Kissing a smoker

| Redactie

In de trein, tegenover mij, aan de andere kant van het pad. Twee jongens, een jaar of zeventien, schat ik. Ze praten over meisjes. Niet luidkeels, niet opschepperig over de stukken die ze hebben verschalkt. Zo zijn ze niet. Nog niet. Ze zijn nog onervaren, ongemakkelijk met wat hun hormonen met hen doen. Onzeker ook. Maar dat toch eigenlijk ook niet. Want van één ding zijn ze beiden overtuigd: ze

In de trein, tegenover mij, aan de andere kant van het pad. Twee jongens, een jaar of zeventien, schat ik. Ze praten over meisjes. Niet luidkeels, niet opschepperig over de stukken die ze hebben verschalkt. Zo zijn ze niet. Nog niet. Ze zijn nog onervaren, ongemakkelijk met wat hun hormonen met hen doen. Onzeker ook. Maar dat toch eigenlijk ook niet. Want van één ding zijn ze beiden overtuigd: ze motten géén rookster! 'Kissing a smoker is like licking an ashtray', schampert de een. En om alle onduidelijkheid daarover voorgoed de wereld uit te helpen, trekken ze allebei een afgrijselijk gezicht.

Ik zie mijzelf, nog maar een jaar of tien geleden. De aangehaalde slogan sierde trots op de voorkant van mijn schoolagenda. Hoe ernstig mijn verloochening! Want hoewel ik tabakswaren nog steeds niet tot de genotsmiddelen reken, kan ik mij de laatste keer al niet meer heugen dat ik verliefd ben geweest op een meisje dat die opvatting met mij deelde. Maar ook dat geeft geen houvast. Zodra ik zou beweren dat ik uitsluitend op rooksters val, zul je zien, word ik de volgende dag hopeloos verliefd op de felste anti-rook-activiste die op deze aardbol rondloopt. Op zo'n meisje met een button.

Er is met mij iets merkwaardigs aan de hand. Heb ik eindelijk ontdekt dat ik een zwak heb voor kleine blonde meisjes met donderbruine ogen, val ik prompt voor de helderblauwe kijkers van een rijzige brunette. Verheerlijk ik de plattelandse, val ik voor de stadse. Wil ik duiken naar de diepe gronden van het stille water, blijf ik hangen aan de lippen van de flap-uit. De liefde lijkt er een sardonisch behagen in te scheppen mij voortdurend van de wijs te brengen. En ik ben niet de enige pineut. Je herinnert je vast nog wel dat bestuurslid van CP'86! En maar roepen dat alle buitenlanders het land uit moeten; mooi dat die dus trouwde met een Thaise.

Het is een rare frats van moeder natuur. Ach, ze heeft misschien haar redenen. Zou ze Cupido's pijlen uitsluitend geleiden langs de reeds bekende weg, dan zou elke zoon wellicht inderdaad alleen maar oog hebben voor zijn moeder. En elke dochter voor haar vader. Dat schijnt niet zo gezond te zijn. Maar ondertussen ben ik wel hulpeloos overgeleverd aan haar nietsontziende willekeur. De vrouw van mijn dromen heeft zich reeds in zoveel verschillende gedaantes aan mij geopenbaard, dat ik nu echt niet meer weet hoe ze d'r uitziet. Alhoewel... ook dat is achterhaald. Want inmiddels heb ik het dan toch ontdekt. Jawel, ik weet het zeker. Niets brengt mij meer van mijn overtuiging.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.