Gerechtshof stelt UT in gelijk

| Redactie

Na de Almelose rechtbank heeft onlangs ook het gerechtshof in Arnhem de UT in het gelijk gesteld in een conflict met de vormgeversmaatschap Harsta, Crouwel, BNO te Almelo. Harsta eiste een schadevergoeding van de UT nadat de UT een volgens hen reeds verstrekte opdracht voor een nieuw bewegwijzerings- en informatiesysteem voor de Vrijhof te elfder ure zou hebben afgeblazen. De Almelose rechter wees de vordering in mei 1995 af.

Harsta daagde de UT in december 1991 voor de rechter omdat de universiteit weigerde 34 duizend gulden te betalen voor de door Harsta ontworpen bewegwijzering. Volgens de vormgeversmaatschap waren de onderhandelingen over de opdracht al zo ver gevorderd waren dat de UT deze redelijkerwijs niet meer zonder betaling mocht afbreken. Zo zou de UT vooruitlopend op realisering al opdracht hebben gegeven voor een proefopstelling.

De vordering van Harsta werd in mei 1995 door de Almelose rechtbank afgewezen. Harsta ging daarop in hoger beroep. Pogingen tot schikking leidden in september 1995 niet tot resultaat. In een vonnis van 2 april oordeelde het Arnhemse gerechtshof, net als de Almelose rechter, dat de UT niet onrechtmatig jegens Harsta heeft gehandeld, en dat derhalve de door Harsta geëiste schadevergoeding niet hoeft te worden betaald.

De UT schakelde de vormgeversmaatschap Harsta, Crouwel in 1991 in om een nieuw bewegwijzerings- en informatiesysteem voor de Vrijhof te ontwerpen voor een richtbedrag van 65 duizend gulden, met de aantekening dat de kosten hoger mochten uitvallen mits van een duidelijke meerwaarde sprake was. Twee opdrachten werden verstrekt: voor het doen van een offerte à raison van 3000 gulden en voor het inrichten van een 'proeftuin'.

De beloofde offerte liet echter bijzonder lang op zich wachten. Daarom trok de UT de opdracht voor de proeftuin najaar 1991 weer in. Op de valreep, eind november, kwam er toch nog een offerte (met twee varianten). De UT vond deze echter te laat, te onvolledig en te hoog: 95 duizend resp. 138 duizend gulden, exclusief omzetbelasting en honorarium. Toen Harsta na overleg niet bereid bleek binnen vijf dagen met een uitgewerkte offerte te komen, blies de UT de hele zaak af. Daarop reageerde Harsta met de nota van 34 duizend gulden ontwikkelkosten, die de UT dus weigerde te betalen.

Na het opzeggen van de samenwerking met Harsta heeft de UT in februari 1992 Kruger & Molenaar, Vormgevers verzocht om een nieuw ontwerp te schetsen voor de grafische vormgeving en bewegwijzering van de Vrijhof. Op basis van dit ontwerp en de bijbehorende gedetailleerde begroting gaf de UT het bureau in mei van dat jaar de opdracht tot ontwerp en realisering van het bewegwijzeringssysteem. Kosten: 70 duizend gulden exclusief BTW.

Volgens het Arnhemse gerechtshof voldeed de offerte van Harsta niet aan de daaraan in redelijkheid door de UT te stellen eisen. Doordat de offerte incompleet was, kon de UT niet weten waarin nu precies de verlangde meerwaarde van de aangeboden dure ontwerpen school, temeer daar Harsta, toen dit eenmaal duidelijk was geworden, niet bereid bleek om binnen vijf dagen alsnog een complete, uitgewerkte offerte te verschaffen.

Het hof vindt dat de Almelose rechter terecht heeft geoordeeld dat de UT alleen opdracht heeft gegeven voor een offerte en een proeftuin (later in overleg met Harsta ingetrokken), nooit voor het eigenlijke ontwerp. Daarom mocht Harsta er ook niet van uit gaan dat zij de uiteindelijke opdracht zou gaan uitvoeren. De hoog uitgevallen kosten van Harsta's ontwerp zouden volgens het hof op zich aanvaardbaar zijn geweest, mits de meerwaarde maar was aangetoond. Op basis van de aangeleverde offerte was dat echter niet voldoende het geval, aldus het hof.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.