Een illusie armer, een ervaring rijker

| Redactie

Het ene educatief verlof is het andere niet. TN-medewerker John Caspers kan er van meepraten. Met een illusie armer, maar een ervaring rijker keerde hij terug van een drie maanden durend verblijf aan de University of British Columbia in het Canadese Vancouver. 'Geef mij mijn werk hier maar', vertelt deze nijvere technicus.

John Caspers (35) kwam elf jaar geleden naar de werkplaats van Technische Natuurkunde, na een opleiding tot instrumentmaker in het laboratorium voor fysiologie van de Rijksuniversiteit van Leiden. 'Ik had de keuze tussen een baan in een fabriek, waar je dan nooit meer uitkomt, of proberen werk te vinden bij de UT. Ik koos voor het laatste. Ik meldde me aan en ik kon de volgende dag al aan het werk in het Fijnmechanisch en Fysisch Werkgebied (FFW, red.).' De dagelijkse beslommeringen van Caspers, die bij zijn collega's te boek staat als een man met gouden handjes, zijn het vervaardigen van kleine apparaten en proefopstellingen voor de onderzoekers binnen de faculteit Natuurkunde. De meeste van zijn klanten zijn aio's, al komen er ook regelmatig studenten over de vloer. 'De kunst is om precies te doorgronden wat zo'n promovendus wil. Je moet zijn taal spreken, beeldend denken en het vermogen hebben al pratend te tekenen. Dat leer je in de loop der jaren wel. Een spiegelhouder om een laserbundel af te buigen, het is allemaal te maken.'

Caspers vertrok eind april voor drie maanden educatief verlof naar de universiteit van British Columbia in Vancouver, aan de westkust van Canada. Met als doel wat op te steken van de werkwijze van een universitaire werkplaats in het buitenland en het technisch Engels wat beter in de vingers te krijgen. Dat laatste lukte aardig, maar wat het eerste punt betreft kwam Caspers niet echt aan zijn trekken, ondanks een gedegen voorbereiding.

'Er was weinig collegialiteit in de werkplaats, geen gezamenlijke koffiepauze, weinig discipline, weinig niveau. Ik werd, zeker in het begin, als een indringer beschouwd. Het ging om een door vakbonden geleide werkplaats, daar lag het aan. Een probleem voor mij was ook dat men er feitelijk niet metrisch werkt, zoals men mij had verzekerd. Gelukkig kon ik tekenen in autocad'. Een illusie armer, een ervaring rijker. 'De lering? Nou, dat men daar in Canada gigantisch achterloopt. We doen het hier aan de UT, wat dit werk betreft, veel beter. Qua organisatie, qua inzet, qua mentaliteit. Ik ben blij dat ik terugben'.

Caspers zit al weer een paar weken op zijn post in het EL-TN-gebouw. Hij toont een krabbelig tekeningetje, een vodje bijna, in elkaar geflanst door een Twentse onderzoeker, aan de hand waarvan hij geacht wordt een overloopbus voor een objectief te maken. 'Moeilijk? Soms wel ja. Heel abstract ook. Maar gelukkig hoef ik geen proefmodellen in klei te maken, zoals in Vancouver. We kunnen hier alles aan, omdat al onze kennis en routine in één organisatie zijn ondergebracht. Dat maakt ons aantrekkelijk voor de faculteit. Alles is binnen handbereik, de kennis, de routine, de zorg voor het plaatsen van de apparatuur, het uitregelen en de nazorg.'

Een beetje opdracht kost al gauw twee tot drie weken inzet. De uren worden netjes bijgehouden en doorberekend aan de opdrachtgever, meestal een van de vakgroepen van TN, maar ook daarbuiten. Caspers: 'We rekenen tachtig gulden per uur voor een opdracht die wordt uitgevoerd op een conventionele machine, voor een klus op de computergestuurde apparatuur worden drie tientjes extra in rekening gebracht.' Werk voor derden kost de klant honderdvijftig gulden.

In Vancouver ligt dat wel even anders, vertelt Caspers. 'De uurprijs is daar zeven dollar, dat stelt niet veel voor en werkt van geen kant. Vandoorberekening is geen sprake, wetenschappers beschikken over eigen budgetten en hebben de flappen in hun achterzak. De machines dateren uit de jaren vijftig, zijn slecht onderhouden en de nauwkeurigheid van het werk en de kwaliteit kunnen niet aan die van het FFW tippen. Er is niets op voorraad, zoals hier. Voor een simpele kogellager gingen we met twee man een hele morgen Vancouver in, zonder succes. Na veel speurwerk ontdekte ik een winkel in Montréal, drieduizend kilometer verderop. Waarna het ding voor twaalf dollar werd ingevlogen. Er wordt weken gepraat over de aanpak van een project voordat er iets gebeurt. De klant moet soms maanden op zijn bestelling wachten.'

Meestal zijn Caspers en zijn collega's met een stuk of drie opdrachten tegelijk bezig. De praktijk wijst uit dat daar goed mee te werken is en ruimte biedt voor absoluut spoedwerk. Een novum voor de TN-werkplaats is het karwei dat John Caspers en twee collega's (Klaas Smit en Peter Scheeren) gaan uitvoeren in de in aanbouw zijnde Cleanroom 2, naast het EL/TN-gebouw. De klus betreft de aanleg van de installatie voor technische gassen. Een project van beperkte omvang, 'een week of zeven', schat Caspers. 'Heel interessant. Je bent als het ware bouwvakker. We hebben dit nog nooit gedaan, maar het lukt wel.' Hij vertelt dat de gasbuisinstallatie is gegund aan het FFW na een verbeten strijd met het IMC, die op het hoogste ambtelijk UT-niveau werd uitgevochten. 'We doen dit project om het gat in onze begroting te dichten', legt Caspers uit.

De vitrines in de gang tonen de vaardigheid van het FFW. Het hele scala aan producten ligt er, van diffusiepompen, getter-ionenpompen en ultra-hoog vacuüm componenten tot torsiestaven, waterpompjes en allerlei 'verplaatsingen', zoals diverse translatietafels. Caspers demonstreert de werking van de Schaublin 125, 'een van de beste draaimachines die we hebben. Wat hier staat is heel up-to-date. We ruimen na het karwei alles op. Normaal toch? In Vancouver is daar absoluut geen sprake van'.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.