De werkplaats waar John Caspers werkt, opereert onder de noemer Fijnmechanisch en Fysisch Werkgebied en bestaat, voorzover J.N. Kwakkestein, de chef van het mechanische deel van de werkplaats dat kan nagaan, een jaar of zeventien. De wortels van FFW liggen bij de Centrale Technische Dienst, die in de jaren tachtig werd afgeslankt tot Werkplaatswezen. FFW maakt deel uit van de faculteit, de zestien technici zijn TN-medewerkers. Het fysisch deel van het FFW wordt geleid door B. Meinders, die ook de over-all leiding heeft van het FFW.
Technische Natuurkunde is de grootste afnemer van de diensten en producten van het FFW. Kwakkestein: 'We hebben zoveel unieke technieken onder één dak, dat we vrijwel alles kunnen maken. Uitbesteden doen we bij hoge uitzondering. Het omgekeerde is wèl het geval: we doen hier allerlei klussen voor bedrijven van buiten de UT.' Bedragen heeft Kwakkestein niet direct bij de hand, maar het werk voor derden legt de werkplaats geen windeieren.
Kwakkestein bevestigt dat het 'hele werkplaatsgebeuren', inclusief het noodlijdende Interfacultair Mechanisch Centrum (IMC) dat opereert vanuit het WB-gebouw, de gemoederen danig bezighoudt. 'Of het IMC onze concurrent is? Je kunt daar verschillend over denken, maar ik noem ze toch liever collega's aan wie we wel 'es wat uitbesteden. Ach, in onze sector is het elk jaar weer de vraag of we voldoende opdrachten kunnen binnenhalen. Wat er in de nabije toekomst ook gebeurt, het FFW en de faculteit TN zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Dat betekent dat de faculteit ons nodig heeft en dat ook erkent. Ja, je hebt van die bedrijfjes buiten de UT die alles aannemen en ook weer uitbesteden. Maar je ziet toch niet gebeuren dat de wetenschappers hier met hun schetsjes naar een locatie ergens in de provincie rijden. Dat werkt alleen als de tekeningen tot op de millimeter nauwkeurig kloppen en dat is nimmer het geval, mag je ook niet verwachten. En dan hebben we 't nog niet over kwaliteit en controle. Als de UT onverhoopt ooit mocht besluiten om onze taken over te hevelen naar buiten de UT dan zal dat al met al veel duurder zijn en heel schadelijk voor de faculteit', verwacht Kwakkestein, die zelf al een jaar of dertig bij de UT werkt en alle stormen die de CTD en haar nazaten teisterden, aan zich voorbij zag trekken. Maar: 'Ik werk hier nog steeds met erg veel plezier'.