Niettemin, zegt Vroegop, was WB in 1994 al volop bezig met inhoudelijke samenwerking van groepen en de clustering van activiteiten. 'Mede daarom was onze beoordeling zo goed.' Eén vakgroep (Ontwerpen in Kunststoffen) kreeg van de VSNU-commissie destijds een laag cijfer. Dat lag ten dele aan een langdurig vacante leerstoel. 'Met de kritiek is wel wat gedaan.'
Het systeem draagt bij tot 'onderzoeksbewustzijn', vindt Vroegop. 'Maar ik lees in zo'n rapport niets wat ik niet al wist. Iedereen weet toch precies wie goed is en wie slecht.' Bovendien ziet een commissie veel, maar niet alles. 'Er zijn daardoor altijd argumenten te verzinnen om heel andere conclusies aan zo'n rapport te verbinden dan de commissie doet.'
Heeft de visitatie de WB-onderzoekscultuur verbeterd? 'Wij hadden al een cultuur van onderling overleg en samenhang in het onderzoek, dus daar hoefde de commissie niets aan te verbeteren.' Vroegop wijst er tenslotte ook nog even fijntjes op dat het bewerkelijke en kostbare onderzoeksbeoordelingsstelsel een 'opgelegd systeem' blijft. 'Als we als faculteit zelf hadden kunnen beslissen en zelf kosten en baten hadden mogen afwegen, hadden we het waarschijnlijk niet op deze manier gedaan.'