Automatische tijdwaarneming vergt alleen nog kleine aanpassingen

| Redactie

Voor het eerst in de geschiedenis kwam de computerploeg na afloop van de Batavierenrace kwam de computerploeg dit jaar met een lijst met aanbevelingen. Volgens hoofd tijdwaarneming Sebastiaan Smeitz toont dit aan dat het tijdwaarnemingssysteem, op een klein aantal haperingen na, prima heeft gefunctioneerd: 'In vorige jaren kon de computerploeg daar niet eens aan beginnen. Zoveel ging er mis. Maar dit jaar hadden we 's avonds om kwart voor tien al alle uitslagen paraat. Dat is beduidend sneller dan andere jaren. Het uitblijven van tussentijden aan het begin van de race was te wijten aan menselijke fouten.'

Het tijdwaarnemingssysteem van de Batavierenrace is voortdurend aan vernieuwing onderhevig. Ooit werden alle deelnemers handmatig geklokt op tijdlijsten, die vervolgens naar Enschede werden gebracht. Daar werden de gegevens verwerkt. Daarna werd een aantal jaren gebruikt gemaakt van computers waarbij nog handmatig het ploegnummer moest worden ingegeven. Vorig jaar werd het Automatische Tijdwaarnemingssystteem (ATR) geïntroduceerd. De renners kregen een hes met daarin een chip. Het finishpoortje registreerde de volgorde van binnenkomst en een computer koppelde aan iedere loper een tijd. Dit gebeurde met draagbare computers. Nadeel van deze computers was dat deze op accu's werkten, die maar anderhalf uur mee gingen. Kwamen lopers net binnen in de tijd dat de accu werd verwisseld, dan gebeurde de tijdkoppeling handmatig en dus minder nauwkeurig.

Dit jaar is het ATR verbeterd. De tijdmeters waren niet meer afhankelijk van draagbare computers, want ieder poortje had een eigen tijdklok. De kaartcode op de chip in het hesje werd bij binnenkomst omgezet in een ploegnummer en daaraan werd gelijktijdig een tijd verbonden. Deze gegevens werden opgeslagen in het geheugen van het poortje. Na het sluiten van het wisselpunt kwam de ATR-service om de gegevens met een laptop uit te lezen en op flop te zetten. Deze floppy's werden door tijdrijders per motor naar Enschede gebracht. 'Een zeer aanzienlijke tijdwinst', vindt Smeitz.

Voor alle zekerheid werden ook nog tijdlijsten bijgehouden, want 'je kunt nog niet blindelings vertrouwen op computers'. Dat was maar goed ook, want zo nu en dan ging er wat mis. Bij ieder wisselpunt werden gemiddeld vijf tot acht lopers niet geregistreerd, omdat zij bijvoorbeeld hun hes niet goed of niet meer aanhadden. Bij de finish stonden twee poortjes, die niet met elkaar bleken te synchroniseren. Hierdoor werden ruim dertig lopers niet geregistreerd.

Bij de eerste etappe ging groep vier, met de snelle lopers, ongeveer twee minuten te vroeg weg. Onwaarschijnlijk snelle tijden waren het gevolg. Smeitz: 'We vermoeden dat iemand gewoon twee minuten te vroeg op het fluitje heeft geblazen. Jammer, maar helaas. We hebben het niet gecorrigeerd, want voor het eindklassement maakte het niets uit. Alle lopers uit groep vier hebben evenveel geluk of pech gehad. Volgend jaar zorgen we voor een betere registratie bij de start.'

Wat bovendien vertragend werkte bij het verstrekken van tussenuitslagen in de vroege uren van de ochtend was het feit dat het timingteam nog moest opstarten. Deze ploeg had de taak bij de herstarts met tussentijden te komen. Bij Dinxperlo ging dit niet, omdat hun computer daar niet aan het poortje kon worden gekoppeld. 'Tel daarbij de verwarring over de te snelle uitslagen van de eerste etappe op en je begrijpt waarom de uitslagen 's morgens op zich lieten wachten', zegt Smeitz. 'De mensen van het timingteam waren deels gewoon te moe. De helft van deze groep bestond uit leden van de radio-amateurgroep ETGD, die wekenlang tot diep in de nacht al bezig waren geweest met het bouwen van de tijdregistratiekasten. Ze hebben ontzettend goed geholpen met de bouw van de elektronica. Moe of niet, zonder hun hadden we het echt niet gered.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.