U-raad achter telematica

| Redactie

Bij de ontwikkeling van topinstituten kiest de UT allereerst voor het onderzoeksterrein telematica. Telematica lijkt ook de beste troef van de UT als het gaat om deelname aan een eventueel technologisch topinstituut. Niettemin komen ook micro-elektronica, procestechnologie en biomedische technologie in aanmerking voor extra stimulering tot topinstituut. Dat blijkt uit twee nota's die dinsdag in de sectievergadering van de U-raad werden besproken. Komende week neemt de U-raad een besluit.

De keuze voor telematica was overigens afgelopen najaar tijdens de dies al duidelijk. Er was dinsdag dan ook weinig verschil van mening: telematica moet financieel worden gestimuleerd, met vijf jaar lang een miljoen per jaar uit het fonds centrale stimulering onderzoek. Belangrijke overweging daarbij is mede om telematica in kansrijke positie te brengen met het oog op de vorming van de technologische topinstituten die minister Wijers van EZ vorig jaar introduceerde in zijn nota Kennis in beweging.

De hoofdpijlers van de Twentse telematica zijn het Centrum voor Telematica & Informatie Technologie (CTIT) en het nationale Telematica Research Centrum (TRC), waarin ook het bedrijfsleven deelneemt. Deze week wordt verder de landelijke onderzoekschool telematica OTI opgericht, waarvan het CTIT penvoerder is. Aan een eerstefase opleiding wordt gewerkt.

In de dinsdag door de sectie besproken notitie Telematica aan de UT schetst prof.dr.ir. I. Niemegeers (wetenschappelijk directeur CTIT) de wijze waarop het Twentse telematica-onderzoek zodanig versterkt kan worden dat een echt topinstituut en, samen met TRC en OTI, eventuele deelname aan een technologisch topinstituut mogelijk wordt. De ambitie is 'uit te groeien tot één van de vooraanstaande instituten op telematicagebied in Europa'.

Voorwaarde is volgens Niemegeers wel dat zowel het onderzoekspotentieel als de organisatorische slagvaardigheid van het CTIT versterkt worden. Nu is de 'kritische massa' aan senior-onderzoekers 'te klein' en 'overbelast'. Er moet daarom meer vaste staf worden aangesteld in het autonome deel van het CTIT voor het aanjagen van onderzoek en het managen van projecten. De beloning zal deels volgens 'industrienormen' dienen te gebeuren.

De organisatorische slagkracht van het CTIT wordt volgens Niemegeers ondermijnd door 'getouwtrek' over de bevoegdheden over onderzoekmiddelen met de de zeven deelnemende faculteiten. Een 'bedreiging' voor de kans op een topinstituut. Niemegeers wil daarom de onderzoeksbudgetten van het federatieve deel van het CTIT overhevelen naar het autonome deel. Op die manier kunnen onderzoekmanagement en beheer meer in één hand komen.

De sectievergadering had kritiek op de 'vergaande voorstellen' waarmee Niemegeers de autonomie van het CTIT tegenover de faculteiten wil vergroten. Het CvB erkende dat sprake was van een deviatie van het beleid zoals eerder vastgelegd in de nota Autonoom en federatief, maar stelde anderzijds dat topinstituten zich anders moeten kunnen organiseren dan gewone instituten. Raadslid dr. Kees Eijkel (KPS) verbaasde zich erover dat het faculteitenstandpunt in de notitie ontbreekt. Volgens CvB-lid dr. Frits Schutte zijn de faculteiten expres niet geconsulteerd: men wilde gezien het 'instellingsbelang' een 'oeverloze discussie' voorkomen.

Het CvB kon de zorg over de 'inbedding' van het CTIT binnen de faculteiten niet wegnemen. De raad vroeg zich af of het 'commitment' van de faculteiten niet onder de gevolgde handelwijze zouden lijden (niet onbelangrijk gezien de verplichte hernieuwing van de instituutsovereenkomsten elke vijf jaar). Het CvB verwees het punt van de relatie van faculteiten en instituten naar de komende discussie over de nieuwe bestuursstructuur.

Bezorgd werd door de raad ook nog geconstateerd dat de inbreng van demaatschappijwetenschappen in het telematica-onderzoek in verhouding te gering is (circa 5 procent). Dat ligt volgens het CvB niet aan een gebrek aan belangstelling van de kant van het CTIT - het instituut kan de faculteiten echter niet dwingen een inhoudelijke bijdrage te leveren.

Inmiddels is het bedrijfsleven druk bezig om te komen tot een select aantal technologische topinstituten op onderzoeksterreinen die voor de Nederlandse economie van eminent belang zijn. Voor 1 mei kunnen bedrijven plannen indienen bij minister Wijers. Hij heeft 55 miljoen in de knip. De universiteiten staan bij deze ontwikkeling, zoals bekend, aan de zijlijn.

Volgens Niemegeers' notitie heeft het Twentse telematica-cluster goede kans om in een eventueel op te richten topinstituut telematica te participeren. Dat vereist wel 'harde commitments' van de UT om snel meer onderzoekspotentieel en organisatorische slagkracht te realiseren.

De U-raad onderschrijft dat telematica de kansrijkste UT-kandidaat is voor deelname aan een technologisch topinstituut, gegeven de extra financiële injectie en de samenwerking met het TRC (waarin de marktsector al participeert). Maar volgens de raad is het bedrijfsleven eerst aan zet.

Behalve de CTIT-notitie besprak de sectievergadering dinsdag ook de nota Topinstituten van het CvB. Gezien de krappe middelen kiest het CvB voor een beperkt aantal speerpunten: naast telematica zouden nog twee à drie topinstituten moeten worden gerealiseerd. In overleg met het College van Decanen (CvD) komt het CvB met drie kandidaten: procestechnologie, micro-elektronica, sensoren & actuatoren en biomedische technologie.

De U-raad vroeg zich af waarom en op basis van welke criteria deze keuze is gemaakt. De reden is volgens rector prof.dr. Theo Popma dat de UT twee of drie topinstituten nodig heeft om op termijn te kunnen overleven. De keuze komt overeen met die van het CvD, en de criteria zijn helder: omvang, wetenschappelijke produktie, reputatie, strategische kansen.

Het gaat nu alleen om een 'richtinggevend besluit', stelde Popma de U-raad tot slot nog gerust. Als de raad volgende week instemt met de nota, ondersteunt men daarmee alleen de globale lijn die door het CvB is uitgezet. Die moet vervolgens in de komende begrotingen gestalte krijgen. Over de toewijzing van de miljoenen wordt later beslist, aldus Popma.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.