'EL-studenten vallen mee, 't zijn helemaal geen nerds'

| Redactie

De eerste ronde multidisciplinaire ontwerpopdrachten mag als geslaagd worden beschouwd. In meerderheid zijn de deelnemende studenten enthousiast over deze manier van werken. De cultuurverschillen tussen de verschillende disciplines blijken kleiner dan verwacht. 'EL-studenten vallen best wel mee, het zijn helemaal geen nerds', aldus een BSK-student.

In totaal dertig ouderejaars studenten hebben zich in het derde trimester beziggehouden met een multidisciplinaire ontwerpopdracht. In teams van zes tot tien studenten, gerecruteerd uit verschillende studierichtingen, bogen zij zich over vier opdrachten. Met dit keuzevak waren zes studiepunten te verdienen. Vrijwel alle studenten die om een reactie wordt gevraagd, laten zich positief uit over de ontwerpopdracht.

BSK'er Filip Taylor Parkins: 'Het is erg goed bevallen. We hadden een hele leuke groep, het resultaat was best bevredigend en het was een interessante en actuele opdracht.' Parkins' team hield zich bezig met een transpondersysteem voor verkeersmanagement. Opdrachtgever was de Algemene Landelijke Verkeersdienst in Driebergen. De Wetenschapswinkel trad als bemiddelaar op.

De oorspronkelijke opdracht was het ontwerpen van een transpondersysteem. Maar na een gesprek met de opdrachtgever in de derde week bleek die helemaal niet op zoek te zijn naar een apparaatje. Het ging hem om de bestuurlijke en juridische implementatie, niet het fysieke produkt.

Stefan van der Voorn (TBK) uit dit projectteam: 'Vooral in het begin was het heel erg zoeken. Er was geen duidelijke opdrachtomschrijving. Daardoor was het tijdsbestek vrij kort. Dat was wel jammer omdat je daardoor niet heel diep op de materie in kon gaan.' Zijn advies voor een eventuele vervolgronde: 'Het belangrijkste is dat er een duidelijke, concrete opdracht is. De docenten moeten vantevoren goed weten wat ze willen en de groep moet zorgvuldig worden samengesteld. Wij waren met een informatiesysteem bezig, maar er zat geen informaticus bij. Misschien kan de groep zelfs nog multidisciplinairder.'

Niet super

TW-student Jeroen Leeflang werkte mee aan een project over het modelleren van waterkwaliteit. Het is hem 'niet super' bevallen. 'Dit was duidelijk een proefproject, het was nog niet goed georganiseerd. Voordat het op gang was waren we twee weken verder. Ik had het gevoel dat het een beetje snel in elkaar was gezet.' Aanvankelijk zou het gaan om de aanpassing van software. Later bleek echter dat de broncode, het oorspronkelijke programma, niet beschikbaar was.

Ook hij adviseert daarom de begeleiders beter in te schatten om wat voor project het gaat zodat er 'toch iets' van een resultaat kan worden bereikt. Anderzijds: 'Een compleet gestructureerd project is vakinhoudelijk interessant, maar dan leer je als projectgroep niks.'

Dat is precies het dilemma waar de docenten mee zitten. Rien Kolkman, begeleider van deze opdracht: 'Het eindresultaat op het technisch vlak is niet helemaal wat ik er vantevoren van had verwacht. Maar als leerervaring was het een succes.' Zeven jaar projectwerk bij TNO hebben hem geleerd dat zoeken in de beginfase er nu eenmaal bijhoort: 'Vaak is de opdracht zoals die wordt geformuleerd door de opdrachtgever niet het echte probleem, maar een eerste aanzet tot een oplossing. Dus moet je er achter zien te komen wat de opdrachtgever nu eigenlijk wil, waaraan hij behoefte heeft. Bij dezeopdracht bleek dat de software niet beschikbaar was. Dat is een frustratiepunt. De projectgroep heeft nu halverwege een herstart moeten maken. Maar het is heel belangrijk om dat een keer mee te maken. Dit overkomt je toch vroeger of later een keer. De komende tijd zullen we moeten bekijken waar je het accent op legt: het ontwerp of de multidisciplinaire samenwerking.' Voor beiden valt iets te zeggen, vindt Kolkman. 'Mijn voorkeur gaat uit naar dat laatste.'

Toch blijkt het gebrek aan een duidelijke opdrachtomschrijving de grootste klacht van de studenten. Dat is zeker doorgedrongen tot de commissie die het experiment rond de multidisciplinaire ontwerpopdrachten op touw zette. Half juni moet een officiële evaluatie gereed zijn, maar wat de commissie vooral heeft geleerd is volgens Jan van der Veen van het Onderwijskundig Centrum al duidelijk: 'We hebben onderschat hoe lang het eerste deel van het project duurt. Voor de integratiefase, het echte ontwerpen, zou je meer tijd willen hebben.' De initiatiefnemers zullen zich nog buigen over de oplossing van dit probleem.

Vervolg

Van der Veen verwacht dat het experiment in het derde trimester volgend jaar een vervolg krijgt. Want de deelnemende studenten vinden de multidisciplinaire ontwerpopdrachten zonder meer een aanrader. Wat ze ervan hebben geleerd? 'Werken in een groep en het combineren van kennis', klinkt het zonder uitzondering. Met de cultuurverschillen tussen de verschillende disciplines viel het mee. BSK'ers en TBK'ers zijn al wat meer ervaren in het projectgericht werken. WB'ers en CT'ers hebben een praktijkgerichtere aanpak dan de meer theoretische EL'ers en TW'ers. Maar tot fricties en communicatieproblemen hebben die verschillen nauwelijks geleid en dat was toch wel een beetje de vooronderstelling.

TBK-student Stefan van der Voorn: 'Je krijgt vaak voorgeschoteld dat de samenwerking met studenten uit andere disciplines moeilijk is, alsof dat een heel ander soort mensen is. Maar de samenwerking verliep wonderbaarlijk goed. De afstemmingsproblemen vielen mij erg mee. Soms had ik meer problemen met TBK'ers dan met de studenten van de andere richtingen. Ik denk dat dat meer aan de personen ligt dan aan de studie die ze doen.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.