Angst, daar gaat het hier om. Iedere gezonde Hollandse jongen heeft weleens een ruitje ingetrapt. Ik niet. Nooit gedurfd. Ik heb sowieso weinig gevoetbald. Eenmaal werd ik opgesteld om een pijlsnelle vleugelspeler af te stoppen. Die Overmars maakte rush na rush langs de zijlijn en ik rende schouder aan schouder met hem mee. Ik stak nog een duim omhoog, om aan te geven dat het kat in bakkie was. Maar mijn trainer sprong uit z'n vel. Hij riep dat ik een sliding moest maken, moest tackelen, maar de gedachte dat daarbij iemand zou kunnen vallen bevreesde mij. Het hele idee van 'een bal afnemen' stond mij toch al tegen. Daarom ben ik kort daarna geswitcht naar de oudste zelfverdedigingssport ter wereld: hard weglopen. De moeder aller sporten noemen ze dat, wat natuurlijk niet meer is dan een mooie vlag op een gebrek aan masculiniteit.
Gisteren werd mijn woning van dubbel glas voorzien. De glazenier spreidde een zeil uit onder mijn raam en liep toen even weg. Dat was mijn kans! Eindelijk kon ik een ruit ingooien zonder dat het ernstige gevolgen zou hebben. Ik pakte een baksteen om de daad zo poëtisch mogelijk te maken, haalde uit, maar liet de steen achter mij mismoedig uit mijn handen vallen. Ik ben een lafbek. Zelfs mijn eigen ruiten durf ik niet in te gooien.
En daarom roep ik al jaren dat vandalisme niet mag. Ja, alles wat ik zelf niet durf mag van mij verboden worden. Ik ben tegen seksuele intimidatie, tegen ruw spel op het voetbalveld, en tegen boksen. Skaten op de openbare weg mag van mij wel, maar ik ken genoeg mensen met zwakke enkels die daar anders over denken. Ik ben tegen harddruggebruik, tegen zwartwerken en tegen diefstal. Want een algemeen verbod is een aangename manier om niet steeds weer met mijn eigen remmingen te worden geconfronteerd.
Zo beschouwd zit dat hele systeem van wetgeving en rechtspraak maar merkwaardig in elkaar. Want ach, hoe zat het ook alweer: wie onschuldig is werpe de eerste steen. Nou, ik weet inmiddels wie er onschuldig zijn. De lafbekken! Ik had de baksteen in mijn hand, maar ik durfde niet te gooien.