Maar files vormen geen bedreigde diersoort. Wordt een knooppunt opgelost, dan rijden de auto's om het hardst om maar als eerste in de volgende file te belanden. Wat voor fantastisch comfortabel alternatief hen ook wordt geboden, pendelaars moeten en zullen in de file staan. En de ANWB of een andere zogenaamde belangengroepering mag dan wel roepen hoeveel miljoenen guldens onze dagelijkse files kosten, maar de theorie zegt ons dat die declaratie nooit compleet kan zijn. Tegenover al die nadelen moet een baat staan die de kosten ruimschoots overstijgt. De onoplosbaarheid van onze files schuilt 'm in de miskenning van hun enorme maatschappelijk belang.
Recent Gronings onderzoek ondersteunt deze gedachte. Voor de Nederlandse man, zo blijkt, zijn de autoritten tussen huis en werk de enige rustpunten in de dag. Alleen in de auto, dat is weg van de stress van de werkplek, bevrijd van de spanningen thuis. Niet denken aan de sores van de reorganisatie, geen discussie over de kleur van het behang. Dat is lekker in je eigen stoel, bellen met wie je maar wilt, zonder te worden getaped, en zonder dat een ongedurige puber de hoorn uit je handen kijkt. Dat is genieten van je eigen muziek in plaats van meebonken met de herrie van de kinderen. En als je dan geluk hebt, dan beland je in een file, dan duurt die heerlijkheid alleen maar langer.
In haar strijd tegen de file wil minister Jorritsma de vluchtstrook openstellen voor het spitsverkeer. Blijkt maar weer dat zij het ware probleem nog steeds niet onderkent. Een autoweg is in wezen al niets anders dan een lange rechte vluchtstrook. En daar wil niemand graag vanaf. Toe, laat die auto's lekker in de file staan. Dan reserveren we de vluchtstrook voor diegenen die er wel echt door moeten. Voor de brandweer, de ziekenwagen en de wegenwacht. En eventueel ook nog voor die enkele vrachtwagenchauffeur die zijn vrouw al te lang niet meer heeft gezien. Of is dat nu juist wat het voorstel van de bewindsvrouwe behelst?