Bomen

| Redactie

Ik ging met de bomen praten. Maar voordat ik vertrok ontmoette ik dat meisje. Het was op een feestje, er was een bont gezelschap, maar vanaf het moment dat zij mij aansprak, sloop al het overige langzaam buiten beeld. De hele avond stond ik met haar op die ene vierkante meter die over was van een voor de rest met meubels volgestouwd balkon.

We praatten. En soms ook praatten we even niet. Dat waren de meestzeggende momenten, de momenten dat we het dichtst bij elkaar waren. En tegelijk ook waren dat de onzekerste momenten. Alsof het zwijgen schrijnend blootlegde hoeveel ik haar nog wilde zeggen, maar haar niet dorst te zeggen, en daarom schielijk overstemde door door te praten over...

Over de maatschappelijke lasten van het roken van een sigaret. Daar is diepgaand onderzoek naar gedaan, daar zijn rekenmodellen voor opgesteld waarin de kosten en baten exact tegen elkaar afgezet worden, want het zou toch vreselijk jammer zijn als wij straks de emu-norm niet mochten halen doordat de maatschappelijke lasten van het roken van een sigaret toch nog net twee cent hoger blijken uit te vallen dan dat wij op Prinsjesdag hebben begroot.

Of over het kroonprinselijk optreden bij belangrijke sportevenementen. Mag Willem Alexander tongzoenen met Ron Zwerver wanneer die zojuist een gouden smash heeft geslagen? En mag hij een gouden hockeyster bij d'r billen grijpen? Yvonne van Gennip mocht hij indertijd wel bij d'r billen grijpen; nooit meer heeft die Van Buren zo hard geschaatst als die keer dat hij Yvonne van Gennip bij d'r billen mocht grijpen. Ja, over dit soort kwesties kan ik uren door ouwehoeren. Als het moet. En deze avond moest het.

En daarom ging ik met de bomen praten. Maar voordat ik vertrok belde ik haar en vroeg haar dat als zij een boom mocht worden, wat voor boom dat dan moest zijn. Ze koos de treurwilg. En ik zei dat ik dat vreemd vond, omdat je dan meteen weer een identiteitscrisis had, ik bedoel, dat je er dan eindelijk in geslaagd was om van een mens in een boom te veranderen en dat je er dan achter moest komen dat je toch eigenlijk liever een liaan wilde zijn. Dat zei ik haar, want ik had haar aan de telefoon en dat voelde bijna net zo gevaarlijk dichtbij als zwijgend op een volgepakt balkon.

En toen ging ik met de bomen praten. Het was een eik. Ik vroeg hem hoeveel accijns er op een pakje shag moest, maar daar ging hij niet op in. Zo praten bomen niet. Als je met een boom wilt praten moet je dicht bij hem gaan staan, en zwijgen. De wereld sloot zich om ons heen. We hoorden krekels, vogels, zagen uit over een dal. En gaande het gesprek verenigden onze gedachten zich bij dezelfde treurwilg.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.