De voorzitters van de Colleges van Bestuur van zes algemene universiteiten schreven de minister dat deelname aan de discussie over de stelselherziening voor hun geen zin heeft, zolang hij vasthoudt aan zijn voorstel tot verlenging van de ingenieursopleidingen. Rector-magnificus van de UT, prof. dr. T.J.A. Popma, kwalificeert het optreden van de zes als een 'ongelooflijk staaltje eigenbelang' en 'verbazingwekkend'.
Instemming
Met name de suggestie dat de actie een bevestiging is van een unaniem VSNU-standpunt is de TU's in het verkeerde keelgat geschoten. Eerder hadden de gezamenlijke universiteiten immers ingestemd met de verlenging van de ingenieursopleidingen tot vijf jaar. Vandaar dat de drie TU's de VSNU vragen zich formeel te distantiëren van de gang van zaken.
Volgens een woordvoerder van de VSNU zal de kwestie inderdaad in het algemeen bestuur aan de orde worden gebracht. Hij zegt begrip te hebben voor de hoog opgelopen emoties, maar noemt de 'timing' van de 'sterk geëtaleerde verdeeldheid' uiterst vervelend.
De onenigheid tussen de universiteiten komt ongelegen nu het hoger onderwijs wordt geconfronteerd met een bezuiniging van 1,5 miljard gulden. Blijkt deze handelwijze symptomatisch voor de samenwerking binnen de VSNU, dan stemt dat Popma uiteraard niet tervreden. Vooralsnog zijn het echter niet de TU's die zich moeten afvragen of zij nog binnen de VSNU passen, vindt hij, maar de voorzitters van de CvB's die hun handtekening hebben gezet onder de gewraakte brief.
Landsbelang
Volgens de TU's is het slecht voor het (economische) landsbelang te wachten met verlenging van de studieduur tot de stelselherziening is ingevoerd. Dit zou er toe leiden dat zij pas over tien jaar ingenieurs kunnen afleveren die voldoen aan de (formele) Europese normen. Eerder wees een internationaal vergelijkende studie van de Raad voor de Centrale Ondernemingsorganisaties (RCO) uit dat de huidige Nederlandse, vierjarige ingenieursopleidingen onder de maat zijn. Op de UT wordt al druk gewerkt aan een nieuw, vijfjarig studieprogramma.
De zes algemene universiteiten vinden dat hun bèta-opleidingen door deze selectieve studieduurverlenging worden benadeeld. Zij vroegen de minister daarom de discussie over de stelselherziening af te wachten, in de hoop dat hun studierichtingen alsnog van de verlenging zouden meeprofiteren.
MONICA VAN DER GARDE