Marvin Minsky en John Allen Paulos komen in eigen persoon, Douglas Hofstadter doet mee per videolink. De faculteit Informatica heeft tal van bekende onderzoekers op het terrein van filosofie, cognitiewetenschappen, computerwetenschap en kunstmatige intelligentie opgetrommeld om acte de présence te komen geven op de themadagen over 'berekende humor' die ze van 11 tot 14 september organiseert ter gelegenheid van haar derde lustrum.
De vraag is deze: kan een computer ooit volautomatisch een grap begrijpen of er zelfs een maken? Volgens sommige experts is dat mogelijk, mits menselijke humor eerst in formele modellen kan worden ondergebracht. Met behulp daarvan zou een computer dan in principe kunnen leren om geestig te zijn. Het idee is niet onzinnig, want een geestige computer zou de mens-machine interactie een stuk gebruiksvriendelijker kunnen maken.
De lustrumactiviteiten van INF zijn rond het thema computers en humor opgezet. Grootste publiekstrekker is het symposium van woensdag 11 september in het Collegezalencomplex. Aanwezig is de Amerikaanse expert in kunstmatige intelligentie Marvin Minsky, verbonden aan de Computer- en Medialabs van het Massachusetts Institute of Technology en schrijver van boeken als 'The Society of Mind'. Andere gasten zijn Oliviero Stock (Italie), Graeme Ritchie (Schotland) en Hugo Brandt Corstius (Nederland).
De eerder in deze krant aangekondigde computergoeroe Douglas Hofstadter - auteur van de classic 'Gödel, Escher, Bach: an Eternal Golden Braid'- moet helaas verstek laten gaan. Hij zal echter via een videoconferencing-verbinding toch 'aanwezig' zijn en vanuit Bloomington in de Verenigde Staten spreken over 'Echte creativiteit, pseudo-creativiteit en het Eliza-effect'.
Op donderdag 12 en vrijdag 13 september vinden wetenschappelijke workshops plaats over de interpretatie en generatie door computers van verbale humor. De afsluitende lezing over 'Humor, Logica en Computers' wordt verzorgd door de Amerikaanse wiskundige John Allen Paulos - bekend van de term 'ongecijferdheid' en boeken als 'Mathematics and Humor' en 'I think, therefore I laugh'. Deze lezing is gratis toegankelijk en ook voor niet-ingewijden. Op zaterdag 14 september is er in de Vrijhof een slotseminar over de analyse van 'langere humoristische teksten' van onder meer Woody Allen.
Tijdens het woensdag-symposium zal in principe ook de winnaar bekend worden gemaakt van de eerder uitgeschreven essaywedstrijd voor INF-studenten over 'berekende humor'. Er ligt een hoofdprijs klaar van duizend gulden die zal worden uitgereikt door juryvoorzitter Gerrit Krol. Volgens wedstrijdsecretaris Joris Hulstijn (INF) is de essay-oogst echter wat mager.
Kok bij lustrum BSK
Minister-president Wim Kok houdt op 3 oktober een lezing aan de Universiteit Twente. Hij is die dag te gast op het lustrumcongres 'Setting Priorities' van de faculteit Bestuurskunde, die twintig jaar bestaat. In zijn lezing zal Kok ingaan op het stellen van prioriteiten in het openbaar bestuur en op de problemen die dat politiek en maatschappelijk met zich meebrengt. Het congres wordt gehouden in het Collegezalencomplex.
Behalve door premier Kok zal het maken van keuzes ook belicht worden door de econoom prof. O. Williamson van de Universiteit van Californië in Berkeley. Williamson richt zich op de vraag of de manier waarop bedrijven in de marktsector hun prioriteiten stellen ook in de politiek en het openbaar bestuur kan worden ingevoerd. Tijdens middagsessies komen lastige keuzes in onder meer het justitie-, milieu- en onderwijsbeleid aan de orde.
Wegens het lustrum heeft de faculteit ook een Open Dag georganiseerd. Die vindt op 4 oktober plaats in Theater Concordia, Enschede. Het programma vande Open Dag zal met lezingen, discussies en amusement terugblikken op allerlei veranderingen die de afgelopen twintig jaar in de samenleving en bij de overheid zijn opgetreden. Na een inleiding van dr. Jan Terlouw, Commissaris van de Koningin in Gelderland, volgt er een vijftal debatten over overheidszorg, zoals politieke vernieuwing en regionaal-economisch beleid.
Mars naar KNAW
Hoogleraar kennistechnologie en oud-decaan van de faculteit Informatica prof.dr.ir. Koos Mars verlaat gedeeltelijk de UT. Hij wordt per 1 september adjunct-directeur voor elektronische diensten bij het nieuw te vormen Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten (NIWI) van de KNAW in Amsterdam. Mars gaat er vier dagen per week werken. Voor één dag per week blijft hij de komende vijf jaar nog aan INF verbonden.
Per 1 september 1997 fuseren vijf KNAW-instituten op het terrein van de wetenschappelijke informatieverzorging tot één nieuw instituut, het NIWI. De samen te voegen instellingen zijn de Bibliotheek KNAW (Amsterdam), het Sociaal-Wetenschappelijk Informatie- en Documentatiecentrum (SWIDOC, Amsterdam), het Nederlands Bureau voor Onderzoek Informatie (NBOI, Amsterdam), het Nederlands Historisch Data Archief (NHDA, Leiden) en het Bureau voor de Bibliografie van de Neerlandistiek (BBN, Den Haag).
Het nieuwe NIWI, dat circa 140 medewerkers zal tellen, gaat zijn gebruikers in de toekomst elektronische diensten, documentleverantie, informatie over lopend onderzoek, data-archieven en bibliografische bestanden aanbieden. De oprichting van het NIWI moet komend jaar worden voorbereid door de nu benoemde directie, die behalve uit Mars bestaat uit directeur dr. W. van Gils en adjunct-directeur marketing drs. M. van der Graaf.
Volgens Mars komt zijn switch naar het NIWI voort uit een 'seven year itch' als voltijds hoogleraar en is die gebaseerd op zijn interesse voor wetenschappelijke informatievoorziening. Hij noemt zijn werk bij het NIWI een praktische realisatie van wat op meer theoretisch danwel prototypisch niveau binnen de onderzoeksgroep Kennistechnologie wordt gedaan. Mars hoopt nu via zijn deeltijdleerstoel op een kruisbestuiving tussen NIWI en INF.
Als decaan was Mars enkele jaren terug nauw betrokken bij de ingrijpende reorganisatie bij INF. Die ervaringen als decaan hebben slechts indirect bijgedragen tot zijn besluit. Mars: 'Ik heb het besturen en organiseren tegen mijn verwachtingen in heel leuk gevonden, en ik ging dus op zoek naar een nieuwe functie waar ik wetenschap en management kon combineren.'
Mars' parttime vertrek uit Twente is ook geen uitvloeisel van het nog altijd voortgaande reorganisatieproces. 'Mijn groep Kennistechnologie wordt niet bedreigd. Het vakgebied zal ook in de toekomst in stand blijven', aldus Mars. Het is evenwel niet zeker of de door Mars achtergelaten vier dagen per week op hoogleraarsniveau zullen worden opgevuld.
