Hoop op betere toekomst nu echt verdwenen

| Redactie

Als internationaal contactpersoon van het Helsinki Citizens' Assembly maakt André Lonnen de oorlog in Bosnië van dichtbij mee. Hij studeerde Bestuurskunde aan de UT en werkt en woont nu in Tuzla. Verslag over de granaataanval van 25 mei, vervlogen hoop en vluchtelingen.

'You can blow out a candle, but you can't blow out a fire'. Als mijn geheugen me niet in de steek laat, had dit citaat van Peter Gabriel betrekking op de strijd van de zwarte bevolking tegen de blanke overheersers in Zuid-Afrika. Ik denk echter dat het ook uitstekend van toepassing is op de situatie in Bosnië-Hercegovina.

Sinds 25 mei is de sfeer in Tuzla aanzienlijk veranderd. De datum geldt als de dag van de jeugd. Jongelui gaan de straat op, naar café's en terrassen. Zo ook in Tuzla. Van oudsher is Kapija, het oude centrum van de stad, de plaats waar het gebeurt.

Om vijf voor negen 's avonds valt er een granaat op het plein. Ruim 70 mensen worden gedood en er vallen meer dan honderd gewonden. De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers is 22 jaar, waarmee in één keer een belangrijk deel van de toekomst van de stad is weggevaagd. Onderzoek na de aanslag wijst uit dat de granaat afkomstig is van de stellingen van de Bosnische Serviërs ten westen van de stad.

Verdwenen

Was er voor het bloedbad op Kapija nog steeds een sfeer van hoop en geloof in een betere toekomst, na de granaataanval is die hoop grotendeels verdwenen. Met name onder jonge mensen heerst het gevoel van uitzichtloosheid. Vrijwel alle jongeren die ik spreek willen niets liever dan zo snel mogelijk naar het buitenland vertrekken.

Er is voor hen geen toekomst meer in deze stad. Mannen lopen het risico om opgeroepen te worden voor militaire dienst. De avondklok is verzet naar 9 uur 's avonds, en het is niet meer toegestaan is om in groepen buiten te zijn. Het sociale leven, dat zich in Bosnië met name buiten afspeelt, is zo goed als dood.

Op het moment van de inslag was ik in ons kantoor, dat op slechts twintig meter van Kapija ligt. Het bloedbad zal ik nooit meer vergeten. De schreeuwende, huilende, hysterische mensen op straat en in ons kantoor. De beelden van de doden, de gewonden, het met bebloede lakens bedekte plein. En later de lamgeslagen, huilende mensen op Kapija en bij de gezamenlijke begraafplaats van de slachtoffers. Na de aanslag op Kapija is mijn gevoel van onschendbaarheid verdwenen. Je realiseert je opeens dat je wel degelijk risico loopt, let veel beter op plaatsen waar je eventueel kunt schuilen.

* * *

De instroom van vluchtelingen heeft een minstens even grote invloed gehad op de sfeer in Tuzla als het bloedbad op Kapija. Na de val van Srebrenica is het merendeel van de vluchtelingen uit die stad in Tuzla opgevangen, in totaal meer dan 30.000. Veel vluchtelingen (een woord dat ik alleen gebruik omdat 'displaced persons' niet goed in het Nederlands vertaald kan worden) zijn ondergebracht in collectieve centra en privé-huizen, maar een grote groep bivakkeert nog steeds op het vliegveld. De situatie is allesbehalve ideaal: tenten voldoen nu nog wel, maar over twee maanden, als het weerslechter wordt, niet meer. Daarnaast ligt het vliegveld open voor granaataanvallen van Bosnische Serviërs.

Er zijn wel plannen om deze mensen te verplaatsen, maar de vluchtelingen willen niet meewerken. Er heeft zich een sterk groepsgevoel ontwikkeld onder de vluchtelingen op het vliegveld. Bovendien heeft de internationale hulp zich in de eerste weken voornamelijk op die groep gericht, zodat de omstandigheden er relatief gunstig zijn.

Tuzla herbergde al pakweg 60.000 vluchtelingen, en met de nieuwe groep is hun aantal ongeveer gelijk geworden aan het aantal originele inwoners. Hierdoor is de sfeer aanzienlijk veranderd. In Bosnië waren de meeste steden multi-, maar de meeste dorpen mono-etnisch. De vluchtelingen uit Srebrenica en andere dorpen zijn dan ook niet gewend aan de manier van leven die in Tuzla gewoon is. Dat heeft geleid tot diverse ernstige incidenten, waarbij vluchtelingen uit Srebrenica Serviërs in Tuzla en omgeving hebben lastiggevallen. Huizen werden doorzocht en ingenomen, mensen werden lastiggevallen en er zijn zelfs gevallen geweest van ernstige mishandeling en moord.

* * *

Intussen wordt de politieke situatie in Bosnië steeds moeilijker. De SDA, de heersende moslimpartij, versterkt op alle mogelijke manieren zijn invloed. Direct na de grote instroom van vluchtelingen begon SDA een promotie-campagne, waarbij de val van Srebrenica en de positie van de vluchtelingen werd gebruikt voor promotionele doeleinden. De SDA probeert op allerlei manieren om de tegenstanders de pas af te snijden, of hun werk onmogelijk te maken.

Desondanks denk ik dat uiteindelijk het multi-etnische Bosnië-Hercegovina zal overleven. Moslims in Tuzla zijn geen fundamentele moslims, maar Europeanen. Veertig procent van de huwelijken is gemengd. Veertig procent van de mensen noemt zichzelf geen Moslim, Kroaat of Serviër, maar Bosniër. Vrijwel iedereen die ik ken heeft vrienden in alle drie bevolkingsgroepen. De verschillen en conflicten die er nu zijn, zijn gecreëerd door mensen die daar belang bij hebben. Maar uiteindelijk zullen de nationalistische leiders niet slagen in hun opzet. Er zijn teveel mensen die niet geloven in hun ideeën.

André Lonnen

De jeugd van Tuzla speelt oorlogje (foto ANP)

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.