Onderzoekscholen worden zelfstandiger. Zij kunnen straks naast de faculteiten bestaan met een eigen verantwoordelijkheid voor beheer en bestuur. Ritzen vindt het voor de hand liggen dat zij dan ook eigen medezeggenschapsraden krijgen. Ook in dit geval moeten de colleges van bestuur iedere vijf jaar bekijken of verandering van de situatie wenselijk is. De studenten krijgen, in ruil voor het verlies aan invloed, meer mogelijkheden om te klagen over de kwaliteit van het onderwijs. De opleidingsdirecteur of het opleidingsbestuur kunnen zij er via de opleidingscommissie direct op aanspreken. Daarnaast krijgen zij het recht om collectief te klagen bij de decaan van de faculteit als de kwaliteit van hun opleiding onder de maat is. Nu kan dat alleen op individuele basis.
De studentenorganisaties LSVb en ISO reageren verbolgen over 'de afbraak van 25 jaar universitaire democratie.' Zij beschouwen de verbeterde mogelijkheden om hun instelling aan te spreken op de kwaliteit van het onderwijs als een zoethoudertje. Ritzen zou het `studeerbaarheidsakkoord', dat hij eind juni met hen sloot, misbruiken. De bewindsman zelf liet afgelopen week weten dat de nieuwe situatie vooral een kwestie van wennen is. Universitaire bestuurders hebben positief gereageerd. Verschillende voorzitters van colleges van bestuur prijzen de 'toegenomen zakelijkheid'. Ook verwelkomen zij 'dat nu duidelijker wordt wie waarvoor verantwoordelijk is.' Volgens voorzitter J.K. Gevers van de Universiteit van Amsterdam hoeven studenten zich weinig zorgen te maken over hun invloed. 'Ze moeten kijken naar wat ze feitelijk te zeggen krijgen.' Plaatselijk kan dat enorm meevallen, denkt Gevers. De Utrechtse voorzitter Veldhuis is wel zeer kritisch over de aparte positie van onderzoekinstituten. 'Zo wordt het onderzoek uit het reguliere onderwijs gedreven. Die combinatie moet juist koste wat kost worden gehandhaafd.'