De plannen van het College van Bestuur (die in juni door de u-raad worden besproken) staan in de dinsdag verschenen ontwerp-nota 'Bezuinigings- en stimuleringsmaatregelen 1996-1998.' Ze zijn een direct gevolg van de korting van 250 miljoen gulden op de hoger-onderwijsbegroting van minister Ritzen. De komende jaren krijgt de UT zes miljoen gulden minder van de overheid. Omdat de universiteit zelf de wachtgelden voor ontslagen personeel moet betalen komt daar nog eens twee miljoen bij.
Het zijn met name de diensten waar de klappen vallen: daar zal gemiddeld tien procent worden bezuinigd. Alleen Voorlichting en Externe Betrekkingen (VEB), Transfer Research en Development (TRD) en het Centre for Advanced Education (CAE) ontspringen de dans. De laatste twee zijn al in een reorganisatieproces verwikkeld. De faculteiten leveren vijf procent in. Onderzoeksinstituten blijven gevrijwaard van bezuinigingen.
De hele operatie kost de UT dus al met 15,2 miljoen gulden per jaar. Door te schuiven met posten en het gebruiken van bestaande budgetten denkt het college 4,3 miljoen bij elkaar te krijgen.
Het geld dat uitgetrokken wordt om de UT te wapenen tegen toekomstige financiële tegenvallers komt vooral ten goede van het onderwijs. 'Alle universiteiten moeten een stap terug doen', zei Veltman afgelopen vrijdagmiddag bij een eerste presentatie van de plannen. 'Als je dan meteen een stap vooruit maakt en versterkingen aanbrengt kom je netto beter uit de bus.'
Concreet denkt het College aan het zoeken naar nieuwe onderwijsvormen, het beter profileren van de vijfjarige opleidingen en het versterken van het onderwijsmanagement. Daarnaast maken de universitaire bestuurders zich sterk voor een beter mentorensysteem, het vaker inzetten van student-assistenten en het bieden van betere carrièrekansen aan docenten. Ook wordt een baangarantieplan (bemiddeling, sollicitatietraining) genoemd en het al eerder door collegevoorzitter Veltman gelanceerde idee om vrouwelijke studenten te trekken door bij de start deze financiële voordelen te geven.
Daarnaast wordt voorgesteld de universiteit op te delen in onafhankelijk van elkaar functionerende schools (voor onderwijs) en institutes (voor onderzoek). Op die manier moet in de toekomst voorkomen worden dat geld bedoeld voor onderwijs, gebruikt wordt voor onderzoek, en omgekeerd. Dat voorstel betekent een rigoureuze ingreep in de huidige universitaire structuur.
'Onderwijs heeft de hoogste prioriteit', meent rector magnificus prof. dr. Th. Popma. 'Dus moeten de bezuinigingen vooral bij het onderzoek liggen.'
Volgens Popma moet eerst gekeken worden hoeveel onderzoek minimaal nodig is aan de UT om het onderwijs op academisch peil te houden. Vervolgens moeten prioriteiten gesteld worden: de UT zal zich meer op bepaalde 'speerpunten' van onderzoek gaan richten. Onbelangrijk onderzoek wordt afgestoten, kernprogramma's aangescherpt. 'Als je naar het buitenland kijkt, België bijvoorbeeld, daar doen ze het ook zo.' Op termijn overweegt het college ook structureel op onderzoek te gaan korten door met de technische universiteiten in Delft en Eindhoven afspraken te maken over een taakverdeling.
Volgens de bezuinigingsnota wordt onbelangrijk onderzoek afgestoten en kernprogramma's aangescherpt. 'Als je naar het buitenland kijkt, België bijvoorbeeld, daar doen ze het ook zo., aldus rector Popma.' Op termijn overweegt het college ook structureel op onderzoek te gaan korten door met de technische universiteiten in Delft en Eindhoven afspraken te maken over een taakverdeling.
In totaal wordt bijna 1,1 miljoen gulden op onderzoek gekort. Daarnaast krijgen de faculteiten geen bijdragen meer voor hun researchopstellingen, wat een bezuiniging van 1,3 miljoen gulden oplevert. Ook op de ondersteuning van de faculteiten wordt bezuinigd: het college denkt door samenvoeging 1,1 miljoen te besparen.
Daarnaast wordt voorgesteld een miljoen gulden vrij te maken voor toponderzoek, onder andere ten koste van het Onderzoeks Stimulerings Fonds (OSF). Een jury moet uitmaken welk meerjarenplan hiervoor in aanmerking komt. 'Op die manier zorgen we dat de middelen gaan naar het onderzoek waar we goede sier mee kunnen maken', aldus Popma.
De nota van het College gaat slechts in op de grote lijnen en moet nog worden goedgekeurd door een aantal universitaire gremia. De reorganisatie wordt in juni besproken door de universiteitsraad en gaat vervolgens naar de faculteiten en diensten. Deze krijgen tot augustus de tijd zelf een plan op te stellen waarin de bezuinigingen concreet vorm krijgen. Het college bekijkt vervolgens of de verschillende invullingen niet in strijd zijn met het 'strategisch plan' van de UT en stelt vervolgens een 'Plan van uitvoering' op. Pas dan worden de plannen omgewerkt in een 'Plan van Implementatie' en wordt duidelijk wat de personele consequenties zijn.