Lerarenopleiding UT wisselend beoordeeld

| Redactie

De lerarenopleiding van de UT schiet volgens drie van een zevental afgestudeerden tekort op het gebied van didactisch-pedagogisch onderwijs. Maar een even groot aantal oordeelt daar juist positief over. Het vakinhoudelijke deel van de opleiding wordt door zes van de zeven ondervraagden beoordeeld als goed. Dit blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd door 'Research voor Beleid' onder eerste- en

De lerarenopleiding van de UT schiet volgens drie van een zevental afgestudeerden tekort op het gebied van didactisch-pedagogisch onderwijs. Maar een even groot aantal oordeelt daar juist positief over. Het vakinhoudelijke deel van de opleiding wordt door zes van de zeven ondervraagden beoordeeld als goed.

Dit blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd door 'Research voor Beleid' onder eerste- en tweedegraads leerkrachten die in 1991/1992 of in 1992/1993 afstudeerden aan een universiteit of hbo-instelling. Eerder werden twee vergelijkbare studies uitgevoerd naar afgestudeerden uit voorgaande jaren. In totaal zijn ruim vijfduizend leraren geënquêteerd. Van de UT waren dat er echter slechts zeven. In Twente studeren jaarlijks tussen de vijftien en de twintig leraren af.

Van alle respondenten vond bijna een kwart de manier waarop didactiek en pedagogiek werden onderwezen zeer slecht. De UT scoort op dit onderdeel met 43 procent het slechtst van alle universitaire opleidingen. Op een gedeelde tweede plaats staan de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit van Amsterdam die van 26 procent van de respondenten de beoordeling (zeer) slecht kregen. Het pedagogisch-didactische deel van de lerarenopleiding aan de Technische Universiteit Eindhoven (TUE) wordt door maar liefst driekwart van de ondervraagden als (zeer) goed beoordeeld. Geen enkele respondent van de TUE gaf als antwoord 'zeer slecht'.

De UT is daarentegen de topper als het gaat om het vakinhoudelijke deel van de lerarenopleiding. Maar liefst 86 procent beoordeelde dat als goed. Grootste onvoldoendes werden uitgedeeld aan de Universitaire Lerarenopleiding Zuid-Holland en de Universiteit van Amsterdam. Gemiddeld is 11 procent van de ondervraagden ontevreden over het vakinhoudelijke deel.

De omvang van de stages wordt door 59 procent van de afgestudeerden als voldoende beschouwd. Wel bestaat er een voorkeur voor langere, aaneengesloten stageperiodes. De stage-ervaringen blijken, zowel in positieve als in negatieve zin, van grote invloed te zijn op de uiteindelijke beroepskeuze van de jonge leraren.

De arbeidsmarktperspectieven voor afgestudeerden van eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen zijn de afgelopen jaren gunstiger geworden. Van alle studenten die in de jaren 1992 en 1993 afstudeerden met een eerstegraadsbevoegdheid werkt 74 procent inmiddels in het onderwijs. Vier jaar eerder was dat 69 procent. Voor leraren met een tweedegraads bevoegdheid is die stijging is groter. Vier jaar geleden bleek 46 procent van de afgestudeerden in het onderwijs terecht te komen, nu is dat 61 procent.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.