Hoeveel geld krijgen de universiteiten en hogescholen in de toekomst? Het HOOP koppelt aantallen studenten, diploma's en overheidssubsidie aan elkaar. Een overzicht van de cijfers. Het is de bedoeling dat de universiteiten en hogescholen vanaf 1 januari 1997 voor tien jaar zekerheid krijgen over de subsidie van de overheid. Minister Ritzen wil daar met elke universiteit apart, en met het hbo als geheel, afspraken over maken. Hun budget staat dan voor tien jaar vast, mits zich geen 'majeure wijzigingen' in de omstandigheden voordoen. Volgens een woordvoerder zullen de afspraken regelmatig worden getoetst. De hoogte van de overheidssubsidie wordt gekoppeld aan het aantal diploma's dat een instelling denkt te gaan afgeven.
Op extra geld hoeft niemand te rekenen. Wie het niet redt met het afgesproken budget, moet op de blaren zitten. Als een universiteit bijvoorbeeld te veel studenten te lang laat studeren, of te laat wegstuurt met een bindend advies, krijgt zij daarvoor geen subsidie meer. Ook komt er geen geld bij als er personeel moet worden ontslagen. Daarmee timmert minister Ritzen de discussie over wachtgelden in één keer dicht. Het aantal studenten aan de universiteiten moet volgens het HOOP omlaag van 178.000 nu naar 143.000 in 2005. Enerzijds gebeurt dit vanzelf als gevolg van een daling van het aantal geboorten twintig jaar geleden.
Anderzijds lopen er op de universiteiten volgens Ritzen en Nuis te veel studenten rond die daar niet thuishoren. Omdat vooral universitaire studenten bovendien sneller kunnen studeren, is een bezuiniging van tweehonderd miljoen gulden vanaf 2004 op de universiteiten gerechtvaardigd, schrijven Ritzen en Nuis. Hiertoe werd eind januari al besloten. Een gevolg van het sneller studeren is ook dat de universiteiten 110 miljoen gulden aan collegegelden mislopen: 40.000 x 2750 gulden.
De hogescholen hoeven niet in te leveren. De reden daarvoor is dat het aantal studenten daar volgens Ritzen en Nuis in de toekomst minimaal gelijk blijft en de verblijfsduur niet overdreven lang is. Waarschijnlijk stijgt het aantal studenten zelfs omdat zich veel meer weggestuurde of afgehaakte universitaire studenten zullen melden. Toch krijgen de hogescholen daarvoor geen extra geld. De driejarige opleidingen (voor de afvallers, vwo-ers en mbo-ers) betekenen immers weer een besparing. Uiteindelijk zullen er in 2005 20.000 studenten afstuderen in het wetenschappelijk onderwijs, verwachten Ritzen en Nuis. Dat is 4000 minder dan nu. Debet aan deze daling is ook dat veel minder hbo-ers zullen overstappen naar de universiteit. `Doorstromen' na de hbo-propaedeuse mag niet meer, en daarna zullen studenten al snel in de knel komen met de studiefinanciering. In het hbo wordt verwacht dat het aantal diploma's zal stijgen van 45.000 naar 48.000. Dit is een saldo: het aantal studenten neemt toe, maar een snellere studietijd voor driejarige opleidingen leidt weer tot een reductie.