Het probleem bij TBK is duidelijk, meldt ir. Jeroen Sempel, voorzitter van de Onderwijscommissie en samen met Van Woerden de grote trekker van de nieuwe plannen. 'TBK-studenten doen te lang over hun studie'. Een belangrijke vertraging wordt in het eerste jaar opgelopen, zo blijkt uit onderzoek. De eerstejaars vinden hun studie leuk en interessant, maar doen er weinig voor. Gemiddeld besteden de kersverse UT-ers zo'n 25 uur in de week aan het studeren en minder dan twintig procent krijgt het voor elkaar om in één jaar de propaedeuse te behalen. Het tweede jaar zit de gang er bij de meesten pas in en zo'n zeventig procent van de begonnen studenten haalt z'n P. Gemiddeld doen TBK-studenten uiteindelijk een dikke zes jaar over hun studie.
'Misschien is dat nu nog niet zo'n probleem. Met wat extra geld van je ouders red je die ruim zes jaar nu nog wel. In de toekomst voorzien wij toch moeilijkheden. Niet alleen voor studenten, maar ook voor de faculteit', aldus Sempel. Problemen als een steeds lager wordende instroom en niet afstuderende studenten zullen de financiële positie van TBK verslechteren, voorspellen de twee.
Cultuuromslag
De aandacht voor het eerste jaar moet omhoog en dat betekent een cultuuromslag binnen de faculteit. Op dit moment gaat veel belangstelling naar de studenten, die bewezen hebben het niveau aan te kunnen. Intensieve begeleiding en interessante afstudeeropdrachten voor ouderejaars. 'Veel mensen zijn bang dat extra aandacht en geld voor het eerste jaar ten koste zal gaan van het laatste deel van de studie', heeft Van Woerden gemerkt. Misschien niet onterecht, geeft hij toe. 'Maar de problemen zijn zo groot dat we de studenten in het eerste jaar wel meer bij de les moeten zien te krijgen. Praxis moet gezien worden als een investering in onze eerstejaars.'
Praxis zal structureel zo'n twee en een halve ton per jaar extra kosten. De exacte financiële invulling moet nog uitgewerkt worden, maar het duo ziet geen onoverkomelijke obstakels. 'Het probleem is groot, dit kan een oplossing bieden en de stemming binnen de faculteit is nu zo dat het dus maar moet'.
Rode draad
De keus is gevallen op een combinatie van blok- en projectonderwijs. Alle vakken worden vanaf september 1996 in zes blokken van zeven weken gegeven. Zes weken zijn bestemd voor het onderwijs, één voor de toetsing. Als rode draad naast die blokken loopt een project dat twaalf tot veertien weken duurt. Het eersteproject biedt een duidelijke opdracht aan de net beginnende TBK-student, maar in de loop van het jaar zal zelfwerkzaamheid en het integreren van het geleerde een steeds belangrijker rol gaan spelen.
Het blokonderwijs vormt de drager van Praxis. Geen eerstejaars vak blijft buiten schot. De projecten dienen ter ondersteuning van het onderwijs en staan niet centraal. In groepjes van zes mensen krijgen de studenten er één dag in de week voor. 'Wat de studenten tijdens de blokken leren, kunnen ze eens per week toepassen. Op die manier kunnen ze oefenen met de stof en de praktijkrelevantie ervan ondervinden. Bovendien lopen ze dan tegen problemen op, die ze met behulp van het onderwijs kunnen gaan oplossen', meldt Sempel.
Te duur
De voorbereidingswerkgroep rekent op 36 groepen van zes studenten. Iedere twee groepen krijgen één ruimte toegewezen, zo staat in het plan voor Praxis. 'Het wordt te duur om iedere groep een eigen ruimte te geven. Bovendien vergen de projecten niet zoveel tijd als bij bijvoorbeeld Werktuigbouwkunde het geval is. Met een simpele verdeling moet het mogelijk zijn om met twee groepen van dezelfde ruimte gebruik te maken', stelt Van Woerden.
Het doel van beide wijzigingen is duidelijk.'We hopen dat het koppelen van de praktijk aan de theorie de studie levendiger zal maken en de motivatie zal doen toenemen', aldus Van Woerden.
Aalborg
Praxis wordt geen kopie van de Deense universiteit in Aalborg. TBK-mensen hebben er wel gekeken, vonden het projectonderwijs daar een goede mogelijkheid om studenten te motiveren, maar zagen de toepassing van louter projecten bij bedrijfskunde wat moeilijk worden. De voorbereidingswerkgroep heeft daarom het blokonderwijs als belangrijkste pijler voor Praxis gekozen. Mensen aan het werk krijgen, snel resultaten laten boeken en door de toevoeging van projectonderwijs ook laten merken waar ze die theorie nu eigenlijk voor moeten leren.
Een bijkomend voordeel is dat een dergelijk onderwijssysteem de nieuwe student meer structuur biedt. 'Je merkt dat studenten in het begin zwemmen. Ze komen van het zeer gestructureerde VWO af en die overgang is nu te groot', meldt Sempel. Het resultaat is dat studenten het eerste jaar weinig doen. 'Voor hen is het hier echt het spreekwoordelijke Center Parcs', aldus Van Woerden.
Controle
Het blok- en projectonderwijs zorgt voor meer sociale controle, snellere resultaten en, zo denken de twee, een vliegende start voor de studenten. Dat kost ook wat. Zo moeten achttien ruimtes voor de projecten gerealiseerd worden en is er meer onderwijspersoneel voor de begeleiding nodig. Voor een deel zal die begeleiding door student-assistenten worden verzorgd. Die ruimtes komen er, zo ligt in de planning en het extra geld voor deze vorm van onderwijs ook.
De extra aandacht is er nadrukkelijk niet voor bestemd om studenten door het eerste jaar te slepen, melden de twee. 'We willen het niveau vasthouden en dat kan volgens ons ook. Ze zullen alleen eerder aan de slag gaan', vindt Van Woerden. Niet verschoolsen, en niet doodstructureren, maar studenten met meer enthousiasme sneller aan de slag laten gaan is het uitgangspunt.
Naam
Voor de naam Praxis is gekozen omdat daarmee het praktijkelement meer nadruk gaat krijgen. Praxis is bovendien Latijn voor praktijk en de toepassing is van groot belang in de nieuwe onderwijsopzet. De theorie wordt aan het gebruik daarvan gekoppeld. 'Daarmee kun je de studie levendig maken. Het wordt duidelijk waarom je bepaalde abstracties moet leren. Wat ze leren kunnen ze eens per week in de projecten toepassen', aldus Sempel.
Enthousiast
De geraadpleegde studenten zijn enthousiast en ook het personeel van TBK begint te wennen aan de omslag die voor het eerste jaar op de rol staat. 'De docenten raken enthousiast', heeft Sempel gemerkt. 'We moeten ook wel wat', vindt Van Woerden. 'Want zo kan het niet langer'. Van de nieuwe lichting van 1996 moet veertig procent in één jaar de propaedeuse halen, vinden de twee. Een verdubbeling van het huidige percentage en een stijging die daarop doorgezet kan worden.
De groep van zes mensen, die het plan Praxis voorbereid heeft, staat intussen te trappelen van ongeduld. 'De plannen zijn klaar. We zouden dit najaar kunnen beginnen', meldt Van Woerden. 'Toch is het goed om nog een jaar te wachten. Je moet de start goed maken en over ruim een jaar hebben we de benodigde ruimtes en een langere jaarcyclus. Bovendien hebben de vakgroepen het nodige commentaar geleverd, waar nog aan gewerkt moet worden. Dan kan het vanaf het begin opleveren wat we er van verwachten'.