Hal D
Bij sommige berichten werkt dat anders. Die houd je maar liever voor je. Vooral omdat de boodschapper toch stiekum als medeverantwoordelijk wordt gezien. Je vertelt niet blij aan iemand 'Wist je dat ze Hal D misschien gaan gebruiken voor dat nieuwe Da Vinci sciencecenter?' We hebben het één keer geprobeerd, maar de reactie was voorspelbaar. 'Dat verlopen gebouw? Dat zou toch plat? Willen ze daar een publiekscentrum van maken? Nee, toch?'. Vol ontsteltenis probeerde de gesprekspartner van ons gedaan te krijgen dat we het bericht subiet weer zouden intrekken.
Maar helaas, ook het argument dat een plaats midden op de campus toch niet ideaal is voor een centrum waar bedrijfsleven, universiteit en allerlei andere organisaties moeten gaan samenwerken, kon ons niet vermurwen. We hebben het gehoord, gecheckt, het is waar en dus staat het in de krant. Bovendien, waar zou het anders moeten nu de aankoop van het gebouw van de Nederlandsche Bank is afgeketst.
Gelukkig blijft het voorlopig bij een haalbaarheidsstudie. En als we zo de buitenkant van Hal D bekijken zal het zo veel geld kosten om er wat vrolijks van te maken dat het daar wel bij zal blijven. Het brede publiek warm maken voor de wetenschap. Er moet heel wat gebeuren voordat zoiets je in hal D lukt.
Golven
Wat een geruststellende gedachte. Het schip UT zoekt op de deinende golven van de Haagse bezuinigingswoede haar koers tussen de klippen en gooit negentig ketelbinkies overboord. Maar op de brug blijft men paraat. Die ene zin, onder aan de rondgestuurde personeelsmededeling. Wat een opluchting. Wat een zekerheid. 'Voor meer informatie kunt u zich wenden tot uw faculteitsdirecteur, diensthoofd danwel tot het hoofd P&O, drs. P.F.Horsch, toestel 8011.'
Als eenvoudig lichtmatroos snel de dienstdoende stuurman gebeld. Helaas, hij blijkt niet aan boord. Dan rijst een angstaanjagend vermoeden. De meeste roergangers hebben voet aan wal gezet! Admiraal Popma verkent de havens van Aalborg, in Denemarken, met in zijn kielzog eerste stuurman Horsch, tweede stuurman Van Buchem, de machinisten Olde Achterhuis en Florijn, scheepsvrouwe Mary Franken, scheepskok Van de Graaf en koperpoetser Martin Evertzen. Om maar een paar namen te noemen. Het roer is overgelaten aan de kapiteins Veltman en Schutte, dus doelloos ronddobberen zal het schip niet. Maar voor de bemanning, angstig voor de beukende golven en brekende masten, is dat een schrale troost. Ze kunnen zich nu alleen aan elkaar vasthouden.