De beoogde nieuwe universitaire bestuursstructuur houdt de gemoederen in toenemende mate bezig. Net als de andere universiteiten staat de UT aan de vooravond van een serie bestuurlijke veranderingen die het academische bestel behoorlijk op zijn kop gaan zetten. Volgend jaar januari moet met de invoering ervan begonnen zijn en dat wordt nog een hele toer. Vier werkgroepen werken aan de invulling van de plannen. Beslotenheid is troef: als die maar niet illustratief is voor het toekomstige bestel. De UT moet het wetsvoorstel Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie (MUB) aangrijpen haar elan en lef te herwinnen. De glans is er nu een beetje af.
Vooral Collegevoorzitter Ben Veltman zal alle schermutselingen met genoegen gadeslaan. Hij stond immers aan de wieg van de nieuwe wetgeving, daartoe gedreven door de situatie waar hij vier jaar geleden binnen de UT op stuitte.
Het is dus geen toeval dat Veltman het wetsvoorstel een warm hart toedraagt. Een jaar of drie geleden produceerde hij (als voorzitter van een speciale werkgroep) met enkele anderen binnen deze organisatie een draaiboek voor een nieuwe bestuurlijke opzet, maar er was, mede door toedoen van de universiteitsraad, absoluut geen draagvlak voor te vinden. Hevig teleurgesteld schoof Veltman deze nota bestuurlijke vernieuwing terzijde, maar van invriezen was geen sprake. Het ministerie had de edele delen van het scenario al opgepikt (integratie bestuur/ beheer, beroepsdecanen, facultaire concentratie, opleidingsdirecteuren, etc.) als grondstof voor een nieuwe wet. Zo bezien zou je kunnen vaststellen dat de UT, door de Delftenaar naar Enschede te halen, het noodlot over zichzelf afriep. Noodlot?
Een van de frustraties waar met name Veltman tegenaan is gelopen, betreft het geringe vermogen van het College van Bestuur (CvB) om veranderingen door te voeren, laat staan tot de basis van de instelling door te dringen. Er zijn teveel grijstinten aanwezig, zegt hij altijd, het egaliteitsbeginsel is troef, de zucht naar excellente prestaties is afwezig en op sommige punten is de organisatie 'conservatief' dichtgemetseld. Het decentralisatiebeginsel is veel te ver doorgeschoten, zo ondervond hij ook. De vraag bij dit alles: is de voor het CvB welhaast onwerkbare situatie door Veltman c.s. bij diens aantreden aangewakkerd, c.q. zelf veroorzaakt, of bestond het ongerief al voor die tijd? We zouden dat aan Veltmans voorganger Van Lookeren Campagne moeten vragen. Of de UT, na invoering van de MUB, weer echt gaat meedoen, zal moeten blijken. Veltman denkt in elk geval van wel.
Zoals gezegd wordt in het diepste geheim gewerkt aan nieuwe bestuursplannen. Tipje van de sluier: een krachtige, dynamische directie (het CvB) wordt ondersteund door beroepsdecanen die het beheer en bestuur van vijf grote faculteiten op zich nemen en zorgen voor een strakke terugkoppeling naar de top. Acht managers dus in totaal gaan de tent draaien, met op de achtergrond een Raad van Toezicht. Het aantal faculteiten ondergaat een reductie en daalt wellicht, zoals gemeld, naar vijf, mogelijk als volgt: WB-CT&M, TBK-BSK, EL-INF, TN-CT, en TW-TO-WMW. Een grote ondernemingsraad op centraal niveau in plaats van de universiteitsraad, kleinere ondernemingsraden op facultair niveau. En volgens welingelichte bron zouden bijvoorbeeld de uitvoerende delen van Bureau Beleidsondersteuning, Personeel & Organisatie en Financieel Economische Zaken tot één servicecluster worden samengevoegd.
Noodlot? Het is te hopen dat het gerommel rond de (niet-geëffectueerde) benoemingen van enkele topfunctionarissen niet model staat voor de zorgvuldigheid waarmee de komende jaren met mensen in deze organisatie wordt omgegaan. Dat doet het ergste vrezen voor de werksfeer en ambiance. Maar aan de andere kant: wat nieuw is moet een kans hebben. Precies 25 jaar geleden luidde de Eerste Voorlopige Hogeschoolraad op de UT de radenstructuur in. Dat was pas erg: urenlange sessies, oeverloze discussies met een stroperigheid die anno 1996 nog steeds is te proeven. De MUB komt er en de UT zou de nieuwe bestuursopzet moeten gebruiken om de bluf en het elan van de jaren tachtig te hervinden. De echte grijsheid is er pas de laatste vier, vijf jaar ingeslopen.Misschien komt de MUB net op tijd. Om Veltman, als voorzitter van een College dat binnen de instelling meer rust dan onrust veroorzaakt, daarvoor te bedanken gaat wat ver. De verdienste van de CvB-voorzitter is veeleer dat zijn niet altijd even doorzichtige, eigenzinnige en onorthodoxe aanpak de tongen hevig in beroering brengt. Met het oog op een toekomstige nieuwe koers kan dat schokeffect wellicht zijn nut hebben.