Net als iedereen vindt minister Ritzen het bestaande lotingssysteem onbevredigend. Maar, zo gaf hij de schier onmogelijke taak van de commissie-Drenth indirect aan, in het buitenland verloopt de toelating van studenten aan een opleiding met een beperkte hoeveelheid plaatsen niet veel beter. In elk systeem worden studenten die in principe de fixus-studie met succes kunnen volgen teleurgesteld.
De lotingsprocedure werd deze zomer ter discussie gesteld na het relletje rond de scholiere Meike Vernooy. Deze gymnasiaste uit Maassluis behaalde een gemiddeld eindexamencijfer van 9,6 en had al een jaar relevante onderzoekservaring. Maar zij kwam wegens een hoog lotnummer toch niet in aanmerking voor een plaats bij de studie geneeskunde. Bij deze studie worden drie van de vier studenten uitgeloot.
Prof. P.J.D. Drenth noemt het huidige lotingssysteem 'een vierkante cirkel'. 'Dit systeem is duidelijk het resultaat van een compromis.' Drenth is er huiverig voor de gewogen loting uit te breiden met 'sollicitatie'gesprekken door de opleidingen zelf. 'Uit ervaring weet ik dat de 'fake-ability' van zulke gesprekken groot is. Het zijn hoogst onbetrouwbare indicatoren. Bovendien leveren de gesprekken veel werk op, dat ook nog eens onderling moeilijk vergelijkbaar is. Het resultaat zal zeker zo veel emoties opleveren als het huidige systeem.'
In welke richting Drenth en zijn commissie het wel gaan zoeken, laat hij in het midden. 'Het is een zeer complexe materie. Dat heeft het verleden al geleerd, maar deze zomer bleek dat nog eens overduidelijk.' In maart 1997 zal de commissie zijn bevindingen presenteren. Dat is nog net op tijd, rekende Ritzen voor, om in augustus 1998 te beginnen met een nieuw toelatingssysteem of met de verbeterde versie van de huidige loting.