Leeuwarden ontplooit een heel scala aan niet-kernactiviteiten, variërend van deelname aan het Innovatiecentrum Friesland en het Fries Milieu-Instituut tot projecten als 'Kennis van Groot naar Klein' (overdracht van deskundigheid van groot- naar kleinbedrijf), de opzet van bedrijfsinterne milieuzorg voor de politie van de drie noordelijke provincies, INNOTEL (teleleren en teleonderwijs) en een programma videoconferencing.
Volgens Timmermans (nu nog directeur VF) is dit alles een noodzakelijke verbreding van de oorspronkelijke opzet van de VF. Hij bestrijdt dat het gaat om een compensatie voor de lage instroomcijfers. 'Essentieel was de bemoeienis van de provincie Friesland en de Friese Kamer van Koophandel. Die oefenden sterke aandrang uit op de UT om dit soort dingen te gaan doen ter stimulering van de regionale economie', aldus Timmermans.
Trots
Trots zijn ze in Leeuwarden op de eenjarige voltijdse postacademische opleiding milieuadviseur (Master of Environmental Business Administration), overgenomen van en inhoudelijk gecoördineerd door het Centrum voor Schone Technologie en Management (CSTM) aan de UT. De cursus, bedoeld voor werkloze afgestudeerden, kreeg vorig jaar 1,2 miljoen gulden van het Europees Sociaal Fonds voor de opzet van een tweede jaargang.
Van deze opleiding wordt inmiddels ook een internationale variant voorbereid - voor studenten uit Latijns-Amerika. De keuze voor dit continent is niet geheel toevallig; Kees Timmermans legde hoogstpersoonlijk de kiem toen hij tijdens 'familiebezoek' in Chili in contact kwam met een lokale universiteit. Onlangs reisde hij alweer door Chili, Ecuador en Venezuela.
Workshops
Voor het project is ELAINE (Europe Latin America Network on Environment) opgericht, een door de EG gesteund samenwerkingsverband van de VF (penvoerder) met universiteiten in Chili, Portugal, Spanje en Venezuela. VF en CSTM organiseren hiervoor samen workshops in Oporto (oktober 1996) en Caracas (april 1997) en een conferentie in Leeuwarden (oktober 1997).
Best een leuk internationaal succesje, vindt Timmermans, het resultaat van de 'krachtige combinatie' van de VF, het CSTM (inhoudelijke expertise) en de Liaison Groep (Europese connectie). 'Zo zie je wat synergie vermag. ' Er wordt volgens Timmermans al gedacht aan twee Europese vervolgprojecten op ELAINE, eveneens met fraaie meisjesnamen uitgerust. PAMELA moet Latijns-Amrikaanse universiteiten helpen om zelf zulke milieucursussen op te zetten, ANGELA betreft de opzet van kortere milieuopleidingen.
Stichting
Met het oog op Zuid-Amerika heeft Timmermans met H. Bloem (TRD) zelfs een particuliere stichting opgericht, de Dutch Chili Foundation, die zichbezighoudt met uitzending van deskundigen, onder meer van de UT. Timmermans: 'De UT doet onderzoek en onderwijs, maar er komen ook vaak vragen op ons af die daarbuiten vallen. Die verwijzen we door naar de stichting.' Dit gebeurt op verzoek en zonder winstoogmerk; alleen reis- en verblijfskosten worden vergoed. Het geld komt van sponsors uit het bedrijfsleven.
CvB-portefeuillehouder F. Schutte vindt het niet bezwaarlijk dat de VF zich met buitenlandse projecten als ELAINE bezighoudt. 'Ach, als zich eens een mogelijkheid voordoet via een EG-programma, waarom niet? Er was nu eenmaal expertise opgebouwd, en het wordt ook volledig betaald. Maar het is natuurlijk géén core-business voor Leeuwarden, noch voor de UT.'
Stilte
Op onderzoeksgebied is het Technologisch Onderzoekcentrum Noord-Nederland (TONN) het grootste derde-geldstroomproject. Hierbij werkt de UT samen met twee Friese HBO-instellingen: de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) en het Van Hall Instituut (VHI), de voormalige Rijks Agrarische Hogeschool. Doel is het opkrikken van de technologische infrastructuur in het noorden via kennistransfer en onderzoek voor midden- en kleinbedrijf.
Aanvankelijk verliep de WO-HBO-onderzoekssamenwerking moeizaam. Nadat de partners in 1992 onder toeziend oog van oud-Commissaris der Koningin Wiegel een intentieverklaring en in 1993 een samenwerkingscontract hadden ondertekend, viel langdurige stilte. Op de werkvloer was men het vlot eens, op bestuurlijke niveau had een en ander nogal wat voeten in aarde.
Het wachten was ook op twee toegezegde subsidies: een subsidie van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van 1,6 miljoen gulden en een EZ-subsidie van 1,3 miljoen - verstrekt op voorwaarde van een omzetontwikkeling van 7,3 miljoen tot 1998. De gelden kwamen najaar 1995 beschikbaar; vanaf dat moment kon het TONN de markt echt gaan benaderen.
Inmiddels gaat het lekker met het TONN, meldt directeur A. van Geffen. 'De zaak staat goed in de startblokken.' Er zijn twee 'units' opgezet: Milieu en Schone Technologie (UT-VHI) en Mechatronica (UT-NHL). Over een unit Biotechnologie wordt nog gedacht. Bij MST zijn al enkele projecten gestart, de unit Mechatronica staat klaar om de markt op te gaan.
Afvalwater
Een groot MST-project is de opdracht van VROM voor de opzet van een Landelijk Steunpunt Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA). Vanaf 2005 mag niet meer zomaar op het oppervlaktewater worden geloosd; bedrijven en particulieren zonder rioolaansluiting moeten dan een IBA hebben. Het TONN gaat derhalve een 'generaal distributiepunt van kennis' opzetten en zelf exploiteren als een zichzelf bedruipend onderdeel van het TONN. Het steunpunt zal informatie gaan inwinnen bij toekomstige IBA-gebruikers, onderzoek doen, systemen demonstreren en misschien certificeren.
Bedoeling is dat de TONN-activiteiten worden geschraagd door de aanstelling van twee nieuwe UT-hoogleraren - Milieu en Schone Technologie en Mechatronica - die in deeltijd voor het TONN gaan werken. Volgens Schutte (penningmeester van het TONN-bestuur) wordt hieraan gewerkt. Over MST wordt overlegd met CT, over Mechatronica met EL. Maar oorspronkelijk had de eerste prof eind 1996, de tweede het jaar daarop moeten beginnen.
Volgens de faculteiten ligt de vertraging echter niet aan hen. EL-decaan J. van Amerongen laat weten dat zijn faculteit de leerstoelplannen heeft klaarliggen, maar eerst zekerheid wil over de financiering. CT kan in ieder geval geen middelen ter beschikking stellen, waarschuwt zijn CT-collega W. van der Linden. 'Het probleem is ook dat de financiële situatie er niet beter op is geworden. De oude optie was dat het Rijk een rechtstreekse bijdrage zou leveren, maar dat commitment ligt er niet meer.'
Financiering
Het TONN zal het geld dus zelf bij EG, Rijk, provincie en bedrijfsleven moeten lospeuteren. In hoeverre is die financiering rond? Schutte: 'Dat commitment is voor 90 procent rond, alleen de provincie moet binnenkort nog besluiten. Dan kan het traject verder worden ingegaan. Een en ander hangt trouwens wel nauw samen met het genereren van opdrachten door het noordelijk bedrijfsleven, maar dat was een bekende randvoorwaarde.'
Volgens Timmermans, TONN-coördinator voor de UT, moet het TONN de financiële randvoorwaarde voor de leerstoelen zelf regelen. Die klus zal dan wel vertraging oplopen, want directeur Van Geffen vertrekt per 1 juni naar Bakkenist Management Consultants. Zorg over het TONN is volgens Van Geffen echter onnodig: 'Er is wel degelijk een markt in het noorden, maar die vergt veel effort. Bedrijven zijn gespitst op innovatie, maar meer nog op kosten; qua acquisitie zul je daarom extra hard moeten knokken.'