Naast de asynchrone communicatiemiddelen die op dit moment het meest gebruikt worden (e-mail, computer conferentie systemen, etc.) is er behoefte aan allerlei extra voorzieningen en afspraken om samenwerking op afstand optimaal te laten verlopen.Het meest gebruikte middel voor de communicatie met andere leden van een projectgroep binnen het BIT-vak 'Applications of Information Technology' (AIT) (http://wwwedu.cs.utwente.nl/~aitnlpbg/) was e-mail. De asynchrone aard van e-mail kan een voordeel zijn omdat er meer tijd is voor het schrijven en lezen van de berichten. In situaties waarin in korte tijd gezamenlijke beslissingen genomen moeten worden is er echter behoefte aan onmiddellijke feedback van de communicatiepartners. Met e-mail weet je vaak niet eens zeker of diegene die je iets wilt sturen wel aanwezig is op dat moment. 'De discussies liggen soms gewoon stil, dan duurt het dagen voordat ik een antwoord op mijn vraag krijg', zo sprak een deelnemer tijdens de meta-discussie van het onlangs in München gehouden virtuele seminar 'Eglichkeiten und Probleme des Lernens in Computernetzwerken'(http://infix.emp.paed.unimuenchen.de/nic/seminar.html). Bij dit seminar werd gebruik gemaakt van een speciaal voor deze cursus ontworpen WWW conferentie-systeem, genaamd Koalah. Omdat de aard van de discussies anarchistisch was, stuurde iedereen gewoon een bericht wanneer hij/zij tijd of zin had. Dit leidde vaak tot zeer trage discussies waardoor de opdrachten niet binnen de gegeven tijd afgerond werden.
Om dit soort problemen te voorkomen, gingen sommige studenten van de AIT-cursus over op het synchrone communicatiemiddel Internet Relay Chat (IRC) voor de communicatie met hun Finse groepsleden. Hierbij is het mogelijk om met meerdere mensen tegelijk te 'spreken' via toetsenbord en beeldscherm. Bij dit soort 'electronische babbelboxen' worden discussies gevoerd in een tempo dat vergelijkbaar is met alledaagse gesprekken. Hier speelt echter een ander probleem: omdat er minder tijd is om na te denken over wat je wilt zeggen, verloopt een discussie vaak ongestructureerder.
Bij het seminar in München speelde ook het ontbreken van een geschikt 'groepsgeheugen' (group memory) de studenten parten. In de interface en functies van het WWW conferentiesysteem Koalah was alleen sprake van een chronologische ordening van de verstuurde berichten. Het zou handiger zijn geweest als de berichten gesorteerd konden worden op bijvoorbeeld datum, auteur en onderwerp zoals bij AIT wel gebeurd is. Ook was het duidelijker geweest als er een onderscheid zou zijn gemaakt tussen de aard van de berichten, zodat in een oogopslag duidelijk is dat het gaat om een verzoek om informatie of een discussiepunt.
We zijn dus op zoek naar een ideale mix van snelle feedback op berichten en een gestructureerd verloop van de communicatie. Dit kan worden bereikt door het hierboven genoemde groepsgeheugen, het vastleggen van communicatie-protocollen en het aanstellen van een moderator. De protocollen moeten bijvoorbeeld beschrijven op welke tijdstippen er uitwisseling van berichten plaatsvindt en hoe er gehandeld moet worden bij calamiteiten. De moderator moet het geheel coördineren en hij zorgt voor de voorbereiding van de discussiepunten, intellectuele begeleiding en individuele aanmoediging van de studenten en de samenvatting van de discussie. De taak van moderator kan ook worden uitgevoerd door een student. Het voordeel daarvan is dat een student directer betrokken is bij de activiteiten in zijn groep. Bovendien kunnen de vaardigheden die worden opgedaan bij het uitvoeren van de rol van moderator een onderdeel zijn van het leerproces.
Bij het seminar in München was een moderator aanwezig. Discussies met de moderator waren echter dikwijls van administratieve aard of gingen over de bedoeling van de opdrachten. Dat de bedoeling vaak niet begrepen werd, lag aan het feit dat de moderator bij zijn omschrijving vaak gedachtensprongen maakte die de studenten niet konden volgen. Dit is een nadeel van een medium zonder audio-visuele informatie van de gesprekspartner.
Al met al kan er nog wel het een en ander verbeterd worden aan de wijze waarop in de genoemde projecten wordt samengewerkt via Internet. Er moeten duidelijke regels voor de structurering van de communicatie en samenwerking opgesteld worden. Een structurering die zorgt voor een juiste combinatie van synchrone en asynchrone communicatie en voor een continue betrokkenheid van studenten, zodat studenten samen meer bereiken dan ieder afzonderlijk.
Toine Andernach is AIO bij Informatica en als docent betrokken bij het BIT-vak 'Applications of Information Technology' (AIT). Elka Remmers is vijfdejaars TO-studente. E-mail adressen: [email protected], [email protected].