Vorig jaar zomer heeft minister Ritzen de drie technische universiteiten verzocht te bezien in hoeverre het mogelijk is de lerarenopleiding voor een groter deel onder te brengen in de eerste fase. De ingenieursopleiding is immers verlengd tot vijf jaar. Aan het idee van Ritzen kleven volgens de 25 respondenten echter een aantal bezwaren.
Zo waarschuwen zij ervoor dat in de nieuwe opzet de afstudeeropdracht en de lerarenopleiding door elkaar kunnen gaan lopen. Bovendien zou een langer predoctoraal deel studenten kunnen afschrikken de lerarenopleiding te volgen. Dit gaat immers ten koste van de 'reguliere' ingenieursopleiding. Ook verhoogt een groter predoctoraal deel de drempel voor 'spijtoptanten', studenten die pas ná hun doctoraal voor het leraarschap kiezen.
Sanne Dijkstra, als hoogleraar verantwoordelijk voor het volledige onderwijskundige gedeelte van de opleiding en voorzitter van de taakgroep die de opleiding verzorgt, meent dat Ritzen de aanbevelingen van de afgestudeerden ter harte zal nemen. 'Het is mijn inschatting dat de minister het van belang vindt dat er ingenieurs voor de klas blijven staan. Hierdoor wordt bij vwo'ers de interesse voor technologie gewekt, onderhouden en versterkt. Het overdragen van technologisch denken aan havisten en vwo'ers vindt deze minister belangrijk.'
Dijkstra is 'erg gelukkig' met de uitkomst van de enquête. 'Van de respondenten zit 80 procent in het onderwijs en ze zijn best tevreden over de opleiding die ze hebben gehad.' De enquête zal onderdeel worden van de zelfstudie die deze zomer wordt geschreven voor de visitatie die aan het eind van dit studiejaar plaatsheeft. Die visitatie kan wel eens belangrijk worden, omdat de accreditering van de lerarenopleiding afloopt en de bekostiging dan wordt heroverwogen. Gezien de resultaten van de enquête maakt Dijkstra zich weinig zorgen over de beoordeling van de kwaliteit van de opleiding. Maar hij heeft wel zorg over de omvang. De minister vindt dat een zelfstandige opleiding minimaal twintig studenten moet tellen. Dit lukt de laatste jaren in Twente net.
