De begroting voor 1997 is afgelopen dinsdag door de U-raad aangenomen. Het CvB kwam vrijwel zonder kleerscheuren uit de strijd. De DD-fractie stelde zich het meest kritisch op, maar moest uiteindelijk het meeste water bij de wijn doen.
Langdurige discussies leidden uiteindelijk tot het indienen van zes amendementen, waarvan drie door KPS en DD samen. Na commentaar van het CvB trok de KPS echter aan twee van de drie haar steun in, waardoor de amendementen sneuvelden. De KPS ging ook niet mee in het DD-voorstel de totale uitgaven uit het fonds Centrale Stimulering voor 1997 te beperken tot 14,5 miljoen gulden.
DD ging wel akkoord met het KPS-voorstel een miljoen gulden uit dit fonds te parkeren voor het oplossen van een financieel-technisch probleem bij de faculteiten CT en TN. Hierdoor komen de begrote 'onttrekkingen' op bijna achttien miljoen. Het College kon 'wel leven' met dit amendement, zoals financiële man Schutte het formuleerde.
Uit het fonds Centrale Stimulering worden projecten bekostigd die de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek moeten verhogen. De Centrale Stimulering is een van de weinige instrumenten waarmee het College het beleid van de UT enigszins kan sturen. Het meeste geld dat de UT binnenkrijgt gaat rechtstreeks naar faculteiten, diensten en fondsen voor specifieke doeleinden.
Geld dat naar de Centrale Stimulering gaat komt echter niet bij de faculteiten terecht. Zij krijgen een deel wel weer terug, maar dat is voor speciale projecten. Hiervoor moeten de faculteiten zich extra inspannen. Vandaar dat de U-raad vindt dat het fonds niet te veel mag groeien. In 1995 bepaalde de raad dat de omvang met maximaal drie miljoen mocht toenemen.
KPS en CvB zijn van mening dat hieronder niet de gelden uit het Studeerbaarheidsfonds van minister Ritzen vallen. DD vindt van wel. Die fractie stelt dat de UT al heeft geïnvesteerd in de verbetering van het onderwijs. De gelden uit het Studeerbaarheidsfonds moeten daarom als een terugbetaling worden beschouwd en direct terugvloeien naar de faculteiten. Daarnaast is DD ontstemd over het uitblijven van concrete invullingen voor stimuleringsplannen die al in 1995 zijn aangekondigd en waarvoor geld is gereserveerd. Bovendien bestaat de vrees dat de raad straks nauwelijks meer onder definitieve voorstellen uit kan.
Eind oktober werd met steun van de buitenleden een motie van DD aangenomen waarin de omvang van de Centrale Stimulering werd beperkt tot 14,5 miljoen gulden. Gezien de voorafgaande discussie was dat bedrag inclusief gelden uit het Studeerbaarheidsfonds. Maar die clausule werd niet in het besluit opgenomen. Het CvB houdt het er daarom op dat er 'interpretatieverschillen' over mogelijk zijn.
Voor 1997 is de dotatie aan het fonds, exclusief gelden uit het Studeerbaarheidsfonds, keurig drie miljoen gulden hoger dan in 1995. Het CvB heeft echter de raad ervan weten te overtuigen dat de toename van de 'echte' middelen voor Centrale Stimulering slechts een miljoen is. Maar dit is alleen de inkomstenkant van het fonds. De geplande uitgaven liggen hoger. Als alle plannen worden goedgekeurd en uitgevoerd, staat het fonds eind 1997 twee miljoen gulden rood.
En hier komt de aap uit de mouw. Want gelukkig wordt er nog geld verwacht uit het Studeerbaarheidsfonds van minister Ritzen. Toevallig is dat voor 1997 naar schatting ruim twee miljoen gulden. Precies genoeg dus om de Centrale Stimulering weer aan te zuiveren. Bovendien blijft de 'echte' groei van het fonds, inclusief het geld van Ritzen, volgens deze redenering toch beperkt tot drie miljoen gulden, zoals DD wil. Kortom, iedereen kan tevreden zijn. Formeel is nog geenszins besloten dat het geld uit het Studeerbaarheidsfonds inderdaad naar de Centrale Stimulering gaat. Maar het College heeft de eerste slag in die strijd dinsdag gewonnen.