'We zijn in Twente terechtgekomen na een tip van de Overijsselse Ontwikkelings Maatschappij. Deze wees ons op de mogelijke samenwerking met de UT. We hebben aansluiting gezocht met de Vakgroep Ontwikkelingskunde (VOK). Daarbij komt ook dat we geografisch in Twente uitstekend zitten: Duitsland is om de hoek en de meeste bedrijven die handel drijven met het voormalige Oostblok zitten in deze hoek van Nederland', vertelt Dasselaar. 'Voorwaarde voor aansluiting bij een vakgroep is wederzijdse kennisoverdracht. VOK werkt al op het gebied van consultancy voor Oost-Europa, maar nog niet voor Roemenië. Wij zijn derhalve een prima aanvulling.'
De twee afgestudeerden, Dasselaar bekwaamde zich in de bedrijfskunde en Borgonjen is econometrist, leerden Roemenië kennen tijdens een studentenuitwisseling. Dasselaar liep er bovendien stage: 'Via via hebben we inmiddels een wijds netwerk van contacten opgebouwd. We weten bij wie we voor wat moeten zijn. Dat geeft je een enorme voorsprong. Al is het alleen maar omdat ik de Roemeense taal machtig ben en mijn weg weet in Boekarest. Ik word niet meer met een kluitje in het riet gestuurd. Als je daar de eerste keer komt verdwaal je gegarandeerd en lijkt iedereen tegen je. Geen lokettist wil je helpen en de pizzeria verkoopt geen pizza's.'
Olifant
Roemenië ligt aan de Zwarte Zee en grenst aan de Oekraïne, Bulgarije, Moldavië en het voormalig Joegoslavië. Het bijna 23 miljoen inwoners tellende land is rijk aan grondstoffen zoals gas, petroleum en metalen, maar heeft ook tien miljoen hectare vruchtbare landbouwgrond tot zijn beschikking. De politieke situatie is redelijk stabiel. Nadat Ion Iliescu eind jaren tachtig de zittende machthebber Causescu van zijn zetel stootte is de rust weergekeerd. In 1990 werd Iliescu tot president gekozen. Hij kwam opnieuw aan de macht in 1992, maar nu slechts met 53 procent van de stemmen en na een tweede verkiezingsronde. Dit jaar zullen er in september wederom verkiezingen worden gehouden.
'Met dat democratische proces zit het wel goed', vindt Dasselaar. 'De regering zou wel terugwillen naar de oude verhoudingen, maar Roemenië heeft de financiële steun van het IMF en de Wereldbank veel te hard nodig. Dat dwingt tot hervormingen, al gaan die heel langzaam. Het is alsof een olifant een berg probeert te verplaatsen. Iedere keer valt de aarde bovenop zijn kop en moet hij bijna opnieuw beginnen.'
'Dat zegt echter niets over het potentieel en de initiatieven van de bevolking', vult Borgonjen aan. 'De jonge mensen zijn vreselijk gedreven om vooruit te komen. Ze zijn erg op het westen, vooral de Verenigde Staten, gericht. De groei van de economie is enorm en bedrijven worden razend snel uit de grond gestampt.'
Een van de grote voordelen van Roemenië noemen Dasselaar en Borgonjen het hoge opleidingsniveau, mede het gevolg van de autarkische politiek in het verleden.'Alles moest in eigen land kunnen worden gemaakt en dat lukte ook. Van auto's tot wasmachines en zelfs computers. Dat maakte Roemenië onafhankelijk van het buitenland', legt Dasselaar uit. 'Des te opmerkelijker is het dat de Roemenen over het algemeen redelijk uit de voeten kunnen met het Engels of het Duits. In ieder geval beter dan de Bulgaren of Polen.'
Omkoperij
In Roemenië gaat het economisch gezien goed in verhouding tot de andere voormalige Oostbloklanden. Terwijl Bulgarije een aantal jaren geleden bijna geruisloos de stap van het communisme naar het kapitalisme leek te kunnen maken, is juist daar de economie ingestort. Borgonjen: 'Het opleidingsniveau van de Bulgaren is laag en ze hebben te kampen met heel veel omkoperij. Beginnende bedrijven komen daar amper van de grond, omdat ze massaal gedwongen worden 'beschermingsgeld' te betalen. Het gaat er echt heel slecht, want het brood is nota bene weer op de bon. In Roemenië hebben ze daar allemaal geen last van.'
De twee ondernemers willen met hun bedrijf vooral de handel van Roemenië naar Nederland bevorderen of ondernemingen die zich daar willen vestigen van advies dienen. Ze richten zich niet op Nederlandse entrepeneurs die daar hun afzetmarkt zoeken. Daarnaast willen ze bedrijven die er al gevestigd zijn, maar zijn vastgelopen, weer op het goede spoor zetten.
'De bevolking heeft niet veel te besteden. Dat maakt het land als afzetgebied niet zo interessant. Beter is het daar gebruik te maken van de lage lonen. Zo onderzoeken we op het ogenblik voor een meubelimporteur de mogelijkheden om in Roemenië halffabrikaten te produceren. Waarschijnlijk is het daar veel goedkoper dan in Italië, waar die man nu zijn producten vandaan haalt.'
Een ander voorbeeld is de opdracht van een automatiseringsbedrijf. Dat heeft Dasselaar en Borgonjen gevraagd de Roemeense computermarkt in kaart te brengen. Dasselaar: 'Het bedrijf is nu voornamelijk actief in Polen, maar wil uitbreiden. Er zitten in Roemenië al Nederlandse bedrijven, die daar hun software laten maken, want dat is zeer arbeidsintensief. De concurrentiepositie van Roemenië is goed.'
Resultaten
Handelen in Roemenië is niet eenvoudig volgens Borgonjen. 'Niet alleen krijg je te maken met een andere taal, ook het vestigen van een bedrijf is met allerlei regels omgeven. Daarnaast zijn de omgangsvormen totaal verschillend. Te vroeg of te laat zijn bestaat niet. Je komt wanneer je komt en dat kan ook de dag erna zijn. Het gaat er een stuk losser aan toe dan in Nederland.' Dasselaar: 'Je moet niet gelijk zwaaien met contracten. Het gaat meer om het persoonlijke onderhoud. Je moet er moeite voor doen. Heel veel tijd steken in contacten. Daarom gaan we ook een kantoor opzetten in Boekarest.'
'Waar Nederlanders goed rekening mee dienen te houden is dat ze niet uit de hoogte doen', vervolgt Borgonjen, 'omdat ze uit het westen komen en over de centen beschikken. Je moet de mensen het gevoel geven dat je ze nodig hebt en dat de activiteiten die je gaat ontplooien resultaten zullen hebben.'
Aan dat laatste twijfelen de twee ondernemers geen van beiden. Borgonjen: 'Roemenië bevindt zich in een stroomversnelling en maakt een enorme ontwikkeling door. Als je dat ziet denk je maar één ding: daar wil ik bij zijn.'