Zwart op wit, of met een kleurtje?

| Redactie

In sommige gevallen is de mens als meetinstrument beter bruikbaar dan een sensor. Dat geldt zeker voor metingen van beeldschermkwaliteit. De mens is de enige die rekening houdt met reflecterende TL-buizen en flikkeringen. Bovendien blijken zij een onverwacht scherp oog te hebben voor contrast, beeldscherpte en luminantie. De vakgroep Ergonomie (WMW) doet onderzoek naar de waarnemingsbeleving van werken achter de computer; een aktiviteit die dagelijks door miljoenen mensen wordt uitgeoefend. ARBO-instellingen tonen belangstelling en vervolgonderzoek moet leiden tot beter ontworpen beeldschermen.

Als de zon plotseling naar binnen schijnt gaat de hand van menig computergebruiker automatisch naar de helderheidsknop van de pc of het koordje van het rolgordijn. De een zweert bij zwarte letters op een lichte achtergrond terwijl de ander gewoon witte letters op een zwarte achtergrond wil. Er zijn zelfs mensen die fel oranje letters laten oplichten op een bruinachtig scherm.

Volgens Gerd Spenkelink van de vakgroep Ergonomie (WMW) kan iedere gebruiker vaak heel goed zelf kiezen wat hem of haar het beste ligt. In zijn proefschrift 'Visual Display Units: the perception of image quality' verwijst hij de verhalen van computerexperts en hardware-installateurs, die clichématig voor een zwarte achtergrond of juist voor een fel kleurcontrast kiezen, naar het rijk der fabelen. De beeldschermwerker zelf is in gebruikersomstandigheden als enige in staat om zijn eigen instelling te kiezen en deze te beoordelen. De keuze voor het ene is niet objectief beter dan voor het andere.

Spenkelink's paranimf, ir. Ko Besuijen, zit achter het beeldscherm van de simulator: het pronkstuk van de Ergonomie-vakgroep. Drie jaar geleden, toen het onderzoek begon met een ESPRIT-project, was het beeldscherm met de commerciële hardware het neusje van de zalm. De simulator is: 'alweer gewoon geworden, maar iedereen die binnenkomt maakt meteen complimenten over het fijne beeld.' Achtergrondkleur, constrast, helderheid, lettergrootte en -vorm, tussenruimte en wat niet al, kunnen met de simulator naar hartelust gemanipuleerd worden. De proefpersonen wordt gevraagd om ingetypte teksten - korte, vreugdevolle verhalen van Belcampo - te lezen, en vervolgens middels een lijst van vragen de beeldschermkwaliteit te beoordelen.

Meetinstrument

Via een lange serie proeven is uiteindelijk de Display Evaluation Scale (DES) ontwikkeld. Met relatief kleine groepjes proefpersonen worden op een beoordelingslijst verschillende aspecten van het beeldscherm gemeten zoals helderheid, scherpte, flikkeringen en kleurbeleving. Al deze aspecten bij elkaar geven een indruk van de kwaliteit van het beeldscherm. Gaande het onderzoek bleek de computergebruiker zelf een onverwacht goed meetinstrument. Hij of zij is goed in staat om retrospectief te oordelen over de kwaliteit van de gepresenteerde tekst. Spenkelink: 'Die ontdekking was voor ons een grote eye-opener. Een subtiel verschil in helderheid kon met een groep van acht mensen al heel duidelijk gemeten worden. Toen dachten we: hier gaan we mee door.'

Uitvoerbaar

Spenkelink geeft direct toe dat de proefpersonen, bijna allemaal studenten, geen goede afspiegeling zijn van de Nederlandse bevolking. Maar ook onderzoeken bij bedrijven blijken goed uitvoerbaar. De respondenten - secretaressen en administratief personeel - moeten in dat geval wel goed op hun taak worden voorbereid. Er is altijd een lid van de vakgroep bij de proefnemingen aanwezig. 'De instructietijd is bij bedrijven wat langer, maar de evaluatielijst is voor iedereen bruikbaar,' stelt Spenkelink.

De resultaten van de testen zijn soms tegendraads. ISO-normen bijvoorbeeldworden ontleend aan micro-fotometrische metingen. Op een zeer klein gebiedje van een beeldscherm wordt met een sensor de luminantie (helderheid) bepaald. Uit het onderzoek bij Ergonomie blijkt echter dat voor de helderheidservaring van de mens een groter gebied van belang is. Dit vermoeden uit de wetenschappelijke literatuur wordt bevestigd in de proeven waarbij met de simulator luminantie-contrasten van verschillende omvang zijn gecreëerd en voorgelegd aan de proefpersonen. Uit fysische metingen aan het beeldscherm mag daarom niet te snel geconcludeerd worden dat mensen daadwerkelijk prettig met het beeldscherm zullen werken. Ook zouden volgens ISO-normen helderheidscontrasten en kleurcontrasten bij elkaar opgeteld mogen worden. Maar uit onderzoek van de vakgroep blijkt dat veel mensen moeite hebben met grote kleurverschillen: zoals bekend contrasteert rood op blauw weliswaar goed, maar werkt die combinatie erg onprettig.

Spenkelink: 'Onze methode is een beetje controversieel. Natuurwetenschappers vinden dat alleen fysisch gemeten grootheden objectief kunnen zijn. Maar als je een kwaliteitsbeoordeling wilt geven van een beeldscherm kun je stomweg niet om de mens heen. Bij gemeten fysische grootheden, zoals luminantie, is het gevaar van 'schijnvergelijkingen' levensgroot aanwezig. Een gemeten luminantieverschil wil niet automatisch zeggen dat mensen een prettig helderheidsbeeld ervaren.'

Prestatietaken ('haal alle typefouten uit deze tekst!') zijn eveneens geaccepteerd als kwaliteitsonderzoek van beeldschermen. Maar de resultaten zijn indirect en globaal. 'Je komt vaak niet verder dan de uitspraak: beeldscherm A is iets beter dan beeldscherm B. En dan weet je nog niet waar dat aan ligt,' aldus Spenkelink.

Buiten de UT is er belangstelling voor het proefschrift. Charles Raam is consulent arbeidsomstandigheden bij het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Hij vindt het rapport weliswaar 'lijvig', maar zijn nieuwsgierigheid is gewekt. Raam noemt de monitor het belangrijkste deel van de computer ('zoals goede boxen bij een dure stereo-installatie'). Monitoren mogen dan ook ook best wat kosten. Bij het Academisch Medisch Centrum, waar ca. 7000 mensen werken, moet bij aanschaf vaak een afweging gemaakt worden tussen verschillende typen kleuren- en zwart-wit monitoren.

Raam: 'De objectieve normen voor beeldschermen zijn misschien wel wetenschappelijk verantwoord, maar wij vinden belangrijk dat degene die ermee werkt zelf kiest. Het proefschrift onderschrijft dit uitgangspunt en geeft aan dat mensen inderdaad heel goed zelf kunnen beslissen. Bij de aanschaf van computers en monitoren worden vaak grove fouten gemaakt. Het is interessant dat er een beoordelingslijst bestaat, waarmee deze keuzen onderbouwd kunnen worden.'

Alternatief

Moderne apparaten kunnen onder bepaalde omstandigheden een alternatief bieden, afhankelijk van kantoor en persoon. Zo is een modern, plat 72 Hz-scherm in fel verlichte kantoren een uitkomst, zeker voor oudere werknemers. De reflecties op het scherm nemen af als de achtergrondkleur wit is. Maar jonge mensen zijn veel gevoeliger voor flikkeringen dan oudere. Naarmate de leeftijd vordert, kan de gevoeligheidsgrens verschuiven van boven de 90 Hz tot 70 Hz. Voorlopig is een modern, snelfrequent scherm dus nog niet voor iedereen de ideale oplossing. Omdat de last van flikkeringen hoger is bij hoge luminantie, zal een jonge werknemer toch weer kiezen voor een donkere achtergrond, met de vervelende reflecties als gevolg. In deze gevallen kan bijvoorbeeld een juiste keuze van de kleuren helpen, al is dan wel een duurdere monitor vereist.

De vakgroep Ergonomie gaat ook onderzoeken of de DES-vragenlijst gebruikt kan worden tijdens de ontwerpfase van nieuwe beeldschermen. Dit is nog problematisch want voor een test is een werkend prototype noodzakelijk. Dit is duur en de meerwaarde van de extra test moet eerst nog blijken. Contacten met bedrijven en instellingen zijn in toenemende mate van belang voor de vakgroepdie meer derde geldstroom onderzoek wil aantrekken. De aktiviteiten op het gebied van beeldschermkwaliteit zijn maatschappelijk relevant en voor dit doel geschikt.

Egbert van Hattem


De kwaliteit van het beeldscherm is afhankelijk van het kantoor en de mensen die er mee werken.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.