenlang klonk het tandengeknars all-over the campus; wij WB'ers daarentegen lagen wekenlang krom van het lachen. Binnen WB moest er wel snel nog wat geregeld worden.

Hoe het met het afstudeercolloquium gegaan is, is mij ontschoten, maar ik weet nog heel goed dat Loes Walvoort, de toenmalige secretaresse van Noordzij's afstudeerhoogleraar Van Wijngaarden, wekenlang tot in de kleine uurtjes de scriptie van Noordzij op van dat nu zo ouderwetse blauwe doorschijnende calque-papier (met krabbertje) in het net heeft zitten typen. Want dat ding moest natuurlijk op tijd klaar zijn, andershadden de tegenstanders wellicht aanleiding gezien de aanmelding voor het examen ongeldig te laten verklaren. En reken er op dat ze hem onderuit gehaald hadden, de vijand loerde overal ...

De diploma-uitreiking had iets van een klucht. Uitgerekend rector Vlugter moest de bul aan de jonge ingenieur Leen Noordzij uitreiken, en de druiven bleken uitermate zuur. In plaats van ruiterlijk toe te geven dat onze Leen de eerste was, kwam er opeens een heel verhaal dat er al meer ingenieurs door de THT waren afgeleverd. Formeel klopte dat, want er waren sinds 1964 een aantal vergevorderde Delftse studenten met hun Delftse afstudeerhoogleraar Van Hasselt naar Twente meegegaan om niet in Delft van begeleider te hoeven veranderen. Maar hoe flauw was dit alles: de jonge THT op z'n smalst ... Ik hoor in mijn gedachten Leen op z'n koddig stotterende manier nog licht verontwaardigd "ggg.v.d." mompelen, want ondanks zijn gereformeerde komaf kon hij een aardig mondje vvvloeken. Toen de vrouw van Leen na afloop door de rector werd gefeliciteerd, merkte zij dan ook zééér terecht op: 'Maar voor mij is hij de eerste!' En daar zal ze op dat moment heus niet mee bedoeld hebben dat Leen de eerste man in haar leven was, dat moge duidelijk zijn ... Dus beste Monica en alle andere UT-onderhorigen: Leen Noordzij was, is en blijft de allereerste afgestudeerde THT'er van eigen bodem, laten wij en jullie dat nooit vergeten!

Ab Gellekink, oud WB-er


Leen Noordzij was de eerste ingenieur van Twentse makelij. Op deze archiefplaat oreert hij nadat hij de Stork THT- prijs in ontvangst heeft genomen (1968).

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.