De april 1994 opgerichte Werkgroep 4F - bestaande uit de vier decanen van de technische faculteiten en rector prof.dr. Theo Popma - boog zich over de collectieve onvrede van de technische faculteiten. Die onvrede komt voort uit de financiële teruggang in de eerste geldstroom, die zodanig heet dat de faculteiten zich zorgen maken over handhaving van hun goede concurrentiepositie ten opzichte van de zusterfaculteiten, over hun infrastructuur en over de kwaliteit van hun onderzoek & onderwijs.
Van der Linden: 'Er leeft ongenoegen op de werkvloer bij de technische faculteiten omdat de eerste geldstroommiddelen elk jaar enkele procenten slinken. We merken dat onze concurrenten in het land relatief veel ruimer in hun middelen zitten. Dat ons onderzoek op peil blijft komt alleen doordat we veel tweede en derde geldstroom binnenhalen, maar daarvoor moeten we dan ook met onze staf een grote extra inspanning leveren.'
Verdeelmodel
Een steen des aanstoots is ook de structurele achteruitgang als gevolg van het nieuwe interne verdeelmodel. Het gaat niet alleen om onderwijs ('derde stap'), maar ook om onderzoek ('vierde stap'). De eerste berekeningen wezen namelijk vorig jaar al uit dat de dynamisering onderzoek leidt tot overheveling van circa 10 miljoen gulden naar de niet-technische kern. De vier faculteiten verwijten het CvB al met al stelselmatig op de technische kern te bezuinigen, zonder dat dit expliciet in beleid is vastgelegd.
De faculteiten maken zich zorgen over het profiel van de UT omdat het CvB de technische kern verwaarloost (nu ligt de nadruk bijvoorbeeld teveel op het vergroten van de nieuwe opleidingen). Vorig jaar haakte men in dit verband aan bij de politieke discussie die in het licht van de tweede kamerverkiezingen en de opleving van de economie losbarstte over versterking van de technologische infrastructuur in de BV Nederland. De UT zou hierop moeten inspelen, vonden de vier faculteiten. Van der Linden: 'We moeten in Twente niet blijven steken in die neerwaartse spiraal.'
Instroom
In de Notitie 4F worden ideeën uitgewerkt om de in vergelijking met zusterfaculteiten nog 'ronduit goede' positie van de technische faculteiten (getuige instroom, omvang tweede/derde geldstroom, visitatierapporten) te behouden. De nadruk ligt op het vergroten van de studenten-instroom door het aanbieden van aantrekkelijker onderwijs en betere begeleiding. Ook denkt de werkgroep aan een 'summerschool' waar aankomende studenten op exact terrein gericht worden bijgespijkerd om aanpassingsproblemen en lage rendementen te voorkomen. Tenslotte wil men inspelen op het vak techniek in de basisvorming, en meer aandacht voor onderwijsprojecten met middelbare scholen en publieksvoorlichting over techniek.
Dit alles zou betaald moeten worden uit middelen die anders aan nieuwe opleidingen worden besteed. 'Opleidingen als BIT en CT&M zijn er vooralgekomen om extra studenten te trekken. Wij vinden dat je ook anders te werk moet gaan: je kunt de instroom namelijk tegen lagere kosten vanuit bestaande faculteiten en infrastructuurmisschien nog wel veel meer vergroten. Als de technische faculteiten elk twintig extra eerstejaars binnen halen zit je al bijna op de extra instroom van de nieuwe opleidingen.'
Acties
De notitie geeft voorts een lijst 'overige acties' ter versterking van het technisch profiel van de UT. Het gaat om zaken als de opzet van een School voor Produktinnovatie, het gericht lobbyen bij kamerleden, en het verbeteren van de presentatie van de UT. Ook is gefilosofeerd over het initiëren van een TV-programma Technisch Centrum Oost (analoog aan 'Medisch Centrum West') waarvoor de UT en de campus als décor zouden moeten dienen. Van der Linden zucht: 'Het ging moeizaam. We vergaderden vaak aan het eind van de dag en dan is het moeilijk om voldoende denkkracht te genereren.'
Het is volgens Van der Linden overigens nog onduidelijk wat er met de voorstellen van de Werkgroep 4F zal gebeuren. 'Het elan is door de dagelijkse beslommeringen toch weer snel weggebt, ook doordat de technologiediscussie na de komst van het nieuwe kabinet weer is verwaaid.' CvB, VEB en de faculteiten gaan wel met een aantal voorstellen aan de slag. Zo wordt er gewerkt aan een multidisciplinair project voor vierde/vijfdejaars studenten en project- en computerondersteund onderwijs bij onder meer CT.
Niet handig
De financiële grieven van de faculteiten komen echter in de notitie amper nog aan bod. Hoe zit dat? Van der Linden: 'Het was bij nader inzien niet zo handig om die zaken aan te kaarten vanuit een blok van technische faculteiten. De problemen lopen bovendien deels parallel aan de discussie over de dynamisering onderzoek.' Dat wil niet zeggen dat de thema's van tafel zijn. De taskforce die binnenkort wordt gevormd met het oog op de bezuinigingen zal er ongetwijfeld nog mee te maken krijgen, aldus Van der Linden.
Met het oog op de komende miljoenenbezuinigingen geeft Van der Linden vast een schot voor de boeg. Er moeten keuzes worden gemaakt voor de komende jaren. 'Je kunt eindeloos doorgaan met elk jaar een beetje inleveren, maar op een gegeven moment ontstaat er toch behoefte aan duidelijkheid. Dan kunnen faculteiten hun maatregelen nemen. Nu gaat de inkrimping sluipend en sta je als faculteitsbestuurder machteloos. Ik denk dat de tijd daar is dat CvB en U-Raad bereid moeten zijn om harde beslissingen te nemen die niet langer gebaseerd kunnen zijn op gevoelens van rechtvaardigheid.'
Anders
Van der Linden wil een andere verdeling van de eerste geldstroom over de technische en niet-technische faculteiten. Als een grote interne herverde-ling van middelen niet haalbaar is kan een bescheiden reallocatie richting technische faculteiten als 'positief signaal' vanuit CvB en U-Raad toch wat 'nieuw elan' op de werkvloer brengen. Het technisch profiel van de instelling is in het geding. 'Het hele voortbestaan van de UT als technische universiteit staat op het spel. In de internationale wetenschap moet je scherp concurreren. Wie marginaal wordt, kan het wel vergeten.'
Het kan niet zo zijn dat iedereen van alles evenveel moet hebben, zegt Van der Linden. Hij pleit daarom - in het kader van de dynamisering onderzoek - ook voor méér differentiatie in de bekostiging van facultair onderzoek, ten gunste van de technische faculteiten wel te verstaan. 'Een scheiding tussen onderzoeks- en onderwijsfaculteiten is onwenselijk. Maar wanneer je als UT vindt dat elke docent een stuk onderzoek moet doen, hoeft dat nog niet voor elke docent evenveel te zijn. Je kunt sommige faculteiten wat meer geven, anderen wat minder. Dat is knopen doorhakken, dat is besturen.'
Honoreren
Maar komen de technische faculteiten eigenlijk financieel niet prima aan hun trekken binnen de twee kernen-universiteit? 'Het is inderdaad zo dat de technische faculteiten absoluut en relatief meer krijgen dan niet-technische, onder meer vanwege gewichtfactoren (dure faciliteiten). Maar je kunt ook meer kijken naar wat ze met dat geld doen, hoeveel ze extra genereren in tweede en derde geldstroom, en dat vervolgens extra honoreren. Helaas zit daarbij de aloude idee van verdelende rechtvaardigheid in de weg.'
Van der Linden hoopt daarom op een 'gebaar' vanuit het college. 'Nu komt er nooit eens een positief signaal naar onze mensen op de werkvloer, Die horen elk jaar alleen dat het weer minder wordt.' Toen er anderhalf jaar geleden een extra impuls van vijf miljoen uit Den Haag kwam, is dat geld opzij gezet en gebruikt voor de nieuwe opleidingen. 'Als ze dat nou eens als een schouderklopje aan de technische faculteiten hadden doorgesluisd!'
Het was uniek dat vorig jaar de vier technische faculteiten samen front maakten tegen het CvB. Een techno-lobby? 'Tja, het hemd is natuurlijk wel nader dan de rok. Maar we zijn als werkgroep vooral bezig geweest vanuit het algemeen belang. Het is wat ons betreft duidelijk dat de UT als gehéél er niet aan ontkomt duidelijk te zeggen wat ze wil. We moeten keuzes gaan maken. College en U-Raad moeten daarbij een sturende rol spelen.'