Europese landen die zelf geen driejarige universitaire opleidingen hebben, zullen de nieuwe bachelors-titel niet erkennen. Voor landen die het angelsaksische systeem hanteren, maakt de nieuwe titulatuur juist beter duidelijk wat de waarde is van Nederlandse opleidingen.
Dit blijkt uit een enquête van Nuffic, de Nederlandse organisatie voor samenwerking in het hoger onderwijs. Nuffic vroeg buitenlandse organisaties die zich bezighouden met internationale erkenning in het hoger onderwijs naar hun mening over de nieuwe Nederlandse titels die minister Ritzen en staatssecretaris Nuis willen invoeren.
Engeland, Ierland, Malta en Denemarken werken al met een systeem van bachelors en masters, het angelsaksische systeem. Frankrijk geeft na drie jaar het diploma maîtrise af. In de zes overige landen wordt pas na vier of vijf jaar een diploma uitgereikt. Nuffic verwacht dat deze landen de bachelors-titel niet zullen erkennen.
Welke gevolgen dit precies heeft, is onduidelijk. Mogelijk loopt het zogenaamde equivalentieverdrag met Duitsland hierdoor gevaar. Hierin wordt de wederzijdse erkenning van het hoger onderwijs geregeld. Minister Ritzen wil dat Nederland en zijn buurlanden elkaars diploma's uitwisselbaar maken en dat hun studenten veel meer over de grens gaan studeren. De definitieve invulling van de driejarige programma's zal bepalen of daarmee problemen ontstaan, aldus Nuffic.
Uit de enquête blijkt dat de universitaire mastersgraad niet hoger zal worden gewaardeerd dan het huidige doctoraaldiploma. In Engeland betekent dat een zelfs onderwaardering van het doctoraalniveau. Driejarige hbo-opleidingen zullen met name in Duitsland worden bekritiseerd. Daar duurt het hbo altijd vier jaar. Ritzen en Nuis willen dat mbo-ers en vwo-ers in drie jaar hun hbo- diploma behalen. Zweden en Frankrijk zullen de driejarige opleiding lager waarderen. Op welke ontvangst de hbo-masters kunnen rekenen is onduildeijk, aldus Nuffic.