Het hoogleraarschap als ambacht

| Redactie

'Ik ken veel onderzoekers van mijn leeftijd waar ik jaloers op ben. Bill Sanders van de University of Illinois bijvoorbeeld. Dat is een van de topuniversiteiten op het gebied van informatica. Hij heeft dáár een hoogleraarschap gekregen.' Oud-UT-student dr.ir. Boudewijn Haverkort, pas dertig, wordt binnenkort hoogleraar aan de prestigieuze technische universiteit van Aken, maar blijft bescheiden. 'Jong? Ik heb gewoon het traject afgelegd.'

De ambitie van het hoogleraarschap was er al enkele jaren. Hij heeft het erover gehad met zijn baas, inspirator en voorbeeld, informatica-hoogleraar dr.ir. I.G. Niemegeers. Is dit een zinvol streven? Heb ik kans van slagen? Ja, vond zijn mentor. 'Boudewijn is een talentvol iemand, ik wist dat hij op termijn die kans zou krijgen. Het is iemand die gemakkelijk kennis uit bepaalde gebieden kan omzetten naar andere terreinen, bruggen kan slaan. Zoals met het toepassen van matrix-geometrische methoden. Die zitten verborgen in wiskundige literatuur en zijn ontoegankelijk voor technici. Hij weet ze operationeel te maken,' zegt Niemegeers.

Produkt

Haverkort heeft zich, in navolging van Niemegeers, vooral beziggehouden met prestatie-analyse, het vooraf bekijken of een ontworpen systeem aan de criteria voor snelheid en betrouwbaarheid voldoet en zoniet, waarom. Zijn lijst met publikaties is indrukwekkend. De jonge professor-in-spé mag gerust een succesvol produkt én onderdeel van de Twentse Informaticagroep worden genoemd, want hij studeerde en promoveerde in Enschede. Toen hij begon in 1982 stond de faculteit nog in de kinderschoenen, de eerste lichting was een jaar bezig.

'Mijn interesse voor Informatica is gewekt op de middelbare school. Toen had je nog wiskunde II en een keuzeonderwerp daarvan was 'de computer'. Informatica leek iets met toekomst. Ik heb nog wel erg getwijfeld tussen dat of Toegepaste Wiskunde. Maar ik kwam er al gauw achter dat Informatica ook veel wiskunde bevat. Dat beviel me wel. Andere mensen valt dat juist tegen. Die willen direct met de computer aan de gang. Ik heb pas sinds een jaar of drie een computer thuis. Omdat ik er via het werk een kon krijgen.'

Na vier jaar studeerde Haverkort cum laude af bij Niemegeers. 'Het curriculum was vier jaar en zonder negatief te zijn over de medewerkers ofzo, het was nog in de opbouwfase. Later werden vakken uitgediept of kwamen er practica bij. Wij studeerden af met een man of vijftien', relativeert hij opnieuw.

Onderzoek

'Tijdens mijn doctoraalopdracht was ik in aanraking gekomen met onderzoek. Dat klimaat beviel me goed, lichtjes nieuw terrein betreden. Ik had natuurlijk voor het bedrijfsleven kunnen kiezen, maar dat sprak me op dat moment niet aan. Ik wilde nog veel meer over informatica te weten komen, ik had het idee dat ik net was begonnen. Toen ben ik naar Niemegeers gestapt en die bood mij een baan aan.' Na drie jaar en vier maanden als aio te hebben gewerkt werd hij gevraagd universitair docent te worden. 'Ik heb lang over dat aanbod gedacht, of ik niet naar een andere universiteit of naar een groot onderzoekslaboratorium in het buitenland zou gaan. Maar ik had de indruk dat ik me hier goed zou kunnen ontwikkelen en heb gekozen voor de zekerheid van het bekende.'

'Onderzoek heeft mijn interesse, maar onderwijs ook. Het overbrengen van het spannende van je vak aan studenten. Ik kom regelmatig bij KPN Research waar een aantal ex-studenten van mij werkt. Die gebruiken daar dingen die ze hier hebben geleerd, dat vind ik mooi om te zien.' Ook bij zijn keuze voor het hoogleraarschap speelt het onderwijs een belangrijke rol. Dat ze in Duitsland wat dat betreft het nodige van hun professoren verwachten, blijkt wel uit het feit dat bij sollicitaties niet alleen een voordracht over onderzoek, maar ook een college moet worden geven.

Nieuwe leerstoel

Toch is zijn eerste reactie op de vraag waarom hij naar het hoogleraarschap in Aken solliciteerde: 'De interesse om een eigen onderzoeksgroep op te zetten en een nieuwe uitdaging aan te gaan. Ik ben hier nu vijf jaar universitair docent, het is mooi geweest.' De vage contouren van zijn onderzoekprogramma zitten al in zijn hoofd, maar hij moet ze nog concretiseren. Het werkterrein in Aken is onontgonnen en bestrijkt 'gedistribueerde systemen', een nieuwe leerstoel. Een belangrijk onderdeel van zijn werk zal bestaan uit het binnenhalen van contractonderzoek. 'Uit de eerste geldstroom krijgt Aken 460 miljoen DM, daar bovenop komt dan nog zo'n 230 miljoen van de derde geldstroom', illustreert hij. 'Duitsland heeft een sterke industriële infrastructuur, het is een land waar dingen worden gemaakt, Nederland verhandelt ze. Ik moet dus een sterke band met die industrie zien te krijgen.'

Dat het grote aandeel contractonderzoek ten koste gaat van - academisch - fundamenteel onderzoek, bestrijdt hij. 'Ik ken de wetenschappelijke output van Duitse universiteiten en daar is echt sprake van fundamenteel onderzoek.' Het ontwikkelen van nieuwe wiskundige modellen voor prestatie-analyse is bijvoorbeeld voor de meeste bedrijven niet weggelegd. Toch is dit voor hen, als gebruikers van die modellen, van groot belang, verzekert hij.

Vervelend

Haverkort is aangenomen, zo wil hij wel toegeven, op grond van zijn prestaties op het gebied van onderzoek. De UT en de faculteit Informatica hebben ook een goede naam, onderstreept hij. Zijn jeugdige leeftijd is voor de universiteit geen handicap gebleken. Dat hem die eerder wel parten heeft gespeeld blijkt als hij met enige felheid zegt: 'Natuurlijk heb je bepaalde verwachtingen over mensen. Ik moet eerlijk toegeven dat als ik te maken heb met iemand in een zwaar technische functie, ik verrast ben als het een vrouw is. Maar dan denk je, ja natuurlijk, dat kan. Het is heel vervelend als mensen op grond van je leeftijd ervan uitgaan dat je ergens niet geschikt voor bent.'

Op de suggestie dat het hoogleraarschap toch meer iets is voor eerbiedwaardige grijze heren geleerden reageert hij gedecideerd: 'Je moet die functie niet romantiseren, het hoogleraarschap is een ambacht, je moet gewoon op een gedegen manier je vak uitoefenen. Het is niet iets speciaals.'

Over het vervolg van zijn carrièrepad heeft Haverkort nog geen ideeën, zegt hij. 'Ik wil in Aken op een manier gaan werken die stevig genoeg is om er heel lang te blijven. Maar ik ben te jong om te zeggen: ik blijf er altijd.'

Niemegeers vindt het uiteraard jammer dat Haverkort de vakgroep verlaat. Maar hij ziet ook voordelen. Als het aan hem ligt leidt de aanwezigheid van zijn pupil in Aken tot een nauwere samenwerking tussen de UT en die universiteit.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.