Vorige maand nam de 53-jarige Gerrit Krabbe na 29 jaar en vier maanden afscheid van de Chemische Technologie (CT) werkplaats op de UT om zich volledig te wijden aan Krabbe Engineering, hoewel zijn vrouw zich serieus afvroeg 'of hij dát nou wel zou doen', want behalve het onzekere bestaan van de zelfstandig ondernemer was hij 'in die bijna dertig jaar geen dag met een rotgevoel naar zijn werk gegaan'.
Krabbe is van huis uit gereedschapstempelmaker en kon daar in 1966 prima bij de toen nog Centrale Technische Dienst (CTD) van de UT mee terecht. 'Als stempelmaker ben je een allround vakman. Je kunt zeer nauwkeurig werk afleveren.' Jarenlang werkte hij in de CTD-dependance bij CT en werd daar technisch coördinator. De decentralisatie van de CTD in 1988 verbond hem wederom aan de CT-werkplaats en hij werd daar chef.
Vijf jaar geleden begonnen vader en zoon Krabbe uit 'ondeugd' in de schuur achter de woning van Gerrit en dat liep 'een beetje uit de hand'. Ze kochten een draai- en een freesbank en wachtten op orders. Veel druk zat er niet achter, want beiden hadden nog een volledige baan. Gerrit bij de UT en oud HTS-er Ronnie als systeembeheerder bij Powerpack, een bedrijf dat hydraulische systemen maakt voor bijvoorbeeld vrachtwagens en ziekenhuisbedden. 'Aanvankelijk hadden we niet veel werk. Dat veranderde toen X-flow enorme ruzie kreeg met de UT. Wij kregen de opdrachten die voorheen naar de universiteit gingen. Dankzij mijn werk bij de UT kenden we precies de behoefte van X-flow. Tegelijkertijd kregen we ook elders een beetje naam en kwamen andere orders los. Er bleek een enorme behoefte aan een flexibel bedrijf, dat allerhande test- en meetapparatuur kan maken.'
Dagobert Duck
Na vijf jaar werd de schuur te klein. 'We stonden voor de keuze of te stoppen of op grotere schaal doorgaan. Financieel stonden we er goed voor. Met allebei een voltijdsbaan konden we beiden in het bedrijf investeren. We haalden er niets uit en hadden geen dure auto's of andere luxe gekocht. We betaalden ook niets uit de achterzak. Alles stond op papier. De belasting die we verwachtten te moeten betalen hebben we vanaf het begin op een aparte rekening gezet, zodat we niet voor een verrassing kwamen te staan.'
Ze besloten door te gaan met hun bedrijf, want 'het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan.' In juni stond het door Gerrit ontworpen bedrijfspand, een werkhal met kantoor, in de startblokken. 'We hebben geen architect ingehuurd. Veel te duur. Alleen iemand om een sterkteberekening te maken, al hadden we dat ook zelf gekund.' Nu staat de Dagobert Duck van Ronnie ('we hoeven ons fortuin niet te maken, maar hopen er toch wel iets aan over te houden) op een archiefkast, naast het ondernemersdiploma van Gerrit dat hij kreeg van de UT bij zijn afscheid en werken er vijf mensen bij Krabbe Engineering. 'Alles stond klaar en we hadden voldoende opdrachten, maar niemand om het werk uit te voeren. We hebben ruim duizend gulden gespendeerd aan personeelsadvertenties, gevraagd bij uitzendbureaus en het arbeidsbureau, maar er kwam niemand. We vroegen een schaap met vijf poten. Mijn zoon had vorig jaar september al definitief voor het bedrijf gekozen en zijn werk opgegeven en ik kwam ook voor die keuze te staan. Als we mensen hadden kunnen vinden dan was ik nooit bij de UT weggegaan.'
Inmiddels maakt Krabbe Engineering alles waar de klant om vraagt. Er is geen vaste collectie, maar vader en zoon Krabbe ontwikkelen waar vraag naar is: manometers, pompen, modulen, proefopstellingen, filters in staal, roestvrijstaal of kunststof. Weinig is ze te dol.
Mentaliteit
Voor Krabbe lijkt het starten van een eigen bedrijf veel op de beginperiode op de UT toen nog alles mogelijk was: 'We begonnen in hal D. Er stond al wel apparatuur en materialen, maar toch heel weinig. Iedere dag kwam er weer iets binnen, want de hele UT had apparatuur nodig. Van heel groot tot heel klein. Zo hebben we nog een grote hydraulische pomp van honderd ton voor WB gemaakt. Dat ding staat er nog. We zijn van handmatig en conventioneel werken naar CNC-gestuurde werkbanken gegaan. Alles kon. De bomen groeiden in de begintijd tot de hemel. Hoogleraren van andere universiteiten namen hun eigen wetenschappelijk medewerkers mee en daar moest van alles voor gebeuren. Er werd maar aangelegd. Van bezuinigen had niemand nog in die tijd gehoord.'
Heel veel plezier heeft Krabbe altijd beleefd aan het contact met de studenten, die voor apparatuur voor hun afstudeeropdrachten aankloppen bij de werkplaats. 'Studenten zijn net gewone mensen. We wisten het vaak al van tevoren: die gaat het maken òf hij gaat nooit meer weg. Dat waren van die studenten die als ze iets bestelden het nooit kwamen ophalen. Nou was dat geen probleem, want we zeiden 'ja' tegen zo'n opdracht, dachten 'nee' en deden vervolgens niets.' Volgens Krabbe is in de loop der tijd de mentaliteit van de studenten sterk gewijzigd. 'Ze zijn actiever geworden, ook met hun afstudeeropdrachten. Dat moet ook wel want er staat meer financiële druk op de ketel. Een verstandige student heeft een ondernemersplan. Wij waren in de CT-werkplaats alleskunners en zo zagen de studenten ons ook.'
Levertijd
Wat Krabbe vooral aantrekt in het ondernemersbestaan is de vrijheid van handelen. Hij hoeft aan niemand meer verantwoording aan te leggen: 'De UT is een hele lompe instelling en moeilijk te besturen. Iedereen wil meepraten. Als je iets wil veranderen dan is het een kwestie van de lange adem. Het zou eigenlijk zo moeten zijn dat mensen alleen mogen meepraten als ze er ook echt verstand van hebben. De laatste jaren mocht het allemaal niets meer kosten in de werkplaats. We hoorden altijd: 'Kost dat zo veel'. Maar als je dan zei 'kijk eens wat je zelf kost', bleek dat ze daar geen idee van hadden. Dat maak je in het bedrijfsleven niet mee. Dat gezeik over prijzen. Levertijd is belangrijker dan de prijs. Als ik nu iets nodig heb bestel ik het gewoon.'
Krabbe ziet zijn bedrijf ook niet als een concurrent van de UT. 'De UT kan prijstechnisch niet tegen ons op en zal dat ook nooit kunnen. De hoge grondprijs van 240 gulden per vierkante meter, de grote overhead, urenverantwoording, materiaalkosten. Daar is voor de UT niet mee te concurreren. Maar dat is heel jammer, want de UT heeft een machinepark waar ik jaloers op ben en prima vakmensen.'
Actief
Terugverlangen naar de UT doet Krabbe zeker niet. Ondernemer zijn houdt hem scherp en actief: 'De tijd dat aan het einde van de maand mijn salaris wel werd overgemaakt is voorbij. Op de UT zou ik zijn ingeslapen.' Met eerlijk werk, scherpe prijzen, korte levertijd en veel creativiteit denken vader en zoon Krabbe het nog lang vol te kunnen houden: 'We hebben vorig jaar een systeem ontwikkeld voor een fietsenassemblagefabriek in Oldenzaal waarmee ze de fiets hangend kunnen monteren. Toen het Amerikaanse moederbedrijf dat zag hebben ze de zaak er gelijk uitgebroken en zijn wij in Oldenzaal opnieuw begonnen. Die Amerikanen konden niet wachten. Die onrust. Die haast. Dat houdt me jong.'