Universiteit en haar structuur

| Redactie

Hieronder volgt het discussiestuk dat de studenten hebben ingebracht ten behoeve van de overlegronde met het College van Bestuur over de modernisering van de universitaire bestuursorganisatie. Het stuk is tot stand gekomen na overleg met de STOC, de RCV, de KPS, de DD, de SRD, Fact, het OS en de Sportraad. Een nadere beschouwing van alle recente literatuur aan de UT over de discussie rondom de uni

Hieronder volgt het discussiestuk dat de studenten hebben ingebracht ten behoeve van de overlegronde met het College van Bestuur over de modernisering van de universitaire bestuursorganisatie. Het stuk is tot stand gekomen na overleg met de STOC, de RCV, de KPS, de DD, de SRD, Fact, het OS en de Sportraad.

Een nadere beschouwing van alle recente literatuur aan de UT over de discussie rondom de universitaire bestuursstructuur leert ons dat deze discussie het niveau van een briefwisseling nog niet is ontstegen. Ondanks de universiteitsbrede belangstelling en discussie willen de verschillende koepels, raden en colleges maar niet nader tot elkaar komen. Zo hebben reeds alle raden en koepels kennis genomen van het discussiestuk van het College van Bestuur (CvB), en zijn er diverse discussies gevoerd met het CvB. Naast al deze discussies zijn er ook verscheidene brieven en reacties geschreven door faculteitsraden en -besturen. Ook de KPS en de studentenvakbond SRD hebben gereageerd.

Opvallend

Opvallend aan de discussie rondom de bestuursstructuur is het feit dat een degelijke analyse ontbreekt. Een analyse waarin staat wat de knelpunten van de huidige structuur zijn. De 'problemen' die het CvB in zijn discussiestuk aandraagt, worden door de verschillende gremia erkend als zijnde problemen, maar missen een structurele basis. Daarom betitelen wij de aangedragen problemen liever als incidenten. Het is duidelijk dat incidenteel disfunctioneren geen aanleiding kan en mag zijn voor een wijziging van de bestuursstructuur. De link die wordt gelegd tussen de genoemde incidenten en het wetsvoorstel Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie (MUB) komt voor ons dan ook uit de lucht vallen.

Een ander punt dat vaak terugkeert in de discussies over de bestuursstructuur wordt gevormd door de externe ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen vormen inderdaad een belangrijke randvoorwaarde voor de universiteit. De universiteit zal hierin echter echte 'dreigingen' moeten onderscheiden van gefingeerde dreigingen.

Terughoudend

Wij achten een gedegen opzet van de discussie in het belang van een 'op maat gesneden bestuursstructuur'. Veranderingen dan wel complete omslagen op bestuurlijk niveau worden door ons zeker niet geschuwd. Wel zijn wij van mening dat enige terughoudendheid in acht moet worden genomen; overhaast genomen beslissingen moeten worden voorkomen. Dit getuigt niet van bestuurlijke besluiteloosheid maar van een professionele aanpak en het voorkomt bovendien een vooringenomen discussie.

De studenten zullen de huidige bestuursstructuur als uitgangspunt nemen en vanuit die situatie een mening vormen over de universiteit als organisatie en de universitaire bestuursstructuur.

De universiteit is een complexe organisatie. Enerzijds wordt de universiteit vanuit de overheid en de maatschappij verantwoordelijk gehouden voor het onderwijs en onderzoek dat zowel binnen als buiten de instelling wordt uitgevoerd. Anderzijds wordt de universiteit gestimuleerd zelfstandig te opereren. Vooral op financieel terrein moet de universiteit steeds vaker zichzelf zien te bedruipen. De universiteit bevindt zich al met al in een ingewikkelde positie. Die positie vraagt om een, inderdaad, hechte universiteit die, wil zij in de toekomst blijven bestaan, interne wrijvingen dient te reduceren omhaar aandacht zo efficint mogelijk te kunnen richten op haar taken.

Steeds weer komt in de discussie over de universitaire bestuursstructuur het verdelen van aandacht en aandachtspunten naar voren. Het CvB stelt in zijn discussiestuk dat 'interne affaires' te veel aandacht vragen en dat de universiteit voor haar eigen bestwil meer naar externe ontwikkelingen moet kijken. Het CvB legt dus het zwaartepunt van de aandacht bij de externe ontwikkelingen. Verder geeft het CvB in zijn discussiestuk aan, dat de door het College voorgestelde veranderingen een noodzakelijke omslag bewerkstelligen.

Door op deze wijze de discussie over de bestuursstructuur in te gaan, stuurt het College aan op een vooringenomen discussie. Afgezien van het feit of dit nou bewust of onbewust is gebeurd, willen wij met dit stuk onder meer bewerkstelligen dat het CvB zich dit realiseert en, in geval van een onbewuste stellingname, zijn invalshoek kan herzien om zo alsnog een discussie aan te gaan die de benodigde tijd krijgt en waard is. De uitkomst van een dergelijke discussie zal bijdragen aan een versterking van de positie van de Universiteit Twente.

Evenwicht

Studenten en personeel zijn wel degelijk bekend met het reilen en zeilen van de universiteit. Tevens dienen zij niet het eigenbelang, maar juist dat van de instelling. Wij zijn ervan overtuigd dat een goed functionerende universiteit intern in evenwicht moet zijn. Ons doel is dan ook een universiteit die intern goed geolied is en bovendien een sterke positie heeft in de maatschappij. Op het eerste gezicht lijkt dit doel tweeledig, nader beschouwd is de scheidslijn echter niet zo duidelijk. Het een blijkt het ander te ondersteunen en andersom.

Een universiteit schaart wetenschappelijk personeel, ondersteunend en beheerspersoneel en studenten onder haar leden. Elke groep onderscheidt zich op grond van haar eigen werkzaamheden. Voor een goed geoliede universiteit is het noodzakelijk dat de wisselwerking en overlap tussen deze geledingen goed geregeld is. Een groot deel van die afstemming vindt plaats op bestuurlijk niveau. De bestuursstructuur mist echter haar doel als zij niet op de organisatie is afgestemd. Een structuur is namelijk geen doel op zich, maar vormt een van de randvoorwaarden waarbinnen de universiteit functioneert. Hierover verschillen de studenten en het CvB van mening. Daar waar het CvB een transparante bestuursstructuur hoog in vaandel heeft, kijken wij breder en beogen wij een transparante organisatie.

Meningen

Er is reeds veel gezegd over het al dan niet naar behoren functioneren van de universitaire bestuursstructuur. Uit deze reacties kunnen, in combinatie met de tot nu toe bekende uitkomsten van de discussie, globaal twee meningen worden gedestilleerd. Enerzijds de mening van het CvB, welke inhoudt dat de huidige inrichting van de bestuurlijke organisatie de benodigde ontwikkeling van de UT belemmert. De oplossing hiervoor zou een sterk top-down georinteerde bestuursstructuur zijn. Anderzijds is er de mening van onder andere de Centrale Commissies Onderwijs, Research, Planning, de KPS, de DD, de SRD, het College van Decanen en de universiteitsraad. Die luidt dat de universiteit als organisatie niet gebaat is bij een hiërarchische structuur. Sterker nog, dat de universiteit zal vastlopen op en door een op machtsbasis gefundeerde structuur. Het zal inmiddels wel duidelijk zijn dat de studenten binnen de UT de laatstgenoemde mening delen. Afgezien van de vraag welke structuur de beste is, is er volgens ons nog een ander belangrijk punt.

Professie

De universiteit huisvest een grote schat aan professie. Deze professie is verspreid over een aantal geledingen. Alhoewel deze geledingen zich van elkaar onderscheiden op grond van hun taak en positie, komen zij allen samen in de UT. Iedere geleding heeft een voor de UT kenmerkend stukje kennis en professie in haar bezit. Dit geldt evenzo voor de afzonderlijke leden van die geledingen. Hier wordt duidelijk wat het verband is tussen een compacte universiteit en haar externe positie. Door de zojuist genoemde afzonderlijke eigenschappen samen te voegen, ontstaat een universiteit die haar krachten bundelt en zo de meerwaarde van de som ten opzichte van de afzonderlijke delen waarborgt.

Deze hechte en goed geoliede universiteit kan een grote hoeveelheid arbeid verrichten. Vergelijk een magneet: de afzonderlijke deeltjes zijn niets meer dan ongeleide pooltjes. Eenmaal georganiseerd vormen ze echter een sterke magneet die, in een juist veld aangebracht, een grote hoeveelheid gerichte arbeid kan verrichten. Het CvB zien wij als de organisator van het geheel. De universiteitsraad kan als de magneet worden gezien. Het CvB initieert het beleid en geeft in wisselwerking met de universiteitsraad de te varen koers aan. In de U-raad stemmen de geledingen het door het CvB geïnitieerde beleid af op de universiteit en vice versa. De toegevoegde waarde van de universiteitsraad is enorm. De studenten en het personeel zijn degenen die zich zowel op de werkvloer bevinden en het beleid van de UT mede bepalen. Verticaler kan het bijna niet.

Aanspraak

Elke geleding heeft op haar eigen manier aanspraak op een vorm van invloed op het universitaire beleid. In het discussiestuk van de SRD ('Hoger Onderwijs Nou') is voor de positie van de student reeds een uiteenzetting gegeven. Ook hebben andere partijen waaronder de KPS en de DD, aangegeven hoe een student in en tegenover de instelling staat. Het feit dat dit discussiestuk tot stand is gekomen via een overleg van bijna alle studentenoverleggen en koepels, geeft aan dat niet alleen de bovengenoemde studentenconglomeraten, maar de hele studentenwereld wel degelijk het belang inziet van een goede universiteit. De reeds door de studenten geschreven en beargumenteerde reacties binnen en buiten de universiteitsraad spreiden inhoudelijk gezien een veel bredere optiek ten tonele dan alleen eigenbelang.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.