Witteman ziet het douceurtje als een stagevergoeding van het NCLR. 'Wij vinden: waarom zou je studenten als ze met hun afstudeerwerk bijdragen aan de doelstellingen van het NCLR, niet daarvoor een vergoeding geven?' Daarnaast beschouwt hij het ook als een aanvulling op de studiebeurs. 'Veel studenten zitten tegenwoordig krap; het is eigenlijk ook een compensatie voor de terugval in studiefinanciering van de laatste jaren.'
Is dat alles? 'Ja, dat het misschien meer afstudeerders aantrekt, is mooi meegenomen natuurlijk. Het zou hypocriet zijn te ontkennen dat dat meespeelt. We hopen dat het een signaal is dat de vakgroep zich voor studenten interesseert.' De vakgroep kan het zich permitteren: 'Wij beschikken via het NCLR over de extra middelen.' En zij mag het ook doen. 'We hoeven de faculteit hiervoor geen toestemming te vragen', aldus Witteman.
De vakgroep QE, samen met het NCLR succesvol in het onderzoek naar hoogvermogen lasersystemen, kampt al jaren met een geringe populariteit onder TN-studenten. Vorig jaar maakte een onafhankelijke evaluatiecommissie op verzoek van het CvB de balans op van vijf jaar samenwerking tussen QE en NCLR. De commissie vond dat de lasergroep zo snel mogelijk meer TN-afstudeerders moet zien aan te trekken (zie special op pagina 8/9).
Het faculteitsbestuur van TN is van de nieuwe financiële tegemoetkoming niet op de hoogte, meldt onderwijsdecaan dr.ir. J. Verberne. Hij zegt echter in een voorlopige reactie niet te spreken te zijn over zo'n regeling. 'Een oneigenlijke manier van concurrentie tussen vakgroepen. Ik vind zoiets buitengewoon ongebruikelijk. Het valt ook buiten de cultuur van de faculteit om studenten voor hun afstudeerwerk te betalen. Het is tenslotte geen externe stage maar een deel van de opleiding', aldus Verberne.
Zesdejaars Rob Analbers koos onlangs als een van de twee van zijn jaar voor een afstudeeropdracht bij QE. Hij is begunstigde van de nieuwe regeling en vond het douceurtje leuk meegenomen. De doorslag gaf het niet. 'Ik vraag me ook af of zoiets nu echt stimulerend werkt. Studenten kiezen toch vooral een vak wat hen echt aanspreekt', aldus Analbers. Dat was in zijn geval het 'toegepast technisch onderzoek' bij QE, volgens hem 'rasecht TN'.
Ir. Ramon Hofstra, die sinds 1994 als oio bij de vakgroep werkt aan de laserbundel van een XeCl-excimeerlaser, koos indertijd als enige van zijn 70 jaargenoten uit pure interesse voor laserfysica. 'Die vergoeding was er helaas nog niet, maar ik vind het een goed idee. Als je extern bij een bedrijf afstudeert krijg je ook stagevergoeding', aldus Hofstra.
Witteman constateert deze week in UT-Nieuws dat de verdeling van afstudeerders over de TN-vakgroepen zeer ongelijkmatig is verdeeld. Volgens hem kiezen veel studenten voor minder inspannende afstudeeropdrachten. Liefst zou hij de keuzevrijheid van studenten inperken. 'Je zou als faculteit een bepaald maximum moeten vaststellen dat een vakgroep mag opnemen.'
Onderwijsdecaan Verberne voelt niets voor Wittemans plan. 'Het beleid van de faculteit is dat studenten zelf hun afstudeerrichting kunnen kiezen. Dat is een groot goed. Wij zien geen reden om daarvan af te wijken. We zien het als een soort open concurrentie tussen vakgroepen, en laten het graag aan hun creativiteit over om te zien hoe ze studenten trekken.'
Het voorstel van Witteman gaat ook de ervaringsdeskundigen Analbers en Hofstra veel te ver. 'Je moet zelf kunnen kiezen', vindt Hofstra. Bovendien helpt het niet, denkt Analbers. 'Als je maxima instelt voorkom je daarmee niet dat studenten een minder aantrekkelijke vakgroep mijden. Om dat te verhinderen moet je ook minima instellen en studenten ergens heensturen, en dat werkt alleen maar problemen in de hand. Je kunt beter proberen studenten te lokken door zo'n vakgroep zich beter te laten profileren.'
Volgens Analbers en Hofstra lijdt de vakgroep al jaren onder een slecht imago. Hofstra: 'Ik hoorde indertijd al verhalen dat je beter niet naar QE kon gaan. Veel studenten spelen daarom op zeker en gaan elders heen, vooral als hun afstudeertermijn beperkt is.' Het probleem is ook dat in het verplichte TN-curriculum behalve het P-vak Inleiding Optica en een simulatiepracticum geen enkel aansprekend vak zit waarop QE zich kan profileren, aldus Analbers. De matige populariteit van QE werkt verder als self-fulfilling prophecy: 'Je staat niet als gezellige vakgroep bekend.'
Ook onderwijsdecaan Verberne bevreemdt het dat de vakgroep van Witteman zo weinig studenten trekt. 'Het zou er mee te maken kunnen hebben dat de vakgroep zeer hoge eisen stelt. Zo heeft het vak Detectie & Signaalverwerking de slechtste slaagpercentages van alle vakken bij TN. Dat kan afschrikken. Je zou de indruk kunnen krijgen dat de vakgroep alleen de beste en meest geïnteresseerde studenten wil', aldus Verberne.
De QE-ers Analbers en Hofstra geloven niet dat QE een vakgroep voor bollebozen is, maar ze beamen wel dat het vak D&S een obstakel voor de studenten vormt. Ze spreken van een waar struikelvak. 'Het college en het dictaat op zich zijn prima, maar het tentamen is heel moeilijk te halen', herinnert Hofstra zich (hijzelf slaagde overigens in één keer).
D&S was altijd een vak dat TN-vakgroepen voor hun studenten verplicht stelden. Vanwege de extreem lage slaagpercentages (onder de 10 procent) en de aanslag die dat doet op de 'studeerbaarheid', is het vak inmiddels 'gedegradeerd' tot een (aanbevolen) keuzevak - dit nadat overleg over de kwestie tussen studenten, faculteit en Witteman was mislukt.
