Twee jaar geleden werd besloten het bestaande opleidingenpakket in Leeuwarden uit te breiden met TBK en BIT om de instroom te verhogen. De betrokken faculteiten waren toen al niet onverdeeld enthousiast over een dependance in Friesland en lijken hun gelijk te krijgen. Bedrijfskunde trok beide jaren vijf studenten, BIT vorig jaar zeven en dit jaar slechts één. Ook voor Toegepaste Wiskunde had zich maar één eerstejaars aangemeld. Deze is na overleg met de universiteit toch in Twente begonnen.
Ir. P. Melis, onderwijsdecaan van TBK, noemt de aanmeldingscijfers 'erg teleurstellend' en is derhalve ontevreden. 'Ik neem aan dat wij niet de enigen zijn. Wij zullen ons in de loop van dit jaar bezinnen op het vervolg van dit experiment.' Bij aanvang twee jaar geleden heeft de faculteit gesteld jaarlijks tenminste twaalf studenten te willen trekken.
De enige eerstejaars van BIT krijgt voorlopig nog geen privé-les, vertelt onderwijscoördinator S. van der Honing. 'In het eerste trimester worden alleen vakken bij Informatica en Technische Bedrijfskunde gevolgd. Maar in het tweede trimester moeten we kijken hoe we dat gaan aanpakken. Misschien dat de student dan toch naar Twente kan komen. Het wordt een beetje een kostbare affaire anders.'
Van der Honing: 'Het is op zichzelf plezierig dat studenten in Leeuwarden kunnen beginnen, maar het resultaat valt een beetje tegen. Bij dit soort rampzalige aanmeldingscijfers begin je toch te twijfelen aan de levensvatbaarheid van de opleiding.' Er zijn bij BIT twee jaar geleden geen afspraken gemaakt over het aantal studenten dat de opleiding wilde trekken. 'Ik denk ook niet dat het op onze weg ligt om een beslissing te nemen over al dan niet doorgaan. Het is eerder een kwestie van de hele UT: kunnen wij ons dit veroorloven, is dit nog rendabel. Ik denk dat het College van Bestuur daarover moet nadenken, ja.'
Niet tevreden
In de in juni verschenen onderwijs(zelf)evaluatie van Werktuigbouwkunde, de populairste richting in Leeuwarden, staat dat die faculteit 'niet tevreden' is over de Friesland-vestiging. Doorgaans fluctueert de instroom rond de vijftien studenten, aldus het rapport (dit jaar zijn er negen studenten begonnen, red.) De opstellers schrijven: 'De resultaten van deze groep studenten blijven achter bij de resultaten van de UT-studenten in Twente. Met de invoering van het projectonderwijs verwachten we dat de studenten uit Friesland die in het tweede studiejaar instromen met extra aanpassingsproblemen te kampen krijgen, omdat de vestiging in Leeuwarden niet overgaat naar een vorm van projectonderwijs.'
Directeur dr.ir. C.A. Timmermans van de vestiging Friesland reageert verbaasd op deze passage. Volgens hem wordt op verzoek van de faculteit pas volgend jaar met projectonderwijs gestart omdat die eerst de ervaringen in Enschede af wilde wachten. Onderzoekdecaan ir. P.H. Vroegop van Werktuigbouwkunde is echter van mening dat de Friese vestiging al wel is gevraagd over te gaan op projectonderwijs. De organisatorische consequenties daarvan zijn overigens nogal fors, omdat momenteel veel wordt samengedaan met de Hogeschool.
'Wij zijn denk ik de eersten geweest die tegen het College van Bestuur hebben gezegd: eigenlijk vinden wij dat de kosten en baten van Frieslandniet tegen elkaar opwegen,' vertelt Vroegop openhartig. 'Vervolgens hebben wij een gesprek gehad met het College op grond waarvan wij op rationale overwegingen hebben toegezegd ons loyaal op te zullen stellen ten aanzien van het beleid.' Welke die overwegingen zijn vertelt hij niet, alleen dat het daarbij gaat om méér dan het werven van studenten.
Zoals het binnenhalen van subsidies bijvoorbeeld, legt rector-magnificus prof.dr. Th.J.A. Popma uit. Dit voorjaar is met steun van de provincie Friesland, de gemeente Leeuwarden en de Kamer van Koophandel het Technologisch Onderzoekscentrum Noord-Nederland (TONN) van start gegaan. Hierin participeren namens de UT het Mechatronica Research Centrum Twente en het Centrum voor Schone Technologie en Milieubeleid. Subsidies van de Europese Commissie en van het ministerie van Economische Zaken zouden ook al binnen zijn. Daarnaast is in september voor de tweede keer de door het Europees Sociaal Fonds gefinancierde Master-opleiding tot milieuadviseur gestart. Voor het opzetten van een Engels-Spaanstalige variant van deze cursus voor universiteiten in Latijns-Amerika is een subsidie van twee ton binnengehaald.
Proeftuin
Popma ziet in de Vestiging Friesland bovendien een ideale proeftuin voor onderwijsexperimenten. Zo filosofeert hij over een 'brede' propaedeuse of een propaedeuse die zich in de loop van het jaar 'versmalt' naar een specifieke studierichting. Hij haast zich echter te verzekeren dat dit zijn eigen, nog niet nader met de faculteiten besproken, ideeën zijn.
Dit jaar is de bekostiging van de Vestiging Friesland juist afhankelijk geworden van het aantal studenten dat op 1 december van het voorgaande studiejaar in Leeuwarden staat ingeschreven. De bekostiging voor 1996 is dus gebaseerd op de 65 studenten die op 1 december 1994 werden geteld. Blijft het aantal eerstejaars dit jaar op 38 steken, dan gaat de vestiging er in 1997 ruim anderhalve ton op achteruit.
In totaal ontvangt de Vestiging Friesland zo'n achthonderdduizend gulden uit de centrale middelen, waarvan ruim vier ton voor de vaste beheerslasten. Per student wordt een bedrag van gemiddeld ongeveer twaalfduizend gulden verdeeld tussen de betreffende faculteit en de vestiging, afhankelijk van de verhouding waarin beiden het onderwijs verzorgen.
Directeur Timmermans meent dat de UT financieel niet slecht af is met zijn vestiging omdat de universiteit van het ministerie een 'bilokatie-toeslag' krijgt. Drs. J.W. ten Klooster van Financieel-Economische Zaken (FEZ) nuanceert deze constatering. Aanvankelijk kreeg de universiteit inderdaad een premie van ongeveer vier ton voor Friesland, maar inmiddels is deze bijdrage 'ingedaald' in de algemene middelen. Dat deze toeslag automatisch wordt stopgezet als de vestiging haar poorten sluit is volgens hem allerminst zeker. Het zou een politieke beslissing worden.
Timmermans weigert zich overigens door het nieuwe dieptepunt uit het veld te laten slaan. 'Natuurlijk hadden we liever meer studenten gehad, maar het ziet ernaar uit dat dit een incident is.' Uit de voorlopige resultaten van een onderzoek naar de oorzaak van het geringe aantal aanmeldingen zou blijken dat dit jaar toevallig erg weinig Friese VWO'ers kozen voor een technische studie. Zij die dit wel deden zouden zich echter vrijwel zonder uitzondering hebben ingeschreven bij de vestiging in Leeuwarden. 'Er is geen reden om aan te nemen dat in de toekomst de belangstelling voor een technische studie ook zo laag zal zijn. Maar de aantallen zijn nu eenmaal zo klein dat de fluctuaties enorm doorwerken.'
Welke maatregelen zullen worden genomen om het studentenaantal weer op peil te krijgen, laat Timmermans afhangen van de inventarisatie naar de oorzaken van de problematiek.
Tussen de regels door lijkt hij vast een weg te willen banen voor uitbreiding met de richting Bestuurskunde: 'Maar liefst 25 studenten uit Frieslandkozen voor Bestuurskunde. Als daarvan 70 procent zou beginnen in Leeuwarden zijn dat er nog altijd twintig extra.'