Einde dienstplicht leidt tot vragen bij studentendecanen

| Redactie

'Hele mooie bedankbrieven', krijgt studentendecaan Ab Gellekink van studenten die uitstel krijgen, hoewel ze daar formeel geen recht meer op hebben. Met de afschaffing van de dienstplicht in zicht hanteert het bureau uitstel van het ministerie van Defensie de regels soepeler dan voorheen. En uitstel betekent in de praktijk afstel.

Vanaf juli 1995 worden de lichtingsploegen zoveel mogelijk samengesteld uit dienstplichtigen die aangeven graag het leger in te willen. Het is echter niet aannemelijk dat het aantal vrijwilligers voldoende is om aan de behoefte van de krijgsmacht te voldoen. Daarom zal tot en met de laatste lichtingsploeg nog steeds een relatief groot aantal dienstplichtigen gedwongen worden op te komen, aldus staatssecretaris van Defensie drs. J.C. Gmelich Meijling.

Hij schrijft dit in antwoord op vragen van het bureau studentendecanen van de UT. De laatste lichting dienstplichtigen treedt aan op 25 maart 1996. Tot die tijd is het aantal benodigde rekruten al flink lager dan het potentieel aan goedgekeurde jonge mannen. Bestond een lichtingsploeg bij de Koninklijke Landmacht vroeger uit ongeveer 3750 man, nu zijn dat er slechts vijftienhonderd. Vanaf juli dit jaar daalt dat aantal waarschijnlijk nog eens met tweehonderd.

Momenteel wordt daarom geïnventariseerd welke studenten, die uitstel hebben tot juli 1995 of later, vrijwillig in dienst willen. Volgens een woordvoerder van de Directie Dienstplichtzaken stuurt 5 procent van de aangeschrevenen de zogenaamde bereidwilligheidverklaring terug. En dat is 'helaas niet voldoende'. Het lot bepaalt wie van de onwilligen alsnog moet aantreden.

Gevallen

Ab Gellekink ontvangt wekelijks twee 'knellende gevallen', studenten die nog niet klaar zijn, maar die door hun uitstel heen zijn. Vroeger kon hij daar weinig voor doen, nu complimenteert het bureau uitstel: 'Ze handhaven de regels, maar passen ze wat soepeler toe.' Dat leidt wel tot meer onzekerheid: 'Je kunt geen rechten ontlenen aan het feit dat je buurman uitstel krijgt, hoewel dat formeel niet meer zou mogen.'

Studenten die een waarschuwingsoproep krijgen en niet in dienst willen, doen er daarom goed aan even langs te gaan bij de studentendecanen. Gellekink helpt echter niet iedereen: 'Als het aan de student zelf te wijten is en hij heeft geen argumenten voor de studievertraging weiger ik. Ik moet wel geloofwaardig blijven naar defensie toe.'

Iedereen die tussen nu en maart 1996 afstudeert is in principe oproepbaar. Veel dienstplichtigen rekken hun studie daarom nog maar even. Wie toch voor die tijd zijn bul haalt, adviseert de decaan gewoon te solliciteren. Lukt het een baan te vinden dan is het zaak onmiddellijk een verzoek tot vrijstelling in te dienen, begeleid door een brief waarin de potentiële werkgever aangeeft dat de dienstplichtige 'onmisbaar' is voor het bedrijf. Succes is niet gegarandeerd, maar zeker niet uitgesloten, denkt hij.

Ook wordt gespeculeerd op vervroeging van de afschaffing. 'Veel studenten vragen zich af of de situatie in het najaar niet onbeheersbaar zal zijn, zodat defensie er maar helemaal mee ophoudt. Als de motivatie tot nul is gedaald is het misschien niet zinvol de laatste drie à vier lichtingen op te roepen.'

Twaalf

Jurgen Eshuis van de Vereniging van Dienstplichtige Militairen (VVDM) kent de geruchten over een vervroegd 'generaal pardon'. 'Als de minister hiertoe besluit komt dat als een slag bij heldere hemel. Maar het zal niet zo zijndat tot en met 31 december 1996 dienstplichtigen in Nederland rondlopen', zegt hij overtuigd. 'Wat ons betreft kan de dienstplicht morgen worden afgeschaft en ook veel beroeps zeggen dat dat best kan.' Twee weken geleden heeft een nieuwe lichting de kistjes aangetrokken. Er zijn er nu nog twaalf te gaan.

De VVDM is van mening dat de dienstplicht uitmondt in een wel heel oneerlijke loterij. 'Aangezien de opkomstverhouding steeds schever wordt, is het maatschappelijk nadeel dat je lijdt veel schrijnender.' Daarom pleit de bond voor een aantal compenserende maatregelen.

De inkomstenderving moet met een 'pineut-premie' bij het afzwaaien worden verdisconteerd. Het maandagochtend-appel dient naar tien uur te worden verschoven (in plaats van acht uur) zodat iedereen zondagavond thuis kan blijven. Daarnaast staan een functie die enigszins aansluit bij het opleidingsniveau, plaatsing dicht bij huis en een wedde op beroepsniveau op het verlanglijstje.

Bij het ministerie hoeft de vakbond daarvoor niet aan te kloppen, is inmiddels duidelijk. Eshuis hoopt echter op de politiek. De Tweede Kamer vergadert op 17 mei over onder meer de afschaffing van de dienstplicht. Als het aan hem ligt staan dan ook de compensatievoorstellen op de agenda. Het zal een van de laatste grote lobbies worden van de bond. Na dertig jaar wordt de VVDM overbodig.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.